'Suggestie extra geld primair onderwijs volstrekt onjuist'
De ‘extra' 285 miljoen euro voor het primair onderwijs die het ministerie van Onderwijs vandaag suggereert, is niet meer dan de gewone loonruimte van drie procent voor de hele publieke sector.
Beeld: Rijksoverheid
Vandaag meldt het ministerie van Onderwijs in een persbericht dat het kabinet structureel 285 miljoen euro beschikbaar stelt voor een hoger salaris in het primair onderwijs. Minister Slob doet daarnaast een oproep aan de cao-partijen om afspraken te maken over de besteding van dit geld.
'Extraatje'
“De suggestie is dat het een speciaal extraatje is, maar dat is het niet", zegt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen. "Het gaat om de gewone loonruimte van iets meer dan 3 procent. Deze loonruimte geldt voor alle ambtenaren, alle medewerkers in het onderwijs, alle agenten en al het zorgpersoneel. En ik vermoed uiteindelijk ook voor de minister zelf. Op die manier loopt de publieke sector een beetje in de pas met de lonen in het bedrijfsleven. Door vandaag te focussen op het basis- en speciaal onderwijs lijkt het of er extra wordt gewerkt aan het lerarentekort. Dat is volstrekt onjuist.”
AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen: 'De suggestie is dat het een speciaal extraatje is, maar dat is het niet'
Cao
Verheggen ziet het liefst ook snel een cao in het primair onderwijs rondkomen, maar het budget van 285 miljoen euro is te krap om het werken in het basis- en speciaal onderwijs echt aantrekkelijker te maken. "We hebben geld nodig voor het speciaal onderwijs, voor schoolleiders, voor loonsverhoging in algemene zin én we willen de loonachterstand ten opzichte van de markt wegwerken", aldus de AOb-voorzitter. "De cijfers van de Oeso, de internationale denktank van rijke landen, die gisteren verschenen, lieten nog eens duidelijk zien dat het primair onderwijs een enorme loonkloof kent ten opzichte van de arbeidsmarkt. Als de minister wil dat er snel een cao komt, dan moet hij deze Prinsjesdag écht gaan investeren in onderwijs."
