Laat ons lesgeven!

Teken de petitie: gezonde werkdruk vo!

Ja, ook ik wil dat het vak van docent in het voortgezet onderwijs weer aantrekkelijk wordt!

 

Naar de petitie

Laat ons lesgeven!

Wij willen dat het vak van docent in het voortgezet onderwijs weer aantrekkelijk wordt. Wij willen:

  • Klassengrootte: meer leerlingen per klas? Meer tijd voor voor- en nawerk!
  • ⁠Maximaal 22 lessen/startmomenten per week. Meer lessen? Meer tijd voor voor en nawerk!
  • ⁠⁠Minder taken die niets met lesgeven te maken hebben

Zo maken we het vak weer aantrekkelijk!

'Als docent ga je dóór voor je leerlingen. Ook al heb je er geen tijd voor'

Ga snel naar:

 Heb je vragen over het werkdrukvoorstel van de vakbonden? Ga naar de FAQ

 Check het actiemateriaal voor bij jou op school Naar de downloads

 

Ons vak staat onder druk

Het vak van leraar in het voortgezet onderwijs staat onder druk! Het lerarentekort wordt steeds nijpender. Veel startende collega’s verlaten binnen 5 jaar het onderwijs. Collega's hebben last van burn-out klachten. Dit raakt niet alleen de leraar: jongeren lezen steeds slechter en Nederland zakt op de PISA-lijsten. Het is crisis in ons voortgezet onderwijs. 


Wij willen dat het vak van leraar en schoolleider weer aantrekkelijk wordt, door een goed salaris, voldoende tijd om ons vak te beoefenen en ons te professionaliseren. Wij willen tijd voor leerlingen en voor ons vak.

Ook voor onderwijsondersteuners is de werkdruk op veel scholen te hoog. Wij pleiten daarom ook voor vermindering van het aantal taken van oop'ers, en voor extra oop-functies zoals bijvoorbeeld zorgcoördinator en surveillant.  

laat ons lesgeven Hersteld
laat ons lesgeven Hersteld2 v2

Onze aanpak:

  • Laat ons lesgeven
    Lesgeven is een prachtig beroep, waarin we dagelijks een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze leerlingen. Helaas hebben we vaak teveel werkzaamheden op ons bord, waardoor de kern van het werk - aandacht voor leerlingen, het ontwikkelen van goede lessen en professionele groei - in het gedrang komt. Om ons beroep aantrekkelijk en uitvoerbaar te houden, moeten er zaken van het bordje af.  
  • Minder lesuren 
    Minder lesuren per week voor docenten, zodat wij meer tijd hebben om lessen goed voor te bereiden en leerlingen te helpen die extra ondersteuning nodig hebben. We willen maximaal 22 startmomenten per week, dit moet een landelijke afspraak worden om gelijkheid en werkdrukvermindering overal te waarborgen. En moeten we méér lesuren draaien? Pas dan ook de opslagfactor aan.
  • Meer tijd voor voor- en nawerk  
    De opslagfactor verschilt per school, dat betekent dat je op de ene school veel meer tijd krijgt dan op de andere school voor het voorbereiden van de lessen en voor alle andere taken die bij het lesgeven horen. We willen een minimum opslagfactor van 0,7 voor vastleggen zodat elke collega, op welke school dan ook, voldoende tijd heeft om het werk goed te kunnen doen. 
  • Minder leerlingen per klas  
    De klassen in het vo zijn vaak overvol, waardoor leraren te weinig tijd hebben om alle leerlingen de aandacht en begeleiding te geven die ze nodig hebben. Zo’n volle klas leidt dus tot een verminderd leerresultaat van leerlingen, en tot meer werkdruk voor de docent door extra nakijkwerk en oudercontacten. Kleinere klassen zijn essentieel voor goed onderwijs. En zijn de klassen toch groter? Beloon ons daar dan voor. 

Zonder deze oplossingen zal de crisis in het onderwijs alleen maar verergeren. Ze vormen de absolute ondergrens om ons prachtige beroep aantrekkelijk te houden, onze collega's duurzaam voor het onderwijs te behouden, nieuwe krachten aan te trekken en herintreders weer te enthousiasmeren voor het mooie vak van leraar.  

Deze drie maatregelen zijn de pijlers van onze inzet voor de nieuwe cao en ook daarna stoppen we niet om dit voor elkaar te krijgen. We hebben jou hiervoor nodig. Wil je weten hoe je kunt bijdragen en wil je op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen? Sluit je aan en laat je mailadres achter.

laat ons lesgeven Hersteld1

De voorstellen van de vakbonden, in een schema:

 

Veelgestelde vragen over de acties in het vo

Dat klopt niet. De onderhandelingen gingen voornamelijk dagenlang over het werkdrukvoorstel van de vakbonden. Gelijktijdig was er wel afstemming over de loonsverhoging, samen met de PO-Raad en alle vakbonden in het primair- en voortgezet onderwijs.  

We kwamen niet verder met het onderwerp werkdruk. De VO-Raad wilde geen cao-afspraken over onze voorstellen. Het enige waartoe de werkgevers bereid waren was een procesafspraak dat op scholen "het goede gesprek" gevoerd zou gaan worden over taakbeleid.  

De AOb en de andere bonden willen landelijke normen en regelingen in de cao die daadwerkelijk de werkdruk verlagen. Omdat we niet verder kwamen op het thema werkdruk, hebben we andere onderwerpen die ter tafel lagen niet besproken of over onderhandeld. We waren er dus nog lang niet uit.

Nee, formeel is er geen akkoord over salarisverhoging, omdat een cao-akkoord pas gesloten wordt wanneer partijen het eens zijn over álle onderwerpen. 

Wel hebben we informeel met de sector primair onderwijs afgesproken dezelfde loonsverhogingen en aanpassingen te zullen toepassen in het voortgezet onderwijs. Want we willen geen nieuwe loonkloof. 

De AOb en de andere bonden zijn gestopt met onderhandelen, omdat we te ver uiteen liggen over het onderwerp werkdruk. Acties zijn nodig om de VO-Raad zover te krijgen dat zij afspraken gaan maken in de cao over werkdruk. 

 

Omdat veel collega’s van je het zwaar hebben. En hun leerlingen daarmee ook. Het is belangrijk om solidair zijn met elkaar. Ook als zaken voor jou persoonlijk, of op jouw school, wel goed geregeld zijn.

Uiteindelijk staan we samen voor het prachtige beroep leraar en voor de kwaliteit van het onderwijs aan alle leerlingen in Nederland.

Denk aan de school waar je neefje heen gaat. De school waar iemand uit je kennissenkring wil zij-instromen. Of misschien je vorige werkgever? Ook daar hebben leerlingen recht op goed onderwijs. En hebben collega’s recht op duidelijke afspraken over de voorwaarden waaronder je werkt. Aan goede cao-afspraken dus!

Check de situatie bij het gros van je collega’s. Dit voorjaar hield de AOb een grote enquête onder meer dan 4000 werknemers in het vo met alarmerende uitkomsten

Wanneer jouw taken voor positieve afwisseling of extra uitdaging zorgen, kun je deze natuurlijk gewoon blijven doen. Als het goed is heb je daarvoor ook voldoende ruimte gekregen in je jaartaak.

Het gaat ons vooral om opgelegde taken die er door de jaren heen in zijn geslopen. Waarvan nu te weinig zichtbaar is dat deze werkdruk veroorzaken. Terwijl tegelijkertijd door het lerarentekort klassen groter worden en/of het aantal lessen (startmomenten) voor docenten toeneemt.

Ons voorstel is om in drie jaar tijd over te gaan naar een eenvoudiger normjaartaak-systeem wat de werkdruk beteugelt.

We zitten met een enorm lerarentekort. Werkdruk - in al zijn verschillende vormen - is dé reden dat mensen afbranden en dat beginners het onderwijs alweer snel verlaten. Het is voor ons onbestaanbaar dat we daar in de cao geen duidelijke, landelijke normen over afspreken.

Om het docentschap overal in Nederland weer aantrekkelijk te maken willen we landelijke afspraken over klassengrootte en het aantal lessen per week. Heb jij grotere klassen of meer startmomenten per week? Dat kan, maar dan moet je ook meer tijd voor voor- en nawerk krijgen. Dat kan met een eenvoudig en helder systeem.

Ons voorstel bestaat uit twee compartimenten. Deel 1 gaat over het primaire proces (jij en je leerlingen in de klas, de lesvoorbereiding, nakijkwerk enzovoorts) en deel 2 over de niet primaire taken en de andere onderwerpen uit de cao.

Het principe is simpel: ga je over de norm in deel 1, dan gaat dat af van deel 2: overige taken. Zie onderstaand schema voor een voorbeeld van zo’n systeem. Wij hadden hier graag over onderhandeld met de VO-Raad, maar helaas is dit tot nu toe een no-go.

Werkgevers wilden alleen toezeggen dat scholen hun eigen taakbeleid tegen het licht zouden houden met een "goed gesprek" (de professionele dialoog) op de scholen.

In onze visie beteugel je werkdruk met duidelijke landelijke normen en randvoorwaarden waar je als werknemer op jóuw school een beroep op kunt doen.

Daarom willen we in deze cao ook een minimum opslagfactor van 0,7 vastleggen. Zo heeft elke collega, op welke school dan ook, voldoende tijd om het werk goed te kunnen doen. 

 

Lees het voorstel tot in detail

Op 1 oktober 2024 loopt de huidige cao af. Omdat de onderhandelingen zijn vastgelopen, is er per die datum nog geen nieuwe cao. Wanneer die er wel komt zullen afspraken over loon met terugwerkende kracht gelden.

De AOb heeft een looneis van 6 procent op tafel gelegd. Daar is geen tegenbod van de werkgevers op gekomen.

Overigens wil niemand een nieuwe loonkloof tussen medewerkers in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Dus het percentage en de looptijd van een salarisverhoging in het po, gaan ook voor het vo gelden.

Sluit je aan! Blijf vrijblijvend op de hoogte van het verloop van de acties en de cao-onderhandelingen.   Geef hier je mailadres op

Op woensdagavond 2 oktober was er een webinar. AOb-bestuurders leggen uit waarom acties nodig zijn. Je kunt het terugkijken:

Ook slim: schrijf je in voor de nieuwsbrief voortgezet onderwijs of volg de sector op Facebook of LinkedIn. Je kunt ons volgen, meedenken en actief worden. Zo zorgen we samen voor minder werkdruk.

Met een 40-minutenrooster worden vaak meer lessen per week gegeven. Ons voorstel is o.a. om het aantal lessen/startmomenten per week te maximaliseren op 22. Zo wordt het werk van docenten weer meer behapbaar. Check de andere componenten van ons werkdrukvoorstel

Wat de AOb in deze cao wil regelen voor onderwijspersoneel is een eenvoudig en helder systeem voor heel Nederland. Maar als minimaal twee derde van het personeel op jouw school het taakbeleid wil houden zoals dat nu is, kan dat gewoon.

De verschillen tussen vo-scholen en hoe zij omgaan met taken, met de opslagfactor (de tijd die je krijgt voor voor- en nawerk) en met extra lessen geven zijn enorm. Lees bijvoorbeeld dit Onderwijsblad-artikel over de opslagfactor.

Een duidelijke splitsing tussen het primaire proces en het niet-primaire proces werkt goed om grip te houden op werkzaamheden en werkdruk. We hebben ervaring met soortgelijke systemen in andere onderwijscao’s. 

Ziekteverzuim- en burn-outcijfers zijn in die sectoren lager dan in het voortgezet onderwijs. Het systeem blijkt inzichtelijk en transparant voor zowel docenten als teamleiders.

Sommige vo-scholen werken al met zo’n tweedeling en ook met een hogere opslagfactor bij grotere klassen bijvoorbeeld. Onze ervaring leert dat het systeem administratief makkelijk ingevoerd kan worden.

De VO-raad wil de komende drie jaar het taakbeleid onder de loep leggen via het 'goede gesprek' op de scholen zelf. De vakbonden vinden dat veel te mager. Bovendien horen we dit al meer dan tien jaar. De professionele dialoog heeft landelijk niet gewerkt. Lees bijvoorbeeld de Staat van het voortgezet onderwijs (AOb, 2024)

Maar ook andere onderzoeken geven al langer alarmerende signalen af:

  • De belangrijkste vertrekreden voor docenten is met stip op nummer één werkdruk (47%), op twee gebrek aan autonomie (41%) en op drie onvrede over schoolleiding/schoolbestuur (37%). (Bron: Vertrekredenen docenten po, vo en mbo, ResearchNed - 2023) 
  • Werknemers met de meeste burn-outklachten zijn docenten in het vo  (34%). Daarbinnen zijn het vooral de docenten die overwerken (37%). (Bron: Werkdruk in het onderwijs, TNO - 2023)
  • Burn-outklachten komen in het vo vaker dan in de andere sectoren in Nederland (29,5% versus 19,7%). Een grote meerderheid van de werknemers (64,6% versus 41% landelijk) vindt dat er (extra) maatregelen tegen werkdruk nodig zijn in het vo, onder docenten is dit zelfs 73,7%. (Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, TNO - 2023)
  • Te veel startende collega’s stoppen al snel weer met lesgeven.
  • Leraren zien de organisatie van het werk (structurele factoren) als belangrijkste oorzaak van werkdruk. Schoolleiders wijzen individuele kenmerken van docenten als voornaamste oorzaak aan. (Bron: Vervolgonderzoek werkdruk in het voortgezet onderwijs, Arbeidsinspectie, 2024)

Mondeling is afgestemd dat je straks dezelfde loonsverhoging krijgt, met dezelfde aangepaste loonschalen voor oop als in de sector primair onderwijs. Maar daar is wel een nieuwe cao voor nodig. 

En die is er nog niet. De onderhandelende partijen moeten het eerst eens worden over álle onderwerpen. In het voortgezet onderwijs zijn de onderhandelingen geklapt op werkdruk. 

De VO-Raad wil geen normen en afspraken opnemen in de cao over werkdruk. We hebben zelfs niet over het werkdrukvoorstel van de vakbonden kunnen onderhandelen. Het bleef een totale "nee". 

Pas als er een nieuw cao-akkoord ligt over werkdruk, andere onderwerpen én loon, kan overgegaan worden tot uitbetalingen. Inclusief de loonsverhoging.  

Het hele onderwijsproces vindt plaats dankzij allerlei medewerkers. Ieder van hen is een belangrijke schakel in de school. Dit systeem belegt meer taken bij oop’ers. Dit kan voor jou als oop’er, mits je dat wilt, een uitbreiding van je werktijdfactor (wtf) betekenen. Het kan ook zorgen voor nieuwe oop-functies op jouw school.

Een voorbeeld is bijvoorbeeld een surveillant, zodat docenten geen surveillance meer hoeven uit te voeren. Een ander voorbeeld is het mentoraat verlichten door het aanstellen van bijvoorbeeld zorgcoördinatoren die helpen bij passend onderwijs verzorgen voor leerlingen die extra zorg nodig hebben.

Het kan ook zijn dat bestaande oop-functies andere of nieuwe taken gaan omvatten. Er komt dan meer variatie in je werk en daarmee komen er ook meer loopbaanmogelijkheden.   

Om dit in de praktijk vorm te geven, is tijd nodig. Daarom hebben we voorgesteld maximaal drie jaar te nemen voor de invoering van dit nieuwe systeem.  

Uiteindelijk heb je minder gedoe over taakbeleid en minder vragen over de cao. Een nieuw systeem vraagt altijd tijd en gewenning. Daarom stellen we voor om maximaal drie jaar te nemen voor de invoering. We zullen schoolleiders, teamleiders en roostermakers zoveel mogelijk helpen met kant-en-klare instrumenten om het systeem te vereenvoudigen.  

De ervaring leert dat een overzichtelijk, helder en transparant systeem helpt om werkdruk te verlichten, ook die van de team- en schoolleiders.

Als de werkdruk afneemt, daalt ook het ziekteverzuim en het aantal burn-outs onder collega’s. Minder zieke werknemers betekent veel minder werk t.a.v. re-integratie en begeleiding voor team- en schoolleiders.

Onderwijs-cao’s die met dit systeem werken laten lagere verzuimcijfers zien dan in het voortgezet onderwijs.  

Het voorgestelde systeem kent ventielen. Als je de bekostigingsnorm hanteert voor klassengrootte en voor de maximale lestaak per jaar en week, houd je bij lerarentekorten openstaande vacatures en dus formatiebudget over.

De werkzaamheden van de openstaande vacatures worden nu vaak opgelost via klassengrootte en meer lesuren per leraar. Je kunt het budget van de (gedeeltelijk) openstaande formatie ook inzetten voor de uitbreiding van oop’ers, of meer loopbaanmogelijkheden voor oop’ers. Docenten krijgen dan meer tijd.

Daarnaast heeft de AOb in de onderhandelingen aangegeven bereid te zijn naar de betaalbaarheid te kijken binnen de ruimte van de cao. Dit aanbod geldt nog steeds.

OMO, de grootste onderwijswerkgever in Noord-Brabant, heeft een eigen cao met een vergelijkbaar systeem zoals de AOb landelijk wil invoeren. Denk aan maximaal 22 lesuren per week en het belonen van extra lesuren met een hogere opslagfactor.

Overigens zijn we gestart met de onderhandelingen voor een nieuwe cao-OMO. We nemen een aantal onderwerpen vanuit de landelijke inzet mee in de onderhandelingen, zoals het recht op onbereikbaarheid.

  • Omdat AOb-leden werkdruk het belangrijkste onderwerp vinden om aan te pakken in deze cao-onderhandeling.
  • Omdat de belangrijkste vertrekreden voor docenten met stip op nummer één werkdruk is (47%), op twee gebrek aan autonomie (41%) en op drie onvrede over schoolleiding/schoolbestuur (37%). (Bron: Vertrekredenen docenten po, vo en mbo, ResearchNed - 2023) 
  • Omdat werknemers met de meeste burn-outklachten docenten in het vo zijn (34%). Daarbinnen zijn het vooral de docenten die overwerken (37%). (Bron: Werkdruk in het onderwijs, TNO - 2023)
  • Omdat burn-outklachten in het vo vaker voorkomen dan in de andere sectoren in Nederland (29,5% versus 19,7%). Een grote meerderheid van de werknemers (64,6% versus 41% landelijk) vindt dat er (extra) maatregelen tegen werkdruk nodig zijn in het vo, onder docenten is dit zelfs 73,7%. (Bron: Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, TNO - 2023)
  • Omdat veel startende collega’s al snel weer stoppen met lesgeven.
  • Omdat uit onderzoek van de Arbeidsinspectie blijkt dat leraren de organisatie van werk (structurele factoren) als belangrijkste oorzaak van werkdruk aanduiden. Schoolleiders wijzen de individuele kenmerken van docenten als voornaamste oorzaak aan van werkdruk. (Bron: Vervolgonderzoek werkdruk in het voortgezet onderwijs, Arbeidsinspectie, 2024)

Jazeker. De huidige cao blijft van kracht tot er een nieuwe cao is afgesloten. Werkgevers en werknemers hebben de huidige cao niet opgezegd. En wanneer een nieuwe cao wordt afgesloten, geldt de salarisverhoging met terugwerkende kracht.

Ja, alles geldt voor deeltijdbanen naar rato qua maximale lestaak en aantal lesuren en deel 1 en deel 2. Dus als je een werktijdfactor 0,5 hebt, geldt voor jou in het schema dat deel 1 bestaat uit 650 uur met 11 lesuren per week. De verhoging van de opslagfactor bij meer lessen geven geldt ook voor parttimers. Dit volgt mede uit de huidige cao vo, het Burgerlijk Wetboek en de jurisprudentie. Men mag niet discrimineren tussen voltijdsbanen en deeltijdbanen.   

In het voorstel gaan we niet uit van lesblokken, maar het lesuren - ongeacht het aantal minuten dat geldt op jullie school per lesuur.  Het voorstel is nog niet nader in details uitgewerkt, omdat dit een eerste voorstel was om over te onderhandelen met de VO-raad. Helaas wilde de VO-raad niet met ons onderhandelen over kaders en regels in de cao. 

Webinar van 2 oktober gemist? Kijk het terug!

Samen sterk onderwijs

Met ruim 80 duizend leden is de AOb de grootste onderwijsvakbond van Nederland. We komen op voor de belangen van onze leden in alle onderwijssectoren: van het primair onderwijs tot en met universiteiten.