Zo werd er gestemd over karrenvracht aan moties
Een minderheid in de Tweede Kamer schaarde zich vanmiddag achter een oproep om zich uit te spreken voor structurele investeringen in het funderend onderwijs tijdens de volgende regeerperiode. Dat bleek vanmiddag toen partijen zich bogen over een flinke stapel moties uit de onderwijsbegroting.
De motie, ingediend door GroenLinks, D66, SGP en ChristenUnie, werd verder nog gesteund door Denk, 50+ en de PVV. Samen vertegenwoordigen ze 68 van de 150 zetels in de Tweede Kamer. Terwijl mede-ondertekenaar Paul van Meenen (D66) de oproep tijdens het debat vorige week uitlegde als een “inspanningsverplichting”, uitten verschillende partijen vooraf kritiek. Zo lieten VVD en CDA gelijk al weten geen “valse beloftes” te willen doen over een volgende kabinetsperiode.
SP-Kamerlid Peter Kwint: 'Wij willen de druk vol op de ketel houden bij dit kabinet om leraren hun verdiende loon te geven - en dat bedoel ik een stuk positiever dan dat het klinkt'
De SP benadrukte in een stemverklaring vandaag om een andere reden tegen de motie te stemmen: de partij wil met het oog op het lerarentekort niet wachten tot een volgend kabinet. “Hoe nobel de intenties ook zijn, het doet wat ons betreft geen recht aan de strijd die nú moet plaatsvinden. Wij willen de druk vol op de ketel houden bij dit kabinet om leraren hun verdiende loon te geven - en dat bedoel ik een stuk positiever dan dat het klinkt”, aldus SP-Kamerlid Peter Kwint.
Op tafel ligt nog een amendement van GroenLinks en de PvdA om de onderwijsbegroting nu al structureel op te hogen met 423,5 miljoen euro. Over de amendementen en de begroting zelf wordt in de week van 3 december gestemd. Dat dit voorstel steun krijgt van coalitiepartijen lijkt erg onwaarschijnlijk. Minister Arie Slob verklaarde vorige week al dat meer structureel geld er wat het kabinet betreft niet in zit.
Deeltijd
Het begrotingsdebat resulteerde net als voorgaande jaren weer in een flinke grabbelton aan moties. Meerdere moties die erop gericht waren deeltijdleraren meer uren voor de klas te laten staan, onder meer door dat financieel aantrekkelijker te maken, haalden wel een meerderheid. Dat gold ook voor een oproep van de vier coalitiepartijen VVD, CDA, D66 en CU om de bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen te versoberen ‘en alles in het werk te stellen om werkloze leraren weer aan het werk in de klas te krijgen’. GroenLinks kreeg steun voor een voorstel om bevoegde leraren die buiten het onderwijs werken met een terugkeergarantie over te halen voor de klas te gaan staan.
Onvoldoende steun kregen oppositiepartijen PvdA, SP en GroenLinks voor een verzoek om de effecten van het lerarentekort op de kansengelijkheid inzichtelijk te maken. Die motie lag in het verlengde van een eerdere oproep om het lerarentekort landelijk te gaan registreren, een verzoek waar door het kabinet overigens geen gehoor aan is gegeven.