Alle

Onderwijswethouders G4: ‘Minister moet onderwijscrisis bezweren’

De onderwijswethouders van de vier grote steden doen nogmaals een noodkreet aan onderwijsminister Arie Slob om de onderwijscrises in hun steden te bezweren. Ze pleiten voor structurele middelen, toelages voor het werken in de grote stad en Slob moet ruimte bieden voor ‘onorthodoxe maatregelen’. De minister heeft, volgens de wethouders, een te rooskleurig beeld van de tekorten.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

021118-oba_ijplein-mw_moorman-tff3974

Beeld: Gemeente Amsterdam

Vandaag stuurden onderwijswethouders Marjolein Moorman (Amsterdam), Said Kasmi (Rotterdam), Anke Klein (Utrecht) en Hilbert Bredemeijer (Den Haag) een brief met hun noodkreet aan de minister en aan de Tweede Kamer. Alle vier maken ze zich grote zorgen over het lerarentekort in hun stad en hoe die de onderwijskansen van kinderen bedreigen. ‘Er is geen garantie op goed onderwijs’, schrijven de wethouders. ‘En dat raakt alle leerlingen.’

Structurele investeringen

Om de acute problemen het hoofd te bieden drukken de wethouders de minister op het hart structurele investeringen te doen in het onderwijs. Alleen incidenteel geld lost de problemen in de steden niet op. ‘De grote uitstroom van leraren uit de grote steden kan niet met een incidenteel miljoen worden gestopt. Daarvoor is de crisis veel te groot’, zo staat in de brief. Zonder structurele investeringen moeten scholen teruggrijpen op noodmaatregelen.

De grote uitstroom van leraren uit de grote steden kan niet met een incidenteel miljoen worden gestopt. Daarvoor is de crisis veel te groot

Slob zou het mogelijk moeten maken dat leraren in het primair en speciaal onderwijs in de grote steden een hoger salaris ontvangen. ‘Lesgeven in een grootstedelijke context vraagt immers meer van een leraar dan lesgeven buiten de G4’, schrijven de wethouders. Ook zijn de kosten voor levensonderhoud hoger in de stad. Nu stelt het ministerie per jaar 63 miljoen euro beschikbaar voor het voortgezet onderwijs zodat docenten naar een hogere salarisschaal kunnen doorstromen. Hierdoor is de salariskloof met het primair onderwijs groter.

Naast deze maatregelen moeten onderwijsassistenten meer mogelijkheden krijgen om de pabo te volgen en ook voor zij-instromers moeten betere begeleidingstrajecten worden ingericht.

In de grote steden lopen de lerarentekorten op. Volgens de wethouders zijn er in de vier steden 662 leraren te weinig. Bovendien ligt het aantal nog veel hoger, omdat scholen nu grijpen naar noodoplossingen, zoals onbevoegden voor de klas en vollere klassen en mensen zonder onderwijstaak toch voor de klas.

Rooskleurig

De minister heeft in zijn ramingen bovendien een te rooskleurig beeld van de tekorten, menen de wethouders, omdat hij in zijn berekeningen niet alle huidige tekorten meeneemt. De grote steden gaan daarom door met het zelf monitoren van de tekorten.

De komende weken zullen de schoolbesturen uit de grote steden hun noodplannen presenteren. Het gaat om noodmaatregelen die voor de korte termijn uitkomst moeten bieden, zoals klassen vergroten of een vierdaagse lesweek invoeren. ‘Vasthouden aan de wettelijke urennorm met het huidige tekort aan leraren gaat nu ten koste van de kwaliteit van de lessen en de gezondheid van de medewerkers’, schrijven de wethouders.

De noodplannen bedreigen de onderwijskansen van kinderen in grote steden. ‘Wij vrezen voor een situatie waarin niet alleen de onderwijskwaliteit in zijn geheel achteruitgaat voor alle kinderen, maar dit vooral de kinderen treft voor wie goed onderwijs het grootste verschil maakt.’