Wetenschappelijk Onderwijs

Alles over de cao wetenschappelijk onderwijs

De AOb behartigt de belangen van de leden die werken op één van de veertien Nederlandse universiteiten. 

Er ligt sinds 3 juli 2024 een onderhandelingsresultaat voor een nieuwe cao. Daarin staan afspraken over een loonsverhoging, sociale veiligheid en de Maand van de Vakbond. Alle achterbannen stemden op 23 juli 2024 in met het akkoord, de cao Nederlandse Universiteiten is nu definitief. 

Het cao-boekje met daarin alle afspraken vind je onderaan bij de downloads. 

Het kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord een forse bezuiniging ingeboekt op het wetenschappelijk onderwijs. Dat heeft deze cao-onderhandelingen beïnvloed.

AOb-sectorbestuurder Donald Pechler over het jongste cao-akkoord. 

Cao-afspraken scholing

Alle universiteitsmedewerkers hebben sinds 1 januari 2024 recht op drie ontwikkelingsdagen. Je kunt deze dagen inzetten voor scholing en ontwikkeling om zo je duurzame inzetbaarheid te vergroten. Het gesprek over deze ontwikkelingsdagen vindt plaats in het jaargesprek met je leidinggevende. In dat gesprek gaat het dus over werkafspraken en taken, maar ook welke behoefte je hebt om verder te ontwikkelen. 

Een enquête onder AOb-leden wees uit dat de ontwikkelingsdagen niet bij iedereen bekend zijn én dat er niet altijd jaarlijks een gesprek wordt gevoerd. Weet dat je als werknemer recht hebt op een jaargesprek. Ons advies is om dit jaarlijks bij je leidinggevende aan te kaarten en om een jaargesprek te vragen. 

Alles wat je moet weten over de cao Nederlandse Universiteiten

Dit zijn de belangrijkste afspraken uit de cao Nederlandse Universiteiten 2024-2025. 

Veelgestelde vragen

In de huidige cao is het uitgangspunt dat de functies 'Universitair Docent', 'Universitair Hoofddocent', 'Hoogleraar' en al het ondersteunend personeel na 12 maanden of 18 maanden bij goed functioneren voor een vast contract in aanmerking komen.

Voor docenten is een afspraak gemaakt dat binnen de sector maximaal 13,5 procent van het onderwijzend personeel een tijdelijk dienstverband heeft. Elke universiteit dient aan dit percentage te werken. Daarvoor is een termijn van drie jaar afgesproken.

Het Lokaal Overleg heeft daarbij een belangrijke rol om de noodzaak van de flexibele schil van onder meer docenten en onderzoekers ter discussie te stellen, waarmee de basis kan worden gelegd om dit te beperken. Een voorbeeld kan het terugdringen van tijdelijke dienstverbanden zijn in deeltijd. 

De ontslagbeschermingstermijn is de termijn die geldt bij een reorganisatie, waarbij gedwongen ontslagen zullen plaatsvinden. De werknemers, die een vast dienstverband hebben en die in de reorganisatie voor ontslag in aanmerking komen, mogen gedurende de ontslagbeschermingstermijn niet ontslagen worden.

De huidige ontslagbeschermingstermijn bedraagt tot 1 januari 2025 een termijn 7 maanden. Daarna kan de arbeidsovereenkomst worden opgezegd met inachtneming van de opzegtermijn van drie maanden.

  • Voor een werknemer met een dienstverband met minimaal 15 dienstjaren aan het begin van de ontslagbeschermingstermijn, is de opzegtermijn vier maanden. Ontslag kan dan pas daadwerkelijk plaatsvinden na 10 of 11 maanden.
  • Oudere werknemers met een dienstverband van 15 jaar of meer en die 5 jaar of korter voor de AOW-leeftijd zitten, geldt een ontslagbeschermingstermijn van 12 maanden.
  • Voor de andere werknemers wordt de ontslagbeschermingstermijn per 1 januari 2025 ingekort naar drie maanden. Het ontslag kan daarna met inachtneming van de opzegtermijn van drie of vier maanden worden beëindigd.

Tijdens de ontslagbeschermingstermijn zijn de werknemers volledig vrijgesteld om ander werk te kunnen vinden. Ook krijgen werknemers een marktconform budget voor professionele hulp voor het vinden van ander werk en blijft de mobiliteitspremie uit de cao gelden.

Er wordt in de cao 2024-2025 meer aandacht besteed aan het roosteren van pauzes en de reële taakopdracht, in het bijzonder tot de taakomvang van docenten.

Ook komt er een werkdrukconferentie in het voorjaar 2025 waar HR-en Arbo-medewerkers van universiteiten samen met Arbo-deskundigen van vakbonden en andere werkdrukexperts uit het veld ideeën en ervaringen uit kunnen wisselen over oorzaken en oplossingen voor werkdruk.

Na deze conferentie zal een werkdrukcampagne worden opgezet in samenwerking met sectorfonds,  SoFoKleS, om onder meer de opname van vakantiedagen te vergroten .

Daarnaast maakt het Lokaal Overleg, waar de bonden inzitten, afspraken met het college van bestuur over de indeling van werktijd en het bewaken van privétijd. Verder kunnen in het Lokaal Overleg afspraken worden gemaakt over een reële taakopdracht in relatie tot de omvang van het dienstverband. De medezeggenschap moet rekening houden met de afspraken. Ook individueel dienen leidinggevenden de reële taakopdracht in het jaargesprek met de werknemer te bespreken. 

Het thuiswerken is geen recht, maar ook geen plicht. Met de werknemer, het team en leidinggevende worden afspraken gemaakt over de mogelijkheden van het thuiswerken. De vergoeding van 2 euro per thuiswerkdag is gelijk aan de vergoeding die het Nibud heeft berekend. Het gaat om een netto vergoeding. Dit geldt ook voor de internetvergoeding.

Universiteiten maken afspraken over de reiskostenvergoeding voor de dagen dat werknemers op de universiteit werken. Het Lokaal Overleg maakt afspraken over het hybride werken.

Jij bepaalt zelf of het gedrag of een handeling van een ander voor jou grensoverschrijdend en/of ongewenst is. De beoordeling of bepaalde gedragingen (verbaal of lichamelijk) voor jou wel of niet toelaatbaar zijn, is subjectief en persoonlijk. Cultuur of maatschappelijke omgangsnomen kunnen hier invloed op hebben. Het kan dus zijn dat iets voor jou niet aanvaardbaar is, maar dit wel is voor anderen. Maak daarom altijd duidelijk waar jouw grenzen liggen.

In de nieuwe cao 2024-2025 is afgesproken dat per universiteit één centraal meldpunt komt voor alle klachten en meldingen rondom sociale veiligheid. Dit meldpunt krijgt een (informatie)loket/doorverwijsfunctie dat voldoet aan nog nader vast te stellen kwaliteitseisen, waaronder in ieder geval de aspecten veiligheid en vertrouwelijkheid. Melders kunnen altijd op één plek terecht en vervolgens naar de juiste hulp of afhandeling worden doorverwezen.

Indien het meldpunt er nog niet is, raadpleeg de website of het intranet van je universiteit voor de meld- en klachtenvoorzieningen. Als lid kun je natuurlijk altijd de AOb vooraf om advies vragen voordat je een stap onderneemt.

In de laatste cao is afgesproken dat de 'Maand van de Vakbond' wordt uitgebreid met een tweede maand. Het is in september, maar universiteiten kunnen daar nu ook een maand aan toevoegen. Als je in die maanden lid wordt van de bond krijg je eenmalig de helft van de contributie -tot een maximum van 100 euro- terug van je werkgever. Een hele fijne regeling dus. Ben je benieuwd naar meer details over deze regeling en of jij er ook gebruik van kan maken lees dan snel verder op onze speciale actiepagina. 

Een geweldige kans om van alle voordelen van het lidmaatschap te profiteren. Versterk je positie als werknemer, maak deel uit van de verandering!

Let op! De Maand van de Vakbond is iets anders dan de reguliere regeling om vakbondscontributie terug te vragen aan het einde van het jaar. Dit is een fiscaal voordeel. Van deze regeling kun je altijd gebruikmaken als je als werknemer lid wordt van een bond. 

Dus bij de start van het lidmaatschap in september of oktober krijg je in het eerste jaar 100 van de werkgever vergoed. Daarna kun je jaarlijks de vakbondscontributie in het keuzemodel arbeidsvoorwaarden (universiteiten) of AVOM (NWO, NWO-I en KB) te laten uitbetalen met fiscaal voordeel.  

Ja, dit kan. Werknemers kunnen via hun werkgever een fiscaal voordeel ontvangen over het betaalde bedrag voor vakbondscontributie. Dit kun je in de cao terugvinden in artikel 5.4 

Het houdt in dat je via je werkgever ieder jaar een deel -30 tot 50 procent- van je contributie terugkrijgt, een fijn voordeel! Om hiervan te profiteren moet je elk jaar de 'jaaropgave vakbondscontributie' inleveren -meestal begin november- bij je werkgever. De AOb stuurt alle leden deze jaaropgave toe. 

Heb je vragen over deze regeling? Vraag dan na bij je werkgever via de hr-medewerker welke stappen je moet doorlopen. Let op! Deze regeling is een andere dan de 'Maand van de Vakbond'. Bekijk ook onze pagina waarin we deze fiscale regeling verder uitleggen of wat je moet doen als je de jaaropgave niet hebt ontvangen. 

Word lid, samen staan we sterk

Hoe meer leden, hoe sterker wij staan bij de volgende onderhandelingen. En als lid stem je mee over cao-voorstellen.