Alle

AOb wint rechtszaak over geheime brieven loonruimte

De minister van Binnenlandse Zaken heeft onvoldoende duidelijk gemaakt waarom de ‘ruimtebrieven’, waarin staat wat de loonruimte is, geheim moeten blijven. De AOb wil dat deze openbaar worden. Het ministerie moet van de rechter met betere argumenten komen om de brieven uit de jaren 2011 tot en met 2021 geheim te houden.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

Rechtszaak

Beeld: Typetank

‘De minister maakt onvoldoende aannemelijk waarom de ruimtebrieven in zijn geheel geheim moeten blijven’, zo staat in de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland. Daarom geeft de rechter de overheid nu acht weken om tot een nieuw besluit te komen.

Procedure

Al sinds 2021 is de AOb bezig om de geheime ruimtebrieven openbaar te maken. Met een Woo-procedure (Wet open overheid) wil de bond afdwingen dat het ministerie in totaal elf ruimtebrieven deelt (uit de jaren 2011 tot en met 2021) en alle documenten die in relatie staan met deze brieven, zoals gespreksverslagen of e-mails. Eind maart zat AOb-bestuurder Douwe van der Zweep daarom in de rechtszaal om te zorgen dat de bond de brieven in handen krijgt, net als de onderwijswerkgevers PO-raad, VO-raad, MBO-raad en de Vereniging Hogescholen. De overheid weigert tot nu toe de stukken te openbaren en ontkent dat er verslagen zijn van gesprekken met onderwijswerkgevers over deze brieven.

Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb

De overheid is bang dat de brieven inzicht geven in haar strategie en daardoor haar onderhandelingspositie aantasten. De rechter gaat niet mee met dit argument en vindt dat de overheid te weinig duidelijk maakt waarom het financiële belang zwaarder weegt dan de openbaarheid die de Woo afdwingt. Zeker voor stukken die al vijf jaar of ouder zijn moet daarvoor een goede en zwaarwegende motivering worden gegeven die nu ontbreekt.

Schimmig

“Dit is een mooie uitspraak, als deze stukken straks openbaar worden, dan wordt het cao-overleg al een stuk minder schimmig”, zegt Van der Zweep. “We kunnen dan na afloop zien hoeveel geld er beschikbaar is gesteld. Zo hebben we meer mogelijkheden om te controleren of geld voor personeel ook bij personeel terechtkomt. Al blijft het natuurlijk vreemd dat we in een systeem zitten waarin dat niet vanzelfsprekend is. Zeker met de enorme lerarentekorten zou je verwachten dat ook de politiek hierop toeziet."

Het cao-overleg wordt hiermee al minder schimmig

Deze uitspraak van de rechter betekent niet dat de AOb de brieven nu krijgt voordat de cao-onderhandelingen beginnen. Voor de komende onderhandelingen verandert deze rechterlijke uitspraak niets, omdat het gaat om openbaarheid achteraf. “Werkgevers krijgen dus nog steeds een voorsprong in de onderhandelingen", zegt Van der Zweep. "Wij blijven ons inzetten om dat te veranderen."

Beter zoeken

Uit de uitspraak blijkt ook dat er overlegd is tussen onderwijswerkgevers en het ministerie over de loonruimte in het onderwijs. “We vermoedden dit al, maar dat wordt nu ook door de rechter erkend”, zegt de AOb-bestuurder. De rechter schrijft in het vonnis dat hij het ‘niet zonder meer geloofwaardig acht’ dat er niks van die gesprekken op papier staat. Daarom moet de overheid veel beter gaan zoeken in e-mailboxen en archieven, want de conclusie van de rechter is dat de minister ‘geen deugdelijke zoekslag heeft verricht’.

De AOb vindt dat er een ongelijk speelveld is tijdens de cao-onderhandelingen doordat de overheid alleen met de onderwijswerkgevers communiceert over de loonruimte. “Openbaarmaking van de gespreksverslagen brengt tenminste aan het licht of de werkgevers zich wel hard hebben gemaakt voor concurrerende arbeidsvoorwaarden in tijden van tekorten”, zegt Van der Zweep.

De uitspraak is nog niet definitief. De overheid kan nog binnen zes weken in hoger beroep gaan. 

*Noot: In een vorige versie van dit nieuwsbericht is de uitspraak van de rechter niet geheel correct weergegeven. De tekst is daarom aangepast.