PO
VO

Problemen rond passend onderwijs stapelen zich op

Overvraagde leraren die tegen hun grenzen aan lopen, scholen voor gespecialiseerd onderwijs die blijven groeien, leerlingen die lang op wachtlijsten staan en een toename van het aantal thuiszitters. De problemen rond passend onderwijs stapelen zich op. “Heel zorgwekkend, maar helaas geen verrassing”, vat AOb-voorzitter Thijs Roovers het kernachtig samen.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 4 Minuten om te lezen

passend-ondrewijs-web

Typetank

In het elfde jaar sinds de invoering van passend onderwijs constateert staatssecretaris Mariëlle Paul dat er 'soms meer en soms iets anders nodig is dan de maatregelen van de lopende verbeteraanpak'. Dat schrijft ze in de halfjaarlijkse stand van zaken, die in de meivakantie samen met een stapel rapportages naar de Tweede Kamer is gestuurd. ‘Steeds meer kinderen en jongeren hebben extra ondersteuning nodig en voor steeds meer kinderen, jongeren én leraren blijkt de geboden ondersteuning onvoldoende effectief.’

Problemen in de klas gegroeid

Een van de rapportages is een onderzoek onder leraren dat al vorige zomer werd opgeleverd, maar nu pas openbaar is gemaakt. De bevindingen liegen er niet om en bevestigen opnieuw de problemen die de afgelopen jaren al vaker naar voren zijn gebracht.

Conclusie: het onderwijs staat op veel plekken zwaar onder druk. ‘Problemen in klassen zijn gegroeid in aantal en intensiteit, leraren raken daardoor overbelast en leerprestaties van alle leerlingen kunnen dalen als gevolg van de aandacht die naar enkele leerlingen in de klas moet gaan.’ Goed onderwijs voor alle leerlingen is volgens de meeste leraren in het onderzoek een enorme opgave door het aantal leerlingen met een grote ‘aandachtvraag’.

Ook de algemene werkdruk en de klassengrootte noemen ze vaak als een sterke beperking voor goed onderwijs - en tel daar het nijpende lerarentekort bij op. ‘Per saldo geven veel bevraagden aan dat de grenzen van wat mogelijk is in het reguliere onderwijs met de huidige invulling van passend onderwijs vaak al zijn bereikt of overschreden.’ Leraren en schoolleiders wijzen ‘vrijwel unisono’ op de lange wachttijden in de zorgketen, het vele papierwerk en onderzoeken die vaak overgedaan moeten worden. De toegang tot gespecialiseerd onderwijs is volgens bevraagden ‘zeer lastig geworden’.

We waarschuwen er al jaren voor

Een verontrustend beeld, aldus Roovers, helemaal in het licht van de onderwijsbezuinigingen van dit kabinet. “Als je het mij op de man af vraagt, dan zeg ik: We zouden ons de ogen uit de kop moeten schamen. De problemen rond passend onderwijs zijn heel zorgwekkend, maar helaas niet verrassend. We waarschuwen er al jaren voor, dus ja, we zien het eigenlijk al van mijlenver aankomen.”

Te weinig zoden aan de dijk

Vijf jaar geleden kwam toenmalig minister Arie Slob met een verbeterplan van 25 punten. Het grootste deel ervan is nog niet voltooid, al zijn er wel stappen gezet. Zo krijgen leerlingen vanaf komende zomer een wettelijk hoorrecht: hun inbreng moet worden meegenomen bij een besluit over ondersteuning. Een belangrijke stap was ook de landelijke norm voor basisondersteuning op drie ondersteuningsgebieden die de AOb en Ouders & Onderwijs hebben gemaakt.

Maar de aanpak zet vooralsnog te weinig zoden aan de dijk. Leraren komen onvoldoende toe aan het onderwijs en de ondersteuning die leerlingen nodig hebben. Aanvragen via het samenwerkingsverband voor extra ondersteuning of een doorverwijzing naar het gespecialiseerd onderwijs zijn vaak tijdrovend. Intussen groeit het gespecialiseerd onderwijs, één op de vijf (v)so-scholen heeft een wachtlijst. Bij meer dan de helft van de leerlingen op zo’n lijst is de verwachte wachttijd meer dan een half jaar. Ook het aantal thuiszitters groeit nog altijd. Cijfers van leerplichtambtenaren komen uit op zo’n 20 duizend. Maar dat is waarschijnlijk een onderschatting, omdat niet alle thuiszitters als zodanig staan geregistreerd. Oudervereniging Balans kwam eind vorig jaar uit op bijna 70 duizend thuiszitters. 

Méér nodig om tij te keren

Volgens staatssecretaris Paul is er méér nodig om het tij te keren. Zo overweegt ze de sturing en de regionale indeling van de samenwerkingsverbanden op de schop te nemen en het aantal organisaties terug te brengen. ‘We zien te grote verschillen tussen het aanbod van ondersteuning dat leerlingen in verschillende samenwerkingsverbanden krijgen. Dat er verschillen zijn is logisch maar het mag niet zo zijn dat goede ondersteuning afhankelijk is van de plek waar je woont.’

Het is belangrijk om die expertise en ondersteuning dichtbij te hebben, binnen de school

Om leraren beter toe te rusten, wil ze dat lerarenopleidingen meer aandacht besteden aan passend onderwijs. Dat geldt ook voor de begeleiding tijdens de eerste werkjaren na de opleiding. Verder verwacht ze baat bij de inrichting van een multidisciplinair team op school - om de leraar te ondersteunen. Een positieve ontwikkeling, vindt Roovers. “Het is belangrijk om die expertise en ondersteuning dichtbij te hebben, binnen de school. De kennis werkt als een olievlek binnen je team. We moeten af van de situatie dat je voor die extra ondersteuning steeds iemand van buiten moet inhuren en een aanvraag via het samenwerkingsverband moet doen.”

Ook het aantal samenwerkingsverbanden terugbrengen, juicht Roovers toe. “Er zijn nu 151 organisaties voor passend onderwijs, in mijn ogen een beetje ridicuul. En ik zie ook dat de staatssecretaris wat realistischer aankijkt tegen het streven naar inclusief onderwijs in 2035, waarbij er wel scholen voor gespecialiseerd onderwijs zullen blijven bestaan voor leerlingen die dat nodig hebben. Zo zie ik toch nog wel wat lichtpuntjes, een beweging in de goeie richting. Al gaat die wat ons betreft bij lange na niet ver genoeg. Het liefst stappen we helemaal af van de samenwerkingsverbanden en zetten we weer de school voorop.”