Scheiden? Dit gebeurt er met je pensioen
Mijn partner en ik, allebei veertig jaar oud, gaan scheiden, na een huwelijk van tien jaar. Wat zijn de consequenties voor mijn pensioen? Wij zijn allebei als docent bij het ABP aangesloten.
Voor je ouderdomspensioen zijn de consequenties overzichtelijk: ieder heeft recht op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Jij krijgt dus vijf jaar van zijn pensioen, hij vijf jaar van het jouwe. Voor wie dat het gunstigst uitpakt, hangt af van wie van jullie het meeste salaris heeft of de meeste uren maakt.
Wat ingewikkelder ligt het met het nabestaandenpensioen. Dat krijg je als je partner overlijdt, of dat nu voor of na de pensioenleeftijd is. Als jullie uit elkaar gaan en jouw ex eerder overlijdt dan jij, dan heb je nog altijd recht op een deel daarvan. En andersom geldt hetzelfde. Gebeurt dat na pensionering? Als jullie nog getrouwd zouden zijn, zou je het volledige nabestaandenpensioen krijgen: 70 procent van het ouderdomspensioen. Maar na een scheiding tellen alleen de huwelijksjaren mee. Stel dat jouw ex veertig jaar pensioen heeft opgebouwd, dan waren jullie een kwart van die periode getrouwd en krijg je dus ook een kwart van die 70 procent.
Meer exen, minder geld
Weer anders wordt dat nabestaandenpensioen becijferd als een van jullie vóór aow-leeftijd zou overlijden. Daarbij speelt ook jullie voorgeschiedenis mee. Als jouw partner voor jullie huwelijk geen andere (officiële) partner heeft gehad, dan krijg jij het nabestaandenpensioen dat is opgebouwd tot het moment dat jullie uit elkaar gaan. Laten we even aannemen dat hij op zijn 25ste is begonnen met werken en dat jullie trouwden toen jullie dertig waren, dan is het in de voorafgaande vijf jaar opgebouwde deel dus ook voor jou. Dat ligt anders als er een eerdere partner in het spel is. In dat geval gaat een deel van het nabestaandenpensioen naar die ex en krijg jij minder. Stel dat die relatie duurde tot een jaar voor jullie huwelijk, dan krijgt jij het bedrag dat vanaf die eerdere scheiding is opgebouwd.
Wrange situaties
Als het gaat om nabestaandenpensioen zijn er wel wrange situaties denkbaar. Stel dat je op latere leeftijd voor het eerst zou trouwen, laten we zeggen op je zestigste, en het huwelijk is van korte duur. Zou jij vóór de aow-leeftijd overlijden, dan heeft deze ex recht op het nabestaandenpensioen dat je vanaf het begin van je loopbaan hebt opgebouwd. Als je je pensioen wel haalt, is deze situatie echt nadelig. Want als je alleenstaand bent zonder ex dan wordt in de huidige regeling een deel van het nabestaandenpensioen omgezet in extra ouderdomspensioen. Dat zou je in dit geval dus mislopen.
Overigens kun je in het echtscheidingsconvenant een andere pensioenverdeling afspreken, al is het de vraag of de partner die dan moet inleveren daar oren naar heeft. Ook in de huwelijkse voorwaarden kan dat, maar in de praktijk gebeurt het zelden.
Gunstig wetsvoorstel
Nog even terug naar het ouderdomspensioen. Er ligt nu een wetsvoorstel om dat na een scheiding automatisch te splitsen, conversie heet dat. Het deel waarop je recht hebt, gaat dan direct in een eigen potje. Dat is makkelijker dan hoe het nu werkt. Op dit moment moet je het pensioenfonds van jouw ex zelf benaderen met het verzoek jouw pensioendeel direct aan jou uit te betalen. Doe je dat niet, dan moet je elk jaar opnieuw je ex aan zijn jas trekken. Als de conversie doorgaat, hoeft dit niet meer. Ander voordeel: na conversie gaat de uitbetaling van jouw pensioendeel in op jouw eigen pensioendatum in plaats van die van jouw partner. Fijn, want als je bijvoorbeeld jonger bent en je krijgt dat pensioendeel terwijl je nog werkt, betaal je meer belasting.
Deze wet zou in 2028 moeten ingaan, maar of dat lukt? Pensioenfondsen zijn voorlopig nog wel even zoet met de invoering van het nieuwe pensioenstelsel.
Minder scheidingen, mensen trouwen later en mensen blijven langer bij elkaar
Minder scheidingen
In 2022 eindigden 23.603 Nederlandse huwelijken in een echtscheiding. Dat is ongeveer 7 op de 1000 huwelijken.
In 2014 strandden nog ruim 10 op de 1000 huwelijken.
Verklaring: doordat jongere generaties minder trouwen, bestaat de groep echtparen voor een steeds groter deel uit stellen die al langdurig getrouwd zijn. Zij scheiden minder vaak.
Mensen trouwen later
Ongeveer 16 procent van de echtparen die in 2010 trouwden, ging binnen 10 jaar uit elkaar. In 1990 was dat nog ruim 18 procent.
Verklaring: mensen trouwen gemiddeld later, terwijl het risico op een scheiding hoger is als mensen jong trouwen: voor hun 25ste.
Mensen blijven langer bij elkaar
Vanaf 1980 stijgt de leeftijd waarop mensen uit elkaar gaan gestaag:
Gemiddelde leeftijd scheidende mannen: 48 jaar (1980: 38 jaar)
Gemiddelde leeftijd scheidende vrouwen: 45 jaar (1980: 35 jaar)
In totaal loopt op dit moment 30,6 procent van de huwelijken op de klippen.
Bron: Centraal bureau voor de Statistiek