Alle

Flink deel wetenschappelijk personeel heeft tijdelijk contract

Bijna veertig procent van het wetenschappelijk personeel aan universiteiten heeft een tijdelijk dienstverband. Van alle vrouwelijke docenten is zelfs meer dan vijftig procent in tijdelijke dienst. “Minister Van Engelshoven ontloopt haar verantwoordelijkheid”, vindt AOb-sectorbestuurder Donald Pechler.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - Minder dan een minuut om te lezen

zandloper-woinactie

Beeld: Pixabay

De actiegroep WOinActie, ondersteund door AOb en FNV, riep eind vorig jaar universiteitsmedewerkers op om aangifte bij de Arbeidsinspectie te doen van structureel overwerk. Binnen twee weken stond de teller op ruim zevenhonderd meldingen. Bijna de helft van de melders heeft slaapproblemen, is oververmoeid of uitgeput. En het feit dat velen van hen geen vast contract hebben draagt ook niet echt bij aan de nachtrust.

Kamervragen

Volgens minister Van Engelshoven (D66) valt het echter wel mee met het aantal tijdelijke aanstellingen, zo antwoordde zij op Kamervragen die naar aanleiding van de aangiftes gesteld werden door GroenLinks en de SP. Volgens de minister zou slechts 18 procent van het personeel aan universiteiten in tijdelijke dienst zijn.

Bij het wetenschappelijk personeel is het aantal tijdelijke aanstellingen juist torenhoog

Die cijfers zijn echter geflatteerd, zegt AOb-bestuurder Donald Pechler. “De minister gooit de cijfers van het wetenschappelijk personeel en van het onderwijsondersteunend- en beheerspersoneel op één hoop. En bij de ondersteuners en beheerders is het percentage heel laag, maar bij het wetenschappelijk personeel juist torenhoog.”

Vrouwen

Van dit wetenschappelijk personeel (exclusief promovendi) is in 2018, het meest recente jaar waarvan cijfers beschikbaar zijn, bijna veertig procent in tijdelijke dienst. “Extra zorgwekkend”, zegt Pechler, “is dat in álle functies vrouwen vaker een tijdelijk dienstverband hebben dan hun mannelijke collega’s. Van de vrouwelijke universitair docenten heeft bijna 32 procent een tijdelijk dienstverband, van de ‘gewone’ docenten zelfs 55 procent.”

Ontloopt

Volgens Pechler ontloopt de minister haar verantwoordelijkheid. “Zij verwijst in haar antwoorden naar cao-afspraken over tijdelijke aanstellingen, maar wil niet toegeven dat zij zelf ook verantwoordelijk is voor deze situatie. Want de flexibele schil die universiteiten aanhouden wordt door extra bezuinigingen vanuit de overheid alleen maar groter. Hier moet de minister ingrijpen: er moet gewoon geld bij.”

Lees ook: Meer hbo-docenten met tijdelijk contract