Sinds augustus 2021 is Tamar van Gelder voorzitter van de AOb. Samen met vier anderen vormt ze het dagelijks bestuur van de bond – met veel plezier. Haar visie is dat de leden de koers bepalen; zij weten immers wat er speelt in het onderwijs. De AOb is er om ze te ondersteunen, zodat ze ook zelf aan de slag kunnen met kwalitatief goed onderwijs. Tamar reist het hele land door om onderwijsmedewerkers daarin bij te staan.

Een familiepassie

Tamar werkte voorheen als opleidingsmanager in het mbo. “Ik zag dingen waarvan ik dacht: huh, waarom praten de docenten hier niet over mee, dat moet toch anders kunnen?” Haar vader en opa waren lange tijd actief in de bond en het onderwijs, dus het zit in haar bloed. Ze besloot zich kandidaat te stellen voor het dagelijks bestuur en werd gekozen. Ze vervult nu de rol als voorzitter. “Mijn werk is uitdagend omdat het nooit af is; het kan altijd beter. Daarvoor vlieg ik van hot naar her, naar de Tweede Kamer, een schoolbezoek en weer terug naar kantoor. Dat maakt elke dag anders.”

Een stem voor de leraar

“Werken voor een vakbond is uniek. We zijn onderdeel van een ledendemocratie. Zij bepalen het beleid, wij adviseren, zetten de koers uit en staan hen bij in alle zaken waarin dat nodig is. Dat is echt anders dan werken voor enkel een baas. Samen geven we onderwijsmedewerkers een stem. Zij zijn immers de sleutel tot goed onderwijs; zo kunnen we tegenwicht bieden. Met onze lange adem en de kennis en expertise die we in huis hebben, scherpen wij de politiek aan. Zo leggen we een basis voor het onderwijs.”

Bij de AOb staan we voor goed opgeleide leraren. Zo dragen we bij aan goed onderwijs en een rechtvaardige maatschappij. Dat is onze missie.

Iedereen draagt bij aan het onderwijs

”Ik en al mijn AOb-collega's varen dezelfde koers. Zo helpen we met de verbetering van het onderwijs. Uiteraard spelen we in op politieke, actuele en maatschappelijke ontwikkelingen. Dat maakt werken bij de bond heel afwisselend. Sluit je dus snel aan en word mijn collega. Dat is leuk voor ons en goed voor het onderwijs.”