Hoe zorg je ervoor dat een dorpsschool populair wordt tot in de verre omstreken? Basisschool de Zaaier in Teuge groeide van ruim 80 naar 135 leerlingen en heeft nu zelfs een wachtlijst. Vijf lessen die oud-directeur Jan-Willem Stegeman leerde.
“Ik begon met inzetten op de kwaliteit van de leerkrachten door ze studiemogelijkheden en ondersteuning te bieden.” Een van de leerkrachten vertelt: “Ik heb klassenbezoek en videobegeleiding gekregen. En ik word aangemoedigd om de vakliteratuur bij te houden. Als ik een boek wil bestellen, kan dat altijd. En als het me even tot hier zit met de administratie, neemt Jan-Willem de klas een dag over en kan ik bijwerken.” Stegeman: “Ik wil dat ze vooral tijd en energie hebben voor de leerlingen en voor de analyses van de toetsen. Daarom hebben we onderwijsassistenten en een conciërge, en neem ik zoveel mogelijk taken van ze weg.”
De Zaaier is de enige school in het dorp. Stegeman woont in Apeldoorn, waar hij eerder leerkracht was. Het dorpsleven van Teuge verbaasde hem. “Er is heel veel mogelijk.” Ongeveer veertig dorpsbewoners helpen regelmatig bij de wekelijkse crea-middag: koken, timmeren, handwerken, techniek, dieren voeren op de naastgelegen kinderboerderij. In ruil daarvoor geven leerlingen oudere bewoners uitleg over het gebruik van tablet, telefoon en computer. “Er is veel eenzaamheid in het dorp. Op deze manier proberen we mensen te verbinden.”
In groep 1, 3, 5 en 7 gaat de leerkracht op huisbezoek bij de leerlingen. Bij de intake vraagt Stegeman ouders wat zij voor de school kunnen betekenen. “Dat zet ze aan het denken. Ik verwacht dat elke ouder ergens mee helpt. Dat kan bijvoorbeeld ook met de website of een administratieve klus zijn. En anders spreek ik ze daar vriendelijk op aan. Ouders weten wat ze aan ons hebben. Het is in het belang van hun eigen kind. Ook de ouders uit de nieuwbouwwijken van Apeldoorn – ongeveer een derde van de leerlingen komt daarvandaan – worden erin meegezogen.” Stegeman laat zijn gezicht zien op het jaarlijkse dorpsfeest en drinkt zondagmiddag ook wel eens een biertje mee in het dorpscafé. “Maar ik ben niet bevriend met ouders, daar ben ik duidelijk in.” Jaarlijks is er voor alle inzet een ‘dankjewel-middag’, met koffie, taart, bloemen en een cadeaubon voor iedereen.
Stegeman: “Er is vaak veel bescheidenheid in het onderwijs. Maar vertel wat je goed doet! We hebben flyers verspreid in de wijken in Apeldoorn, ons geprofileerd en op de trom geroffeld. Nu wordt er op verjaardagen over onze school gesproken en hoeven we geen reclame meer te maken.”
“Onze zoon zat eerst op een grote school. Nu zit hij hier en gaat het veel beter”, vertelt een moeder die in de hal pompoen aan het snijden is voor een festiviteit. “Kijk, bij binnenkomst zie je een foto van elke leerling. Dat voelde als thuiskomen.” Stegeman: “Als ouders naar onze school willen overstappen, moeten we echt zeker weten of deze school beter past. Je wilt niet het risico lopen dat het hier ook niet lukt. We zorgen ook voor een goede verdeling tussen jongens en meisjes en kinderen van verschillende scholen.” Dit schooljaar jaar stromen 23 leerlingen in groep 1/2 in. Voor de andere groepen is een wachtlijst. “Het maximum is 135 leerlingen. We willen onze eigenheid als dorpsschool behouden.”
Stegeman: “Sommige ouders zijn misschien bang dat als er een nieuwe directeur komt, alles weer verandert. Maar we willen juist dat een nieuwe directeur, naar wie we nog op zoek zijn, de lijn doorzet en dat ook andere scholen geïnspireerd raken.”