Orde houden begint met het consequent naleven van de regels. En zeggen dat je ‘best’ of ‘redelijk’ consequent bent, geeft onomwonden aan dat je niet consequent bent. Gewoon consequent zijn is echter makkelijker gezegd dan gedaan.
Als docent ben je een voorbeeld voor leerlingen. Op de kleuterschool zie je dat heel duidelijk, omdat kinderen hun juf of meester in alles nabootsen. Voor een kleuterjuf is het dus heel belangrijk dat zij haar jas aan de kapstok hangt en haar appel met aandacht schilt. Wees je bewust van je voorbeeldfunctie, ook als je geen kleuters in je klas hebt. Een docent die opruimen belangrijk vindt, heeft zelf een opgeruimd bureau. Practice what you preach.
Consequent zijn betekent ook dat je je herkenbaar en voorspelbaar gedraagt. Bij de kleuters gebeurt alles daarom in een vaste, rituele volgorde. Bijvoorbeeld: na de activiteit ruimt ieder kind zijn eigen spullen op en zoekt daarna een plek in de kring. Door het iedere dag op dezelfde manier te doen, worden het gewoonten. Tijdens het vrije spel zitten veel kleuterjuffen altijd op een vaste plek, zodat de kleuters hen weten te vinden. Dat geeft veiligheid en daardoor gedijen kinderen goed. Die voorspelbaarheid verwachten alle leerlingen, ook in de hogere klassen. Wees ook voorspelbaar in je feedback. Zie je een leerling die hulp nodig heeft? Maak dan met regelmaat een praatje met hem, en niet de ene week vier keer en dan wekenlang niet. Zorg dat leerlingen weten dat ze op je kunnen rekenen.
Veel docenten zijn barmhartige Samaritanen. “Van mij mag het wel”, zeggen ze tegen hun leerlingen, waarmee ze direct een goed gevoel over zichzelf krijgen. Ook docenten die leerlingen op het laatste moment met een noodplan helpen om toch een voldoende te halen, profiteren van psychologisch voordeel: het gevoel nodig en aardig gevonden te worden. Op deze manier maak je als zachte heelmeester stinkende wonden, want leerlingen leren zo niet hun eigen problemen op te lossen. Het kan eng zijn om die rol af te leggen, want in deze rol word je aardig gevonden. En wat als jij strenger wordt? Je weet niet wat je ervoor terugkrijgt. Herkenbaar? Ga bij jezelf te rade. Waarom doe je dit vak? Wat wil je met de leerlingen bereiken?
Leef de afgesproken regels vanaf de eerste tot de laatste dag na. Laat een leerling die te laat komt altijd een te laat-briefje halen. Ook als hij een goede smoes heeft. Accepteer geen enkel excuus, want na de eerste keer wordt het een glijdende schaal.
Inconsequent zijn is vaak kiezen voor de weg van de minste weerstand. Realiseer je dat het niet bij één keer ophoudt. Als je een situatie uit de hand laat lopen, is de toon gezet en kan de zaak verder uit de hand lopen. Als je het volhoudt om consequent te zijn, worden de ordeproblemen vanzelf minder.
Stel jezelf doelen en houd vol. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga zes weken consequent bij de deur staan om de leerlingen te verwelkomen of van hoofddeksels te ontdoen.’ Evalueer na twee weken hoe het gegaan is en beloon jezelf voor je volharding in plaats van het jezelf kwalijk te nemen dat het niet goed gaat. Iedereen maakt wel eens fouten, dus ook jij. Dat je per ongeluk de verkeerde bestraft, bijvoorbeeld. Blijf hier niet te lang in hangen. Ook in het onderwijs gaat het zelden vlekkeloos.
‘Je moet ook altijd mij hebben.’ Of: ‘anderen praatten ook.’ Probeer een discussie te vermijden door niet in te gaan op dit soort uitspraken. Als je niet reageert, voelt een leerling zich meestal erg stom. Vertel vervolgens op een rustige toon wat jij wilt van de leerling. Ook als de leerling zegt, ‘dat doe ik niet’, herhaal je je boodschap. Ga vooral niet in discussie. Bij kleuters heb je dit soort discussies vooral met de ouders. Om dit te voorkomen kun je de ouders het beste vooraf schriftelijk informeren over de plannen. Bijvoorbeeld: ‘geen verkleedkleren mee naar school nemen, want die hebben we genoeg op school.’
‘Als we nu allemaal ons best doen, gaan we het laatste half uur naar een film kijken.’ Als je eenmaal een band hebt opgebouwd met de leerlingen, dan kun je gerust eens van de structuur afwijken.