Leden bepalen het beleid

Drie jaar geleden rondde Roos Bonnemaijers haar studie bestuurskunde en minor in onderwijswetenschappen af. Hierna volgde ze haar passie voor het onderwijs en begon op 22-jarige leeftijd als beleidsmedewerker bij de Algemene Onderwijsbond. Ze ondersteunt de stem van onderwijspersoneel en leden van de bond door op te halen wat er speelt en dit te vertalen in een advies voor het dagelijks bestuur van de AOb. Zo kunnen zij de juiste richting bepalen voor de bond.

Een onderwijsfamilie

Roos haar interesse voor het onderwijs viel niet zomaar uit de lucht. Ze groeide op in een onderwijsfamilie: haar moeder geeft les aan verpleegkundigen en haar vader is leraar Frans. Ze ging haar ouders achterna maar niet door voor de klas te staan. “Ik koos de studie bestuurskunde om invloed uit te oefenen en bij te dragen aan de maatschappij. Dat leidde tot een baan als beleidsmedewerker bij de AOb.”

Passend onderwijs voor iedereen

Een van de beleidsadviezen waar Roos erg blij mee is, is het formuleren van een landelijke norm voor basisondersteuning passend onderwijs. “Het is superbelangrijk dat ieder kind zichzelf kan zijn en individuele zorg en ondersteuning krijgt waar nodig. Zowel in het regulier als speciaal onderwijs. Maar daarvoor hebben leraren vaak handen en tijd te kort. Dat schrikt nieuwe docenten af om voor dit vak te blijven kiezen.” “Met een landelijke norm voor basisondersteuning helpen we leraren én leerlingen. We zijn volop bezig met achterhalen wat er nodig is om voor iedereen het onderwijs passend te maken en daarmee weer een stuk van het onderwijs te verbeteren.”

Van jong tot oud

Roos haar bijdrage in het onderwijs geeft haar veel voldoening. De AOb is voor haar als starter een fijne en motiverende plek om te werken. “Hier krijg je de kans om op jonge leeftijd invloed uit te oefenen in het onderwijs. Je krijgt veel vertrouwen en autonomie, en je wordt enorm gewaardeerd. Door verjonging van de bond kunnen we een nog grotere doelgroep aanspreken en nog meer mensen in het onderwijs helpen. Ik vind het leuk dat ik daaraan kan bijdragen.”