Algemeen

Onderwijsminister moet islamitische school bekostigen

De nieuwe islamitische basisschool die de scholenstichting Yunus Emre in het Westland wil oprichten mag er komen. Onderwijsminister Arie Slob moet de school bekostigen. Dat bepaalde de Raad van State gisteren. Eerder probeerden de minister en zijn voorganger de komst van de school tegen te houden.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

arie-slob-in-basisschoolklas

Beeld: Martijn Beekman/Rijksoverheid

De Islamitische Stichting Nederland voor Onderwijs en Opvoeding (ISNO) Yunus Emre heeft op dit moment vier scholen in Den Haag. Het bestuur wilde graag een nieuwe basisschool openen in het Westland. Om voor bekostiging in aanmerking te komen moet het verzoek voor een nieuwe school door de gemeenteraad van het Westland worden opgenomen in het ‘plan van scholen’. De raad deed dit al in 2016.

Weigeren

Tot twee keer toe weigerden minister Slob en voormalig staatssecretaris Sander Dekker toestemming te geven voor dat plan. De bewindslieden vinden dat er te weinig belangstelling is voor een islamitische basisschool in het Westland.

Als schoolbesturen een nieuwe school willen oprichten moeten ze in het voorstel laten zien dat er genoeg interesse is in de school. Yunus Emre maakte daarom een prognose en gebruikte daarvoor cijfers van de gemeente Maastricht. Het schoolbestuur vindt deze cijfers vergelijkbaar met de gemeente Westland als het gaat om de samenstelling van de inwoners en het percentage niet-Westerse personen met een islamitische achtergrond.

Absolute getallen

De minister vindt niet dat de twee gemeenten vergeleken kunnen worden. Vooral in absolute getallen zijn er in het Westland een stuk minder inwoners met een niet-westerse islamitische achtergrond. Tijdens de zitting lichtte het ministerie toe er juist naar absolute getallen gekeken moet worden, omdat het bij de stichtingsnorm om absolute aantallen gaat. Ook vindt de minister dat Maastricht veel meer dan het Westland een regiofunctie vervult.

Eerder besloot de bestuursrechter al dat de minister opnieuw naar zijn besluit moest kijken, omdat er in het Westland meer kinderen in de basisschool-leeftijd zijn dan in Maastricht. ‘Dat in het Westland meer basisschoolgaande kinderen wonen dan in Maastricht, compenseert dus bijna geheel dat er minder niet-westerse allochtonen met een herkomst uit een islamitisch land wonen’, aldus de Raad van State in de uitspraak.

Vergelijkbaar

De hoogste bestuursrechter oordeelt dat Yunus Emre de cijfers van de gemeente Maastricht mag gebruiken bij de aanvraag voor een nieuwe school. Die cijfers zijn te vergelijken en dat betekent dat het schoolbestuur een nieuwe school kan oprichten en dat de minister deze volgens de wet moet bekostigen.