Verdeeldheid over instroomtoetsen pabo
Onzinnige toetsen voor aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek kosten de pabo’s veel instroom, vooral aan voltijdstudenten. Dat vinden de tegenstanders. Voorstanders zijn juist blij met de hogere kwaliteit van instromende studenten en een lagere uitval in het eerste studiejaar. Hoe moet het verder met de instroomtoetsen?
“De instroomtoetsen voor de pabo zijn echt pittig.” Sterker, Erik Tillema, oud-leerkracht en oud-adjunctdirecteur van een basisschool, zou er zelf voor zakken. Dat weet hij zo zeker omdat hij voor de zomervakantie samen met zijn dochter, die naar de pabo wilde, veel oefentoetsen aardrijkskunde en natuur & techniek heeft gemaakt. En dat bleek pittig.
Leerdoel aardrijkskunde: beschrijf en verklaar de landschapsvormende werking van exogene en endogene krachten
Een leerdoel voor aardrijkskunde is bijvoorbeeld dat de aspirant-student ‘de landschapsvormende werking van exogene en endogene krachten moet kunnen beschrijven en verklaren’. Voor natuur en techniek moet de aspirant-student ‘de onderdelen van cellen kunnen benoemen en enkele functies daarvan toelichten’, en voor geschiedenis ‘het ontstaan van staten binnen Europa uitleggen aan de hand van het Bourgondische Rijk’. En dat voor aspirant-studenten die in deze vakken juist geen eindexamen hebben gedaan.
Weekdieren
Waanzin, vindt Tillema, die er een ingezonden brief over schreef in de Volkskrant en er nu over praat met het Onderwijsblad. Die kennis over aardrijkskunde, geschiedenis of natuur en techniek kan je als student toch opdoen tijdens de pabo-opleiding zelf? En anders is er later nog altijd de lesmethode. “Als ik morgen in groep 7 een les moet geven over weekdieren, ga ik er vanavond even goed voor zitten en dan weet ik het weer.”
Trouwens: waarom toetsen we op voorhand eigenlijk nodeloze parate kennis en kijken we niet naar motivatie? “Vanaf de lagere school roept mijn dochter dat ze leerkracht wil worden op een basisschool. Willen we een heel erg gemotiveerd iemand voor de klas, of iemand die heel veel weet van aardrijkskunde?”
We zouden eigenlijk moeten flyeren: kom naar dit prachtige vak
Nee, die toelatingstoetsen zijn overbodig, vindt Tillema. Sterker, ze kosten de pabo’s een heleboel studenten. En dat terwijl we met de huidige lerarentekorten iedereen nodig hebben. “We zouden op straat moeten flyeren: Kom naar dit prachtige vak. In plaats van voor de start van de pabo onzinnige hindernissen op te werpen.”
Dat we leerkrachten hard nodig hebben, staat buiten kijf. Net als het feit dat de toetsen veel instroom kosten. Toen ze werden ingevoerd, in 2014, kelderde de instroom van de voltijd-pabo’s van 5200 naar 3400 eerstejaarsstudenten. Sindsdien krabbelt de instroom langzaam op (we zitten nu voor landelijk op 4000 instromers voor de voltijdopleidingen), maar het scheelt nog steeds zo’n duizend nieuwe studenten per jaar. Dat doet pijn, in deze tijden van tekorten.
Pabo’s hoeven geen basale kennis meer bij te spijkeren en kunnen ze meteen de diepte in
Maar de toetsen hebben ook voordelen, in elk geval in theorie. Zo verhogen ze de kwaliteit van de instroom. Havisten die geen eindexamen hebben gedaan in geschiedenis, aardrijkskunde of natuur en techniek, laten met de toelatingstoetsen zien dat hun basiskennis op goed niveau is. En mbo’ers maken sowieso alle drie de toetsen.
Daardoor hoeven de pabo’s geen basale kennis meer bij te spijkeren bij de eerstejaars en kunnen ze meteen de diepte in met het onderwijs. Dat is goed voor de kwaliteit van de afgestudeerden. Ook heel belangrijk: het vermindert de uitval in het eerste pabo-jaar. Tenminste, in theorie.
De grote vraag is natuurlijk of dat ook in de praktijk zo werkt. Volgens hoogleraar Frank Cörvers hebben de toelatingstoetsen er niet toe geleid dat er studenten met hogere eindexamencijfers instromen bij de pabo’s. ‘De selectie is een flop, zou je kunnen zeggen’, verklaarde Cörvers vorig jaar in Trouw.
Verspillen
Aan de andere kant is de uitval in het eerste jaar van de pabo door de toetsen wel behoorlijk gedaald: van ruim 18 procent in 2014 tot 11 à 12 procent in de jaren daarna. Dat is goed nieuws, ook voor studenten zelf, die nu minder kans lopen een studiejaar te verspillen.
Maar om het ingewikkeld te maken lieten vooral mbo’ers zich afschrikken door de toetsen, waardoor de lerarenopleidingen in één klap een groot deel van hun allochtone instroom kwijtraakten. ‘De pabo wordt steeds witter’, kopte het Onderwijsblad al in 2017. En dat is weer slecht nieuws voor basisscholen in de grote steden, die soms staan te springen om diversiteit in hun team. Of sowieso om leerkrachten.
Kortom: de toetsen hebben voor- en nadelen. En de meningen zijn er dan ook over verdeeld. Zo verklaarde Titia Bredée, destijds collegevoorzitter van de Hogeschool iPabo in Amsterdam, in het Onderwijsblad dat ze vierkant achter de instroomtoetsen stond. ‘Al moeten we er wel voor zorgen dat talenten uit het mbo, die bagage voor de pabo missen, een inhaalslag kunnen maken.’ Dat laatste gebeurt inmiddels ook: er zijn oefen-websites, ondersteuningsdagen, schakelprogramma’s en voorbereidende lessen die studenten in het laatste jaar van het mbo of de havo kunnen volgen. Al hebben die leerlingen in dat laatste jaar ook wel weer iets anders te doen, zoals zich voorbereiden op hun eindexamen.
Het onderwijs is over de toelatingstoetsen zo verdeeld als de Britten over de Brexit
Aan de andere kant van het spectrum van voor- en tegenstanders vinden we, naast oud-leerkracht en vader Tillema, opleidingscoördinator Frank Bordui van de Hogeschool Zeeland. Hij verklaarde afgelopen zomervakantie in de Provinciaalse Zeeuwse Courant de toetsen ‘belachelijk’ te vinden. ‘Een rare, slechte maatregel. Hiermee ontneemt de overheid jonge mensen de kans om leraar te worden, terwijl ze dat met hart en ziel willen.’
Kortom, het onderwijs is over de toelatingstoetsen zo verdeeld als de Britten over de Brexit. Gelukkig komt er nog dit jaar een beleidsevaluatie, vertelt Barbara de Kort, voorzitter van het Landelijk Overleg Lerarenopleiding Basisonderwijs (Lobo). Daaruit zal blijken welke effecten de toetsen gehad hebben en of er iets moet veranderen.
Dat het instroom scheelt in de voltijdopleiding, staat als een paal boven water
Volgens haar is in elk geval duidelijk, dat de toetsen anders hebben uitgepakt dan de bedoeling was. “Het doel van de toetsen was oorspronkelijk om het kennisniveau van de instromende eerstejaars te borgen.” De aspirant-studenten konden zich immers op de toets voorbereiden en zo hun kennis op voldoende peil brengen. “Maar de toetsen blijken een afschrikwekkende werking te hebben waar we van tevoren al voor gewaarschuwd hadden. En dat dat instroom scheelt, staat als een paal boven water. Aan de andere kant moet je niet alleen naar de voltijdopleidingen kijken: de deeltijdopleidingen en de opleidingen van zij-instromers stijgen gigantisch.”
Dus wat vindt zij? Wegen de voordelen van de instroomtoetsen op tegen de nadelen? “Ik ben erg benieuwd naar de beleidsevaluatie”, zegt De Kort. “Daarna kunnen we conclusies trekken.”