Inspectie wijst besturen op verantwoordelijkheid
Te weinig kinderen halen het taal- en rekenniveau dat ze nodig hebben om zich later te redden in de maatschappij en het vervolgonderwijs. Dat blijkt uit de Staat van het Onderwijs 2023, die de Onderwijsinspectie vanochtend heeft gepubliceerd. Op weg naar verbetering moeten besturen volgens de inspectie meer werk maken van professionalisering en beginnende leraren beter begeleiden.
Evenals vorig jaar heeft de inspectie veel aandacht voor het lerarentekort en de bedreiging die het vormt voor de continuïteit en kwaliteit van onderwijs. De term lerarentekort valt in de Staat 62 keer. "Het is daarom des te zorgwekkender dat de regering de lonen van leraren niet mee wil laten stijgen met de inflatie", reageert AOb-voorzitter Tamar van Gelder. "Naar verwachting zal dit het vak niet aantrekkelijker maken en mogelijk het lerarentekort verder doen oplopen. Met alle negatieve gevolgen van dien."
Landelijk beeld
Voor het eerst in enkele jaren heeft de inspectie weer een landelijk beeld van de beheersing van de zogenoemde referentieniveaus die leerlingen volgens de wet moeten halen voor taal en rekenen. In het basisonderwijs is onduidelijk of de basisvaardigheden verbeteren of verder achteruitgaan, maar ze zijn in elk geval niet op het gewenste niveau.
Voor lezen worden in het basisonderwijs de minimale wettelijke eisen en ambities weliswaar ruimschoots gehaald, maar dat geldt niet voor andere vaardigheden zoals rekenen en schrijven. Ook de beheersing van de ambitieuzere zogenoemde streefniveaus voor beheersing van basisvaardigheden, is over het algemeen onder de maat.
Een vergelijking van referentieniveaus met voorgaande jaren is niet meer mogelijk
Sinds de komst, in 2015, van nieuwe toetsaanbieders die concurreren met het Cito, had de inspectie geen landelijk beeld meer van het taal en rekenniveau van leerlingen aan het einde van de basisschool. Dat kwam doordat de toetsen van de verschillende aanbieders onderling niet goed vergelijkbaar waren. Dat is nu deels opgelost. De beheersing van de referentieniveaus voor het afgelopen schooljaar 2021-2022 is in kaart gebracht, maar een vergelijking met voorgaande jaren is niet meer mogelijk.
Bevoegde leraren
Voor het eerst heeft de inspectie inzicht in de beheersing van de referentieniveaus taal op mbo-niveau 2, 3 en 4. Van de afgestudeerde mbo-2 studenten haalt 15 procent voor lezen niet het vereiste op niveau 2F en 30 procent van de mbo-4 studenten beheerst niet het voor deze studenten hogere vereiste niveau 3F. “Wij pleiten al jarenlang voor het werken met bevoegde leraren in het mbo”, zegt Van Gelder. “Dat is de meest voor de hand liggende manier om de verbetering van de vakdidactiek door te voeren die volgens de inspectie nodig is om het onderwijs in de basisvaardigheden in het mbo op een hoger niveau te brengen.”
De inspectie wijst op 'enkele lichtpunten'
De inspectie wijst wel op 'enkele lichtpunten' in de ontwikkeling van basisvaardigheden en gelijke kansen die laten zien dat 'we' onder het nieuwe kabinet 'de goede weg ingeslagen zijn'. Zo is de leervertraging door corona op het vlak van begrijpend lezen Nederlands verdwenen. Bij rekenen en spelling zijn de negatieve effecten op deze leergroei nog wel duidelijk, maar relatief minder groot voor leerlingen uit sociaaleconomisch zwakkere milieus. Ook het feit dat leerlingen met een meervoudig vo-advies in minimaal 51 procent van de gevallen terechtkomen op het hoogste van deze adviezen, of zelfs nog daarboven, is volgens de inspectie hoopgevend.
Zorgwekkende signalen
Van Gelder waarschuwt dat de weg naar oplossingen doodloopt als het lerarentekort niet wordt opgelost. "Het is niet onwaarschijnlijk dat de onderwijsinspectie over enkele jaren moet concluderen dat de enkele lichtpunten, en de goede ingeslagen weg tevergeefs zijn geweest, doordat door het lerarentekort de onderwijskwaliteit is gedaald."
Tegenover de lichtpunten staan in het inspectierapport zorgwekkende signalen wat betreft de ontwikkeling van het niveau van de basisvaardigheden. Zo behaalde een vijfde van de havo- en vwo-leerlingen in het afgelopen schooljaar een onvoldoende voor het centraal eindexamen Nederlands.
We moeten ervoor zorgen dat schoolbesturen de rode loper uitrollen
Het lerarentekort is en blijft de grootste bron van problemen, maar de inspectie richt zijn pijlen dit jaar ook uitdrukkelijk op de schoolbesturen. Die zouden bij de verbetering van de basisvaardigheden 'meer regie moeten nemen'. Dit betekent volgens de inspectie dat zij heldere en ambitieuze doelen moeten stellen waar het gaat om de beheersing van de referentieniveaus. Van de besturen in het primair onderwijs heeft 28 procent de kwaliteitszorg voor het onderwijs in basisvaardigheden niet op orde. Daarnaast moeten besturen beginnende leraren beter begeleiden en prioriteit geven aan hun professionalisering. Ten slotte wijst de inspectie erop dat besturen leraren en docenten beter moeten betrekken bij het bepalen van beleid, ambities en doelstellingen. Volgens van Gelder is het belangrijk, zeker in tijden van tekorten dat besturen voorrang geven aan professionalisering. "Om het lerarenlek tegen te gaan moeten we er voor zorgen dat schoolbesturen de rode loper uitrollen."
Blijf op de hoogte van al het onderwijsnieuws. Schrijf je in voor de nieuwsbrief Onderwijsblad.