Uitzendbureaus ontwrichten arbeidsmarkt primair onderwijs
Het lerarentekort leidt in de randstad tot wildwesttaferelen. De explosief groeiende vraag naar invallers in het basisonderwijs trekt commerciële uitzendbureaus die de prijzen opdrijven. Amsterdamse schoolbesturen zinnen op maatregelen.
Uitzendbureaus bieden beginnende leerkrachten het salaris van een docent met vijftien jaar ervaring. Zij-instromers kunnen op kosten van detacheringsbureaus in één jaar een pabo-diploma halen. Zij doen tijdens hun studie werkervaring op en krijgen daarvoor een vergoeding van 800 tot 1300 euro per maand. En onderwijsassistenten ‘die het aandurven zelfstandig groepen te draaien’ kunnen na een training van drie dagen aan de slag als invaller op een basisschool.
Wildgroei
“We hebben te maken met een wildgroei van bureautjes”, stelt Joke Middelbeek, directeur van de Stichting Westelijke Tuinsteden die zestien openbare basisscholen in Amsterdam Nieuw-West bestuurt. “Die bureaus concurreren met elkaar op arbeidsvoorwaarden en drijven daarmee de prijzen op. Amsterdamse basisscholen krijgen jaarcontracten aangeboden waarin 100 duizend euro voor een leerkracht wordt gevraagd, terwijl een fulltimer in vaste dienst 60 duizend euro kost. Waar eindigt dit?”
Schoolbesturen gaan overleggen hoe zij het kaf van het koren kunnen scheiden
De Amsterdamse schoolbesturen, verenigd in het Breed Bestuurlijk Overleg (BBO), hebben begin januari de uitzendbureaus die actief zijn in het basisonderwijs uitgenodigd voor een gesprek over de ontwrichting van de arbeidsmarkt. “Er zaten partijen bij waar ik nog nooit van gehoord had”, stelt Middelbeek, die ook voorzitter is van het BBO. “Nieuwkomers die snel geld willen verdienen aan het lerarentekort waar gevestigde bureaus ook last van hebben.” Omdat jonge leerkrachten ook vaak voor het snelle geld gaan, moeten de invalpools die schoolbesturen zelf hebben opgezet dagelijks nee verkopen. Scholen zijn dan aangewezen op de uitzendbureaus die toptarieven in rekening brengen.
Slaatje slaan
De Amsterdamse schoolbesturen gaan met elkaar overleggen hoe zij “het kaf van het koren kunnen scheiden”. Dat is niet makkelijk, want er is geen keurmerk waarmee bonafide ondernemers zich onderscheiden van de snelle jongens die een slaatje slaan uit het lerarentekort. Of het BBO zelf een lijst gaat opstellen, kan Middelbeek nog niet zeggen. “We hebben in Amsterdam 43 schoolbesturen en het duurt wel even voordat je die op één lijn hebt.”
Lees het verhaal uit het Onderwijsblad van februari 2018: ‘De jacht op de invalleerkracht’.