Onrust in de lerarenkamer, want ChatGPT zet in een oogwenk boekverslagen en profielwerkstukken in elkaar. Luidt dit het einde in van schriftelijke werkstukken als toetsvorm? Of zal het onderwijs een antwoord vinden, net zoals op de rekenmachine, Wikipedia en websites vol uittreksels? Zo ga je slim om met deze kunstmatige intelligentie.
Furkan Sogut, leraar Nederlands op NSG Groenewoud en Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen, daar ook sectievoorzitter: “Geef in het landelijke curriculum meer aandacht aan mondelinge taalvaardigheid. Laat ze getypte opdrachten op school maken onder toezicht en zoveel mogelijk schrijfopdrachten met de hand. Nu krijg ik getypt werk binnen met een rijke woordenschat van leerlingen die ik zo niet ken.”
Jörgen Apperloo, leraar Nederlands op het Fioretti College Lisse: “Ik liet ChatGPT live in de klas schrijven over de voor- en nadelen van kernenergie. Dat maakt heel inzichtelijk hoe je alinea’s opbouwt, geen leerling die het lukt op dat niveau. Maar toen vroeg ik het stuk uit te breiden met een bronvermelding. Wat daar verscheen, bleek verzonnen. Ik had specifiek om bestaand onderzoek moeten vragen. ChatGPT maakt geen onderscheid tussen feit en fictie.”
Hendrik Atze van Doezum, docent in Buitenpost en geschiedenisleraar van het jaar 2022: “Laat hem voor je werken: een opdracht over goden in de oudheid voor 12- tot 15-jarigen waarbij ze zich inleven in een Griekse priester. Daar legt ChatGPT een fundament en zo kan het leerlingen helpen om op weg te komen. Leer ze om niet de makkelijke weg kiezen door het letterlijk over te nemen, net zoals met de antwoorden van Google. Kun je er als leraar nog niet mee overweg, leer het dan, bijvoorbeeld via tips in Linkedin-groepen.”
Jörgen Apperloo: “Onze schrijfopdrachten draaien altijd om actuele onderwerpen en ChatGPT komt niet verder dan 2021.” Felienne Hermans hoogleraar vakdidactiek van de informatica Vrije Universiteit: “Ik geef ook les in het voortgezet onderwijs en daar kan ik zeggen: ‘Hé maatje, wat staat hier eigenlijk?’ Als ze het niet kunnen uitleggen, vallen ze meteen door de mand.”
Laura Borghols, leraar Nederlands in Leidschendam: “Na de vakantie kregen ze pen en papier, mobieltjes in de telefoontas en geen laptops. Over hun boek moesten ze drie vragen beantwoorden: geef een korte samenvatting in honderd woorden, zeg iets over het belangrijkste personage en beschrijf de scène die je het meest is bijgebleven. Als ik dan een tekst krijg over gevangenen in de kamers van Damascus van iemand die De donkere kamer van Damocles gelezen zou hebben, dan weet ik het wel.”
Felienne Hermans: “Als ik ze nu pen en papier laat pakken om een essay te schrijven is ChatGPT nergens.”
Furkan Sogut: “Help leerlingen met een handschriftcursus. Op examens moeten ze ook met de hand schrijven en als corrector moet ik het fout rekenen als ik het niet kan lezen.”
Thijmen Sprakel, leraar Engels en muziek in Hellevoetsluis: “Bij een methode met acht hoofdstukken hoef je niet acht so’s en repetities te geven. Drie toetsen kunnen ook laten zien dat je de kerndoelen en de eindtermen hebt gehaald. Dat schept ruimte om ze met de hand een betoog te laten schrijven zonder lijntjes naar de buitenwereld, op basis van hun eigen kennis. Zwaar nakijkwerk, maar je leert ze wel goed kennen.”
Thijmen Sprakel, leraar Engels en muziek in Hellevoetsluis: “Bij een methode met acht hoofdstukken hoef je niet acht so’s en repetities te geven. Drie toetsen kunnen ook laten zien dat je de kerndoelen en de eindtermen hebt gehaald. Dat schept ruimte om ze met de hand een betoog te laten schrijven zonder lijntjes naar de buitenwereld, op basis van hun eigen kennis. Zwaar nakijkwerk, maar je leert ze wel goed kennen.”