Alle

'Ik zie hoe hoog de werkdruk in het onderwijs is'

Docenten kunnen niet gedwongen worden om buiten de reguliere werktijden in de avonden of weekenden te werken, onderstreepte minister Ingrid van Engelshoven vandaag in de Tweede Kamer tijdens een debat over het middelbaar beroepsonderwijs. “Zo doen we dat niet in dit land.”

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

van-engelshoven

Beeld: Livestream Tweede Kamer

De minister zegt dat ze verkeerd begrepen was deze week, toen haar woorden over het wegwerken van achterstanden heel anders werden uitgelegd. Ze nam even de tijd om de zorgen in de Kamer weg te nemen. “Daar was ik heel ongelukkig mee. Ik wens juist niét dat we met z’n allen in de avonden en weekenden werken, omdat ik als geen ander zie hoe hoog de werkdruk in het onderwijs is geweest.”

Wat ze wel bedoelde: als alle partijen nou heel graag op een zaterdag aan de slag willen, dan zal ze daar geen stokje voor steken. Werkgevers die afwijkende roosters willen opstellen, moeten daarmee langs de ondernemingsraad, aldus de minister. “In een normale relatie tussen werkgever en werknemer kun je niet zomaar eenzijdig werktijden veranderen.”

In een normale relatie tussen werkgever en werknemer kun je niet zomaar eenzijdig werktijden veranderen

Want de minister onderkende: mbo-docenten werken zich al een slag in de rondte om het onderwijs in deze corona-crisis in de lucht te houden. Daar stond ze niet alleen in. Vanuit de Tweede Kamer was unaniem lof en waardering voor de sector. “Een diepe buiging”, aldus SP-Kamerlid Peter Kwint. Tegelijkertijd snakt iedereen - zowel studenten als personeel - ernaar om elkaar écht te zien. Voor praktijklessen mochten de scholen deze week weer van start, maar wat is het perspectief voor na de zomervakantie?

In gesprek

Op die vraag moest Van Engelshoven het antwoord vandaag schuldig blijven. Belangrijk is hoe de druk op het openbaar vervoer in goede banen kan worden geleid, net als bij het hoger onderwijs. Daarover is de minister nog in gesprek met mbo-scholen en vervoersbedrijven. Aan het omstreden onderwijs-tijdslot van 11.00 tot 15.00 uur - om studenten in het mbo en hoger onderwijs buiten te spits te houden - valt niet te tornen. Al is het “verre van optimaal”, erkende Van Engelshoven.

Discriminatie

Wel kon de minister iets anders toezeggen: ze gaat aan de slag met een voorstel van D66-partijgenoot Paul van Meenen om studenten te behoeden voor stagediscriminatie. Dat idee komt erop neer dat mbo-instellingen zelf de beschikbare stageplaatsen verzamelen voor - in elk geval beginnende - studenten. Die kunnen dan via de school erop solliciteren. Studenten met een niet-Nederlandse achternaam komen nog altijd moeilijker aan een stageplaats.

“De eerste kennismaking van studenten die niet toevallig Van Meenen of Smals heten met de arbeidsmarkt is discriminatie”, aldus het D66-Kamerlid, met een knipoog naar zijn VVD-collega Bart Smals.

De eerste kennismaking van studenten die niet toevallig Van Meenen of Smals heten met de arbeidsmarkt is discriminatie

Die vindt dat het plan het paard achter de wagen spant, en dat de discriminatie zelf niet aangepakt wordt. En welke gevolgen heeft dit voor het toch al grote gebrek aan stageplekken? Het tekort aan stageplaatsen en leerwerkplekken is inmiddels opgelopen tot 19 duizend, zo bleek tijdens het debat. “We moeten iets proberen, want de situatie rond stagediscriminatie is zolang als ik hier zit niet verbeterd”, reageerde de minister. “Het kan niet zo zijn dat je als jongere in Nederland je stinkende best doet op school en er vanwege je achtergrond niet tussenkomt.” Ze gaat met scholen in gesprek om te kijken of er een pilot opgezet kan worden.