Afstandsonderwijs aan nieuwkomers 'bijna niet te doen’
Terwijl het kabinet vanavond de schoolsluiting hoogstwaarschijnlijk gaat verlengen, zit een deel het onderwijspersoneel klem. Lesgeven aan leerlingen die slecht of geen of Nederlands spreken, is op afstand praktisch onmogelijk.
Bij schakelklassen, taalscholen en scholen verbonden aan asielzoekerscentra (AZC’s) komen alle uitdagingen van het afstandsonderwijs samen. Ouders zijn soms niet alleen analfabeet, maar ook digibeet. Ze kunnen hun kinderen niet begeleiden bij het schoolwerk. Überhaupt in contact komen met de leerlingen is soms een grote uitdaging. Leerkracht Thijs Roovers plaatste gisteren een peiling op de facebookpagina POinActie. Bijna een kwart van de ruim zevenduizend invullers*Facebookpolls zijn niet representatief. Het is lastig te achterhalen of alle stemmers ook echt werkzaam zijn in het primair onderwijs. geeft daarin aan, dat ze niet alle kinderen konden bereiken tot nu toe. Juf Rita Hooijmans zegt onder de poll: “Ik heb ze wel bereikt, als in: gemaild of gebeld, maar of het bij anderstalige ouders ook écht aankomt…”
Ouders zijn soms niet alleen analfabeet, maar ook digibeet
José Leusink, intern begeleider op de Cobo Taalschool in Hilversum, deelde vorige week papieren huiswerkpakketten uit aan de ouders die daarvoor naar school kwamen. Op dit moment wordt met man en macht gewerkt om in elk gezin tenminste één geschikt device te krijgen. Dan nog, schat Leusink in, gaat ze 15 à 20 procent van haar leerlingen niet bereiken met afstandsonderwijs. “Deze ouders zijn soms niet alleen analfabeet, maar ook digibeet. Hun kinderen zijn precies de leerlingen die deze situatie totaal niet kunnen gebruiken.”
Heel zorgelijk
Ook Juf Eefje van ’t Hoff, zij werkt op een basisschool in Noord-Holland, maakt zich veel zorgen om leerlingen waarvan de ouders geen of slecht Nederlands spreken. “Als ik bel, krijg ik vaak te horen: alles goed. Terwijl ik online zie dat ze niets doen. Als ik vraag om een fotootje of een e-mail, ontvang ik van deze leerlingen niets. Zoom lukt bij hen ook niet. We hebben een tolk die heel hard haar best doet om alles duidelijk te krijgen. Maar vaak blijkt dan dat niet alleen de Nederlandse taal onvoldoende is. Heel zorgelijk.”
De kinderen liepen nog in pyjama
Ellen Scholten, werkzaam voor groep zeven van basisschool de Krugerstee in Vaassen en voor de AOb, herkent dit. Vorige week bracht ze extra leesboeken naar een Syrisch gezin en schrok van de thuissituatie. “De kinderen liepen om twee uur ’s middags nog in pyjama. Je probeert dan normaal te doen. ‘Oh, hebben jullie een pyjama-dag? Wat leuk, nou, morgen weer gewoon aankleden he?’ Het doet pijn om te zien dat deze gezinnen het hardst worden getroffen.”
Ook bij de Landelijke Onderwijs Werkgroep voor Asielzoekers en Nieuwkomers (LOWAN) komen voorbeelden binnen van AZC’s waar de gordijnen tot 12.00uur ’s middags dicht zijn en de kinderen uitsluitend voor de tv zitten. Boudien Bakker van LOWAN: “De praktijk is dat de meeste kinderen ‘opgesloten’ zitten in een kleine unit op het centrum. Of dat dan ook onveilig is, kan ik niet inschatten. Er zijn ook veel gezinnen waar het goed gaat. We horen van het COA dat de bewoners van de AZC’s zich heel erg goed aan de richtlijnen houden en die naleven. Ze zijn erg bang om besmet te worden.”
Weer naar school
Vanochtend deed Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer een oproep op Radio-1 om kinderen die hun schoolwerk niet thuis kunnen maken, weer naar school te laten gaan. In het nieuwsbulletin zei Kalverboer: “15 procent maakt het huiswerk niet. Je kunt verwachten dat onder die kinderen ook kinderen zitten die het thuis moeilijk hebben. Door deze 15 procent eruit te pakken en naar school te laten komen, haal je mogelijk ook de kinderen eruit die het thuis onveilig hebben."
Voor sommige leerkrachten zal het een opluchting zijn als deze leerlingen naar school komen
Ib-er Leusink van de Cobo Taalschool uit Hilversum: “Voor een aantal leerkrachten zal het een opluchting zijn als deze leerlingen naar school komen. Maar niet iedereen staat hier hetzelfde in. Sommige leerkrachten willen zich echt houden aan de richtlijnen en zoveel mogelijk thuis te blijven. Dit moet dus eerst besproken worden met de directeur, het team en het bestuur. Persoonlijk vind ik het wel een goede oplossing. Al komen ze iedere dag maar kort, of drie keer per week een ochtend.”
Verstoken van taal
De volgende uitdaging is dan wel hoe je deze kinderen op school krijgt, want taalscholen hebben vaak een regiofunctie. En niet alle AZC-scholen - Nederland telt er ongeveer vijftig - staan op het terrein van het AZC. Ook juf Kiet Engels, die les geeft aan migrantenkinderen op basisschool Het Palet in het Brabantse Hapert, hoopt dat er een uitzondering op de schoolsluiting komt. “Ik ben geen doemdenker. We doen er alles aan om oefenmateriaal bij de kinderen te krijgen en dat gaat goed. Het is superveel werk, want elk kind heeft eigen niveaus voor verschillende vakken. En de visuele elementen die we normaal op het digibord gebruiken, proberen we op papier te krijgen. Toch blijven ze wel al die tijd verstoken van taal. Als we tot na de meivakantie dicht blijven, vrees ik dat we met deze leerlingen weer van vooraf aan kunnen beginnen.
Taxibusjes rijden niet, dus hoe vervoer je de leerlingen?
Zelfs als de kinderen naar school mogen komen, zijn er uitdagingen. Engels: “De taxibusjes rijden niet, dus hoe vervoer je ze?” En als het kabinet blijft uitgaan van een uitzondering voor kwetsbare kinderen, wie zijn dat dan, vraagt Engels zich af. “Hoe maak je die selectie? Wie is precies kwetsbaar?” De PvdA vroeg het kabinet eind vorige week ‘nader te definiëren’ wat er wordt bedoeld met kinderen in kwetsbare posities. Engels hoopt in ieder geval dat gemeenten coulant zijn wanneer haar leerlingen door de coronacrisis langer in de schakelklas moeten blijven. “Want dat kost geld.”
LOWAN heeft thema-pagina's gemaakt voor afstandsonderwijs aan nieuwkomers in het primair onderwijs (klik hier) en het voortgezet onderwijs (klik hier).