Alle

‘Vaag en wollig’ is de kritiek op nieuwe curriculum

‘Weinig concreet’, ‘vaag’ of ‘wollig’ zijn reacties van docenten op de gisteren gepresenteerde voorstellen voor het nieuwe curriculum. Ze zijn kritisch en merken dat de curriculumherziening niet leeft bij collega’s.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

curriculum-2

Beeld: Typetank

Als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Wiskundeleraren volgde docent in het vmbo Ebrina Smallegange de curriculumontwikkelingen van haar leergebied rekenen & wiskunde nauwgezet. “Waar ik blij mee ben is dat het ontwikkelteam erkent dat wiskunde een omvangrijk vak is en dat het niet met minder toe kan. Daarnaast vind ik de extra aandacht voor statistiek heel positief.”

Zorgen

Maar, er zijn zorgen. Zo is de voorgestelde vernieuwing voor vmbo-t veel te 'abstract'. Smallegange: “Ze zijn doorgeschoten bij de algebra-bouwstenen, zoals haakjes weghalen en het werken met x-en y-formules. Ze willen veel verder gaan dan de huidige exameneisen terwijl de onderbouw van het vmbo maar twee jaar duurt en veel leerlingen doorstromen naar het mbo waar ze die abstracte formules helemaal niet nodig hebben. Ik mis de verantwoording waarom hiervoor is gekozen. Op het vmbo gaat het veel meer om wiskunde toepassen.” Daarnaast had de wiskundedocent hogere verwachtingen over de samenhang tussen de vakken. “In de voorstellen staat niks over echte samenwerking en wat er bij welk vak wordt geleerd. Hier zijn we dus niks mee opgeschoten.”

Wiskundedocent vmbo Ebrina Smallegange: 'De voorgestelde vernieuwing voor vmbo-t is veel te abstract'

Smallegange vindt het proces inefficiënt. “In de ontwikkelteams missen curriculum-specialisten. Dat is echt een vak apart. De docenten die zich hierover bogen kregen te weinig tijd en een immens grote opdracht. Als ze naar het curriculum in de bovenbouw kijken, is het beter om de problemen die er al zijn onder de loep te nemen. En niet van nul af aan beginnen.”

Echte problemen

Wat bestuursvoorzitter Jeroen Goes van Fluvium (20 openbare basisscholen) merkte is dat het curriculum niet leeft onder zijn leerkrachten. De voorstellen lossen volgens hem niet de echte problemen op. “Dan heb ik het over het lerarentekort, de kansenongelijkheid en de achteruitgang van de taal- en rekenprestaties. Dit curriculum suggereert dat het onderwijs een blik naar binnen heeft en niet met de wereld meegaat. Goede scholen gaan al mee met digitale ontwikkelingen en veranderen voortdurend. Voorlopig ga ik hier niet de boel op z’n kop zetten. Het lerarentekort is ons grootste probleem.”

Bestuursvoorzitter Jeroen Goes: 'Dit curriculum suggereert dat het onderwijs een blik naar binnen heeft en niet met de wereld meegaat'

In totaal zijn er negen voorstellen voor leergebieden opgeleverd. Expertisecentrum SLO gaat op basis daarvan kerndoelen en eindtermen maken. Docent Duits Martin Ringenaldus bekeek het leergebied Engels en moderne vreemde talen. “Het voorstel is vaag, het taalgebruik wollig en ik heb geen idee wat het voor mijn lessen betekent. Een curriculumherziening is prima, maar zet erin wat je leerlingen wilt leren. Welke woordenschat hebben ze nodig, welke uitdrukkingen en thema’s.”

Vooral Engels

Het voorstel is vooral voor Engels geschreven, vindt de docent. “Zo staat er vaak in ‘verder ontwikkelen’, maar Duits en Frans krijg je helemaal niet op de basisschool. Dus hoezo ‘verder ontwikkelen’? Waarom moet Engels een status hebben boven deze talen? Ik mis de onderbouwing daarvan.” Daarnaast is de spagaat van Ringenaldus vaak dat hij zijn leerlingen moet voorbereiden op het examen waarin vooral leesvaardigheid wordt getoetst. “Examens oefenen is belangrijk want anders halen ze het examen niet, maar de taal leren ze daar niet van. Daar geeft het voorstel helaas geen oplossing voor.”

Marjonne Maan geeft geschiedenis op Gymnasium Haganum. Zij is ook kritisch op het voorstel voor haar vakgebied mens & maatschappij. “Het voorstel is vaag. Inhoudelijk wordt bijvoorbeeld niet duidelijk of je wel of geen les in de Holocaust moet geven. In de geschiedenis vragen wij ons internationaal af of we niet te veel met een westerse blik lesgeven. Daarover gaat het niet.”

Teruggeven

Theo Douma, voorzitter van de ontwikkelgroep van Curriculum.nu, zei in een interview op deze website dat de huidige kerndoelen vaag zijn, waardoor vooral de lesmethodes nu bepalen wat er wordt geleerd. ‘Wij wilden weer expliciet maken wat leerlingen moeten kennen en kunnen, zodat leerkrachten hun eigen keuzes kunnen maken. Wij willen het onderwijs weer teruggeven aan degenen die voor de klas staan.’

Lees ook: Reactie van AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen: ‘Nieuw curriculum vereist tijd, ruimte en middelen’ en de belangrijkste veranderingen per leergebied in één minuut