Primair Onderwijs

Alles over de cao primair onderwijs

De AOb is de grootste vakbond in het onderwijs. Namens meer dan 80 duizend leden onderhandelen we met de werkgevers en overheid over de cao. Met resultaat. Op 30 september 2024 kreeg al het onderwijspersoneel een loonsverhoging van 4,9 procent en werden de loonschalen voor ondersteuners verbeterd. 

Onderhandelaar Thijs Roovers sloot in september 2024 een onderhandelaarsakkoord met de andere bonden en de PO-raad. Alle achterbannen stemden in oktober 2024 in met het akkoord. De cao primair onderwijs werd daarmee definitief. Je vindt het hele cao-boekje bij de downloads. 

De looptijd van deze cao is 1 oktober 2024 tot en met 31 oktober 2025. Benieuwd wat de cao betekent voor jou? Lees dan ons handige tips-artikel speciaal voor schoolleiders, onderwijsondersteuners en leraren. 

In de video hieronder licht Roovers het onderhandelaarsakkoord toe. Wat verandert er nu precies voor ondersteuners en welke afspraak is er gemaakt over het recht op onbereikbaarheid? 

Cao-afspraken scholing

In het primair onderwijs heeft het onderwijspersoneel een individueel budget voor professionalisering. Dit bedrag is naar rato van de werktijdfactor. Bij 1 fte gaat het om 500 euro en twee uren per werkweek. Onderwijspersoneel mag zelf kiezen waaraan ze het scholingsbudget besteden en voeren hierover overleg met hun werkgever. Liever sparen? Dat mag ook in overleg met de werkgever en kan maximaal drie jaar lang. Meer weten? Kijk in artikel 9.3 van de cao.

De belangrijkste afspraken uit het cao-akkoord

AOb-onderhandelaar Thijs Roovers licht alle afspraken ook toe in dit nieuwsbericht. 

Ik ben blij dat we in dit conceptakkoord een goede loonsverhoging hebben kunnen opnemen, voor zowel leraren, ondersteuners en schoolleiders

AOb-bestuurder primair onderwijs Thijs Roovers onderhandelt namens de AOb.

Veelgestelde vragen

Activiteiten die in het jaarrooster zijn opgenomen, maken onderdeel uit van de jaartaak en zijn daarmee reguliere werktijd geworden. Studiedagen maken bijvoorbeeld deel uit van je taakuren. Het kan dus zijn dat je ‘lesvrij’ bent maar toch terug moet komen voor bijvoorbeeld scholing, een vergadering of een andere schoolactiviteit. Op de bapo-dag ben je vrijgesteld van alle werkzaamheden. Moet je dan toch terugkomen? Dan moet de school dit compenseren. Deze bapo-dag betaal je immers zelf.

In het laatste cao-akkoord is er afgesproken dat bijna iedereen een oktober-toelage krijgt. In dit artikel leggen we hier meer over uit, hieronder in het kort. 

Oktober-toelage voor onderwijsondersteuners

AOb-voorzitter Thijs Roovers sprak in de cao 2024-2025 af dat een grote groep onderwijsondersteuners een oktober-toelage van 1640 euro bruto bij 1 fte krijgt. Het ligt aan welke loonschaal en in welke trede je zit hoeveel en wanneer je de toelage krijgt.  

Loonschaal 1 tot en met 8 - elke trede

Zo krijgen alle oop-collega’s in schaal 1 tot en met 8 in elke trede de oktober-toelage. “Goed om te weten is dat zij eerder een extra nominale eindejaarsuitkering kregen”, zegt Roovers. “Voor sommige collega’s was dit niet altijd duidelijk, want ze kregen in die maand óók de 8,3 procent-eindejaarsuitkering die al het personeel krijgt in het onderwijs. Deze eindejaarsuitkering blijft gewoon bestaan en ontvangen de collega’s in december. De extra-variant van 1622 euro bruto verdwijnt. In plaats daarvan komt nu de oktober-toelage en die is ietsje hoger met 1640 euro. Charmant voor deze groep, want juist in lagere loonschalen kun je beter een vast bedrag ontvangen dan een percentage van je salaris. De oktober-toelage heeft geen fiscale voor- of nadelen.” 

Laatste trede loonschaal 9

Goed nieuws is er vooral voor onderwijsondersteuners die in de laatste trede van schaal 9 zitten. Zij ontvingen een bindingstoelage en een extra nominale uitkering in december van bij elkaar zo’n 563 euro bruto bij een voltijdbaan. “Zij krijgen nu in oktober een toelage van 1640 euro bruto”, zegt Roovers. Collega’s die niet in de laatste trede van schaal 9 en hoger zitten, blijven hetzelfde bedrag ontvangen van ruim 300 euro bruto. Dit is gelijk aan de extra eindejaarsuitkering die deze groep eerder kreeg. Alleen schoolbesturen keren dit bedrag niet meer in december uit, maar in oktober.

Schoolbesturen zullen de oktober-toelages pas volgend jaar oktober uitkeren. “Wat dat betreft is dit een krom jaar, maar krijgt iedereen het geld waar hij recht op heeft”, zegt Roovers. Dit jaar kunnen oop’ers dus nog hun ‘oude’ nominale extra eindejaarsuitkering op hun loonstrook zien. Degenen die bindingstoelage hebben opgebouwd over de periode september tot en met december 2024, krijgen dit ook eind dit jaar overgemaakt. De opbouw van de oktober-toelage start vanaf januari 2025. 

Oktober-toelage voor onderwijzend personeel 

Een belangrijke afspraak voor leraren in de laatste trede van hun salarisschaal is de oktober-toelage. “Deze komt in plaats van de bindingstoelage die 1591 euro bruto was en nu 1640 euro bruto bij een voltijdbaan wordt”, zegt Roovers. Schoolbesturen betalen de oktober-toelage volgend jaar in 2025 voor het eerst uit. Collega’s krijgen dus aankomende december hun bindingstoelage over de maanden september tot en met december 2024 al uitbetaald. Vanaf januari 2025 start de opbouw van de oktober-toelage. “In oktober 2025 krijgen leraren dus 10/12 deel van het jaarbedrag.” De eindejaarsuitkering van 8,3 procent over het jaarloon blijft hetzelfde en scholen betalen deze nog steeds in december uit. Lees meer in dit artikel.

Oktober-toelage voor schoolleiders

Adjunct-directeuren die in de hoogste trede zitten van hun salarisschaal krijgen voortaan een oktober-toelage in plaats van een bindingstoelage. In plaats van 1591 euro wordt het bedrag in oktober voortaan 1640 euro bruto bij een voltijdbaan. Het gaat om de loonschalen A10, A11, A12, D11 en D12. Collega’s in de hoogste trede van schaal A13, D13 en hoger krijgen ook de oktober-toelage van 1640 euro bruto. Lees meer in dit artikel. 

In de cao primair onderwijs 2018-2019 is gekozen voor een werkverdelingsplan. Dit vervangt het oude basis-en overlegmodel. Door signalen uit de praktijk en een evaluatieonderzoek moest vastgesteld worden dat het werken met de twee eerdere modellen leidde tot veel onduidelijkheid op de werkvloer. Het overleg kwam onvoldoende tot stand.

Team aan zet
Met het nieuwe werkverdelingsbeleid is de positie van het schoolteam steviger neergezet en kan een bestuur/schoolleider niet zonder overleg met het team het werkverdelingsbeleid vaststellen.

Het team, de individuele leerkracht en onderwijs- en leraarondersteuner krijgen met het werkverdelingsplan zeggenschap over hun eigen werk en alle werkzaamheden op de school.

Uitgangspunten
Uitgangspunt is dat de werknemer met een voltijdsaanstelling 1659 uur per schooljaar kan worden ingezet. Uitgangspunt is ook de 940 lesuren die leerlingen gemiddeld per school krijgen. Daarbij kan een schoolteam kiezen om 930 uren per fulltime leerkracht les te geven (daarop is de financiering gebaseerd) maar ook meer.

Leerkrachten hoeven niet precies 940 uur les te geven. Het hangt af van wat het team besluit. Als jij dat wilt kun je er voor kiezen om meer lesuren te geven. Daarvoor moet je instemming geven. Dit wordt ‘met wederzijde instemming’ genoemd. Minder lesuren kan natuurlijk altijd. De ene leerkracht vindt het prettig om zoveel mogelijk lesuren te geven, een ander kiest er voor om ook andere taken op de school te kunnen doen. Het werk op de school verdeel je dus als team.

Dit hangt af verschillende factoren. In de eerste plaats is het van belang om te weten of je werkzaam bent op basis van een akte van aanstelling of op basis van een akte van benoeming. Daarnaast kent de cao primair onderwijs verschillende soorten contracten met verschillende spelregels en uitkomsten. Zo mag een werkgever bij contracten voor vervanging in een periode van drie jaar maximaal zes tijdelijke contracten aangaan. Om na te gaan waar je recht op hebt, is het verstandig om contact op te nemen met de medewerkers van het Informatie en Advies Centrum (IAC).

De regel is dat bij vervanging, anders dan vanwege ziekte, er maximaal zes tijdelijke contracten in drie jaar kunnen worden aangegaan.

Een tijdelijk contract kan op ieder moment ten einde lopen. Dit hoeft dus niet per se op 1 augustus te zijn. Wel moet de einddatum van een contract op voorhand worden overeengekomen. Als je contract bijvoorbeeld op 1 juli eindigt, dan komt hiermee ook de loon-doorbetalingsverplichting van je werkgever tot een einde. De werkgever hoeft je dan niet tijdens de zomervakantie door te betalen.

Voor het bepalen van een einddatum hoef je alleen rekening te houden met de geldende opzegtermijn. Tenzij anders afgesproken dien je bij een contract van twaalf maanden of korter een opzegtermijn van één maand in acht te nemen. Bij een contract van langer dan twaalf maanden bedraagt de opzegtermijn twee maanden. Een opzegging geschiedt altijd tegen het einde van de maand.

In zijn algemeenheid is het gebruikelijk om een contract per 1 augustus op te zeggen, omdat dan het nieuwe schooljaar begint. Hiertoe ben je echter niet verplicht, je mag, met inachtneming van de opzegtermijn, zelf de einddatum bepalen.

Haal je een jubileum in het po, vo, mbo of hbo, dan ontvang je een gratificatie. Dat is in de cao vastgelegd en geldt dus voor alle werknemers. AOb-medewerker Jelte Klerk van het Informatie en Adviescentrum: “Bij 25 jaar in dienst gaat het om een half bruto-maandsalaris verhoogd met vakantietoeslag. Bij 40 of 50 jaar krijgen jubilarissen een heel bruto-maandsalaris.” 

Lees ook het hele artikel over jubilea in het onderwijs met daarin cruciale tips. 

Alle voordelen van de AOb

  • Gratis advies en juridische hulp
  • Stem mee over de cao’s en andere afspraken
  • Gratis inspirerende workshops
  • Gratis belastingservice
  • Het Onderwijsblad in de bus

Je bent al lid vanaf € 8,88 netto p.m.

(Je kunt 40% van je vakbondscontributie terugvragen via je werkgever)