Commissie neemt bevoegdheden po, vo en mbo onder de loep
Onderwijsminister Arie Slob wil nieuwe bevoegdheden in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Hij stelt daarom een commissie in onder leiding van Paul Zevenbergen die met deze klus aan de slag gaat. Voor de zomer hoopt Slob de eerste concrete voorstellen te delen.
Dat liet de minister onlangs in een brief aan de Tweede Kamer weten. De commissie bestaat naast econoom en oud-leraar Zevenbergen uit leraren, schoolleiders en lerarenopleiders. Zij zullen zich buigen over nieuwe bevoegdheden en over de vraag welke pedagogische en didactische eisen voor alle leraren moeten gelden. Ook zal de commissie advies geven over hoe de huidige lerarenopleidingen kunnen aansluiten bij de nieuwe bevoegdheden.
Te complex
Slob wil graag de bevoegdheden onder handen nemen. Dat is volgens hem nodig om de kwaliteit van het onderwijs te behouden en om te zorgen dat leraren een aantrekkelijk carrièreperspectief hebben. Daarnaast vindt hij het huidige bevoegdhedenstelsel te complex, want er zijn op dit moment veel regelingen en uitzonderingen mogelijk. Zo vindt de minister in het voortgezet onderwijs de bevoegdheden te rigide aan vakken vastzitten. De commissie moet voor de zomer met de eerste concrete voorstellen komen en ook daarna blijft de vaart erin zitten. Aan het einde van dit jaar moet er een definitief advies liggen zodat Slob nog tijdens deze kabinetsperiode het bevoegdhedenstelsel kan aanpakken.
Slob vindt het huidige bevoegdhedenstelsel te complex
Hoewel de commissie gaat kijken naar de bevoegdheden in drie onderwijssectoren, gaf Slob onderzoeksbureau Regioplan al eerder de opdracht om de bevoegdheden in het voortgezet onderwijs onder de loep te nemen. Dit onderzoek stuurde hij ook aan de Tweede Kamer. Net als Slob concluderen de onderzoekers van Regioplan dat er in het voortgezet onderwijs behoefte is aan meer ‘flexibilisering en een toegankelijker stelsel’.
Verkenning
De onderzoekers geven in het rapport een verkenning van de mogelijkheden in het voortgezet onderwijs. Zo maken ze meer onderscheid tussen de huidige bevoegdheden en stellen ze drie type leraren voor. De breed pedagogische groepsleerkracht (vergelijkbaar met pabo-gediplomeerden) voor bijvoorbeeld het praktijkonderwijs en het vso. De vakspecialisten voor met name het havo, vwo en voor de beroepsgerichte vakken in het vmbo (dit is vergelijkbaar met de huidige vakbevoegdheden).
Een hele nieuwe toevoeging is de ‘clusterexpert’: leraren die meerdere verwante vakken kunnen doceren, bijvoorbeeld talen of exacte vakken. Dit nieuwe type leraar is eigenlijk een tussenvorm tussen de groepsleerkracht en vakspecialist. Deze clusterexperts zouden geschikt zijn om les te geven in het vmbo en de eerste twee leerjaren van het havo en vwo. Deze leraren zijn dus bij de vakken breder inzetbaar, maar in de schooltypen juist weer smaller dan de huidige eerste- en tweedegraads leraren.
Daarnaast vraagt Regioplan specifiek aandacht voor de ondersteuningsbehoefte van leerlingen in het praktijkonderwijs en vso. Ze stellen hiervoor de keuze voor om een aparte bevoegdheid in het leven te roepen of om hiervan een specialisatie te maken binnen een bevoegdheid.
Onderwijsraad
In november 2018 publiceerde de Onderwijsraad, het adviesorgaan van de regering een rapport over bevoegdheden. Er kwam een ingrijpend voorstel waarin voor één brede basis werd gepleit aangevuld met een clustering van onderwijssectoren en vakken, bijvoorbeeld voor het jonge kind, of leerlingen van tien tot en met veertien jaar, gecombineerd met gamma- of bètavakken, zodat leraren in verschillende onderwijssectoren aan de slag kunnen en meerdere schoolvakken kunnen geven.
Weinig draagvlak
In de enquête die de AOb daarna onder de leden hield (6300 vulden de enquête in), bleek dat de leraren weinig trek hadden in een drastische verandering van de bevoegdheden en het opleiden van leraren. Voor de plannen bleek weinig draagvlak te zijn. AOb-leden zien een wijziging in bevoegdheid en lerarenopleidingen niet zitten. Minder lesuren, beter salaris en een beter management in het mbo zijn wel gewenst. Ook bleek er per onderwijssector en per type docent veel verschil in wensen.
De angst bestaat dat het veranderen van de bevoegdheden wordt gezien als manier om de lerarentekorten aan te pakken
AOb-bestuurder Henrik de Moel laat weten dat hij niet tegen een evaluatie van het bevoegdhedenstelsel is, maar benadrukt dat eventuele veranderingen nooit ten koste van de kwaliteitseisen die aan leraren worden gesteld, mogen gaan. “Goed opgeleide docenten zijn de garantie voor goed onderwijs. De angst bestaat dat het veranderen van de bevoegdheden wordt gezien als een manier om de lerarentekorten aan te pakken.” Volgens De Moel geven de leden op dit moment duidelijk aan dat de prioriteiten liggen bij de arbeidsomstandigheden. “Wij zullen alle voorstellen dan ook altijd eerst aan onze leden voorleggen.”