Een inhoudelijk en effectief oudergesprek in niet meer dan tien minuten, deze negen tips helpen je erbij. “Sla een brug tussen jouw expertise en die van ouders.”
Met een goede voorbereiding maak je een inhoudelijk en effectief gesprek van maximaal tien minuten mogelijk. Ga van tevoren na: hoe is dit kind, wat is me de afgelopen periode opgevallen en wat wil ik daarover zeggen? Gaat het goed met een kind? Weet dan ook te vertellen wat er goed gaat. Bereid je ook voor op de structuur van het gesprek. Zorg voor een welkom, een uitleg over wat je in het gesprek gaat vertellen en ruimte voor ouders om vragen te stellen. Is een vervolg nodig, maak dan afspraken over wat dat vervolg zal zijn.
Ouders willen het gevoel hebben dat je hun kind echt ziet. Daar draag je aan bij door te vertellen hoe het met het kind op school gaat, wat opvalt, zeker ook in positieve zin. “En wat mij betreft laat je de computer uit en vertel je het in woorden”, zegt Gabriëlle Bos, trainer en auteur van het boek Communiceren met ouders op de basisschool.
Duik met ouders dan ook niet achter de computer om grafieken uit het leerlingvolgsysteem te bespreken. “Laat zien wie het kind achter de toetsen is. Dat waarderen ouders.” Geef ze daarbij de ruimte om te vertellen hoe zij denken dat hun kind school ervaart of hoe hij thuis is. Op die manier ontstaat daadwerkelijk een gesprek, een wederzijdse uitwisseling van kennis en informatie.
Jij bent de onderwijsexpert. Als geen ander weet je hoe het met een leerling op school gaat. Maar als het om het kind gaat, zijn ouders de experts. Zij kennen hun kind door en door. Beschouw hen dan ook als een waardevolle extra bron van informatie om jouw beeld van een leerling compleet te krijgen. “Op die manier werk je toe naar gelijkwaardigheid waarin ieder zijn eigen expertise heeft”, zegt Bos. “En omdat jij de leerkracht bent, is het aan jou om een brug te slaan tussen jouw expertise en die van ouders.”
Vertoont een leerling moeilijk gedrag? Met een onderzoekende houding in plaats van een absolute, heb je de meeste kans van slagen om daarover echt in gesprek te raken met ouders. ‘Herkent u dat’, is de belangrijke vraag. “Als ouders die bevestigend beantwoorden, geeft dat opluchting over en weer”, zegt Bos. “En dat geeft ruimte om samen te kijken wat je kunt doen om het kind te helpen.” Herkennen ouders het gedrag niet, zoek dan samen naar overeenkomsten en verschillen tussen school en de thuissituatie. “Misschien ontdek je samen dat het gedrag te maken heeft met afstemming school-thuis.” En: “Je mag best zeggen dat je het lastig vindt om met het gedrag van het kind om te gaan. De meeste ouders zullen zich realiseren dat er inderdaad een probleem is waar je samen een oplossing voor moet gaan vinden.”
Verwijten naar je hoofd geslingerd krijgen is nooit leuk, het raakt je in je intenties en je professionaliteit. De kunst is om niet in de verdediging te schieten en door te vragen. Help jezelf door vanuit je professionaliteit na te gaan wat er precies aan de hand is. Vraag wat er gebeurd is. Op die manier onderzoek je waar het verwijt vandaan komt en waarom ouders ermee komen. Over het algemeen ligt onder een verwijt de zorg van ouders voor hun kind en de wens dat dingen goed gaan. Dat is ook jouw intentie als leerkracht. Je hebt dus iets gezamenlijks en doorvragen helpt om dat te benoemen. ‘Wat maakt dat u vindt dat ik het anders had moeten doen?’ Betreft het een aanpak of voorval waarvan je weet dat het is misgegaan, geef dat dan aan. Vertel dat je inziet dat je het anders had moeten doen en dat je het een volgende keer anders aanpakt. Dat geeft ouders het vertrouwen dat ze met hun verhaal bij je terechtkunnen, dat je luistert en bereid bent dingen anders te doen.
Kijk hoeveel gesprekken je achter elkaar aankan en houd je daaraan. Plan een pauze tussendoor.
Als starter is het helemaal niet gek om zenuwachtig te zijn voor oudergesprekken. In korte pauzes tussen gesprekken door kun je nagaan wat goed ging en wat je in de volgende gesprekken wellicht anders kunt doen.
“Zie je als een berg tegen een gesprek op omdat je eerder een vervelende ervaring met deze ouders hebt gehad, dan roep je het bijna over jezelf af dat het opnieuw frustrerend zal zijn met ze te praten”, zegt Bos. “In dat geval is meer nodig dan een tienminutengesprek. Bespreek dit met je directeur en kijk samen hoe je dit kunt oplossen.”
Laat je niet verleiden tot uitspraken over collega’s. Vraag of ouders dit met de betreffende leerkracht hebben besproken of wat zij willen dat jij ermee doet.
Het tienminutengesprek maakt deel uit van het totale oudercontact. Bekijk als team jaarlijks of dat oudercontact nog wel de vorm heeft die voldoet. Verandert er iets, communiceer dat dan duidelijk naar ouders.