Alle

AOb-leden willen geld uit convenant naar werkvloer

AOb-leden willen dat het geld uit het convenant vlot en volledig op de werkvloer terechtkomt. AOb-voorzitter Eugenie Stolk concludeert: "Dat vraagt snel om een cao in het primair onderwijs en vage afspraken in het voortgezet onderwijs moeten concreet worden." Los daarvan blijven acties nodig, benadrukt Stolk. "Zolang er geen structurele oplossingen zijn, zijn structureel acties nodig."

Tekst Robert Sikkes - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

geld

Beeld: Typetank

De 460 miljoen euro van onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) bevat vrijwel uitsluitend incidenteel geld. De besteding daarvan moet nog worden uitgewerkt. In de ledenpeiling die de AOb uitzette, geven leden in het primair onderwijs aan -97 procent- dat de incidentele loonsverhoging van 150 miljoen euro nog dit jaar terecht moet komen bij al het personeel.

In het voortgezet onderwijs maken leden zich vooral zorgen over de vage afspraken over de 150 miljoen voor werkdrukverlichting. Dat geld moet niet naar de besturen, geeft 92 procent aan. In plaats daarvan moeten er in de cao harde afspraken gemaakt worden.

Tijdelijke verhoging

Over de eenmalige 150 miljoen euro voor het voortgezet onderwijs is -in het door de AOb afgewezen convenant- afgesproken dat dit als een tijdelijke ophoging van de lumpsum wordt overgemaakt. Vervolgens kan het geld ‘met actieve betrokkenheid van het onderwijzend personeel’ gebruikt worden voor een reeks van doelen. Bijvoorbeeld voor meer ontwikkeltijd, werkdrukverlichting, begeleiding van startende leerkrachten, begeleiding van zij-instromers, onderwijsinnovatie of maatregelen arbeidsmarktvraagstukken.

Vage afspraken

Dagelijks bestuurder voortgezet onderwijs Henrik de Moel snapt volkomen dat leden in plaats van dit soort vage afspraken de besteding van het geld in de cao geregeld willen zien. "Ze hebben te vaak gezien dat extra geld dat via de lumpsum naar de schoolbesturen gaat niet op de werkvloer terechtkomt. Verder is het raar dat alleen onderwijzend personeel mee mag praten, is er dan geen werkdruk onder het onderwijsondersteuners? Zulke vage afspraken willen we deze keer niet laten passeren, daar gaan wij ons als AOb aan de cao-tafel hard voor maken."

AOb-leden hebben te vaak gezien dat extra geld dat via de lumpsum naar de schoolbesturen gaat niet op de werkvloer terechtkomt

In het basisonderwijs wordt al maanden overlegd over een nieuwe cao, met daarin afspraken over een algemene salarisverhoging, speciale maatregelen voor ondersteuners en schooldirecteuren en de positie van het voortgezet speciaal onderwijs (vso). In juni werd het overleg gestopt, omdat er onvoldoende geld was om een echte stap voorwaarts te zetten.

Koopkracht

Ondertussen is er wel het gewone bedrag (rond de 285 miljoen euro) voor de normale salarisverhoging om de koopkracht op peil te houden, plus de incidentele 150 miljoen euro uit het door de AOb afgewezen convenant. Op de vraag aan de leden of de bond deze bedragen nog dit jaar in cao-afspraken moet gieten, antwoordden de leden dus massaal 'ja'.

Niet genoeg

"Daar ben ik blij mee. We kunnen nu proberen om er aan de onderhandelingstafel voor te zorgen dat het geld dat er wel is hopelijk nog dit jaar bij de leden komt", zegt Stolk, naast AOb-voorzitter op dit moment ook nog cao-onderhandelaar voor het primair onderwijs. "Maar we weten ook dat het niet genoeg is om de loonkloof met het voortgezet onderwijs te dichten. Zonder structureel geld lossen we de problemen voor het primair onderwijs niet op."

Het enige structurele bedrag dat het convenant kent, 16,5 miljoen euro door het diplomagericht voortgezet speciaal onderwijs kost meer tijd om goed in de cao te verspijkeren. De AOb heeft in de enquête leden opgeroepen om hierover de komende maanden mee te denken, waardoor er nu een groep van bijna 200 leden uit het vso actief bij de cao-afspraken betrokken wordt.