Alle

Geen nieuwe beurspromovendi bij rechtenfaculteit Groningen

De rechtenfaculteit van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) gaat voorlopig geen nieuwe beurspromovendi aanstellen. Het faculteitsbestuur vindt dat zij qua rechtspositie te veel lijken op reguliere promovendi.

Tekst Hoger Onderwijspersbureau (HOP)/webredactie - - Minder dan een minuut om te lezen

rechtenfaculteit-groningen

Beeld: Pixabay

De faculteit komt hiermee tegemoet aan het in december gepubliceerde manifest van ruim 200 beurspromovendi die alsnog werknemer willen worden. Voor huidige beurspromovendi bij rechten wordt nu gekeken naar eventuele compensatie, meldt de UKrant van de RUG.

De rechtenfaculteit neemt met haar besluit niet alleen afstand van de visie van de overkoepelende graduate school van de universiteit, maar ook van het landelijke experiment promotieonderwijs. Daar doen in Groningen momenteel zo’n 850 promovendi aan mee. Ze zijn geen werknemer maar student, en krijgen een beurs die gelijk is aan het nettosalaris van een reguliere eerstejaars promovendus. Ze bouwen geen pensioen op en vallen niet onder de cao.

Waarschuwing

Eerder deze maand waarschuwde minister Van Engelshoven de RUG nog voor rechtszaken, als het verschil tussen de beurspromovendi en reguliere promovendi te klein zou worden. Het lijkt erop dat de rechtenfaculteit dit ter harte heeft genomen.

De faculteit gaat in elk geval de voorlichting voor promovendi en supervisors verbeteren. Iedereen moet beseffen dat beurspromovendi niet kunnen worden gedwongen om les te geven.

Goed voorbeeld

Promovendi Netwerk Nederland is blij met het nieuws. “Gelukkig is er in elk geval één faculteitsbestuur aan de RUG dat zich realiseert dat er geen verschil is tussen beurspromovendi en reguliere promovendi”, zegt voorzitter Lucille Mattijssen. “We hopen dat goed voorbeeld goed doet volgen.”

We hopen dat goed voorbeeld goed doet volgen

Ze vindt het niet toevallig dat dit juist bij de rechtenfaculteit gebeurt. “Kennelijk beseft men dat de beurspromovendi wel eens gelijk zouden kunnen krijgen als dit voor de rechter wordt uitgevochten.”