Zelfontwikkeld leerling-profiel geeft leerlingen beter zelfbeeld
Jacqueline Nobels, leerkracht groep 8 op de Peppelaer in Haarlem, laat zich niet meer leiden door de uitslag van de doorstroomtoets (voorheen eindtoets). Ze ontwikkelde samen met haar collega’s het leerling-profiel, waarmee ze met een bredere kijk tot een weloverwogen eindadvies komt.
Nobels zag jarenlang hoe verschrikkelijk de stress voor de eindtoets was bij haar leerlingen. “Ik vond het pijnlijk om te zien, gewoon kindermishandeling. Een van de beste rekenaars uit mijn klas liet ik voorafgaand aan de toets klassikaal een voorbeeldopgave maken. Hij had een black-out en was volledig in paniek. Het bleek dat hij twee nachten niet geslapen had van de stress. Hij is niet de enige. De hele groep staat in de week van de eindtoets stijf van de spanning omdat ze ‘moeten presteren’. Waar zijn we mee bezig? Zo’n toets is een momentopname, wat zegt dat echt over al die jaren basisschool?”
Hokjes
Ook zag de groep 8-leerkracht regelmatig dat kinderen zichzelf dom vinden, omdat ze met de verplichte leerlingvolgsysteemtoetsen en met de eindtoets constant vergeleken worden met anderen en in hokjes worden geplaatst. “Een super lieve leerling die niet zo goed met zijn hoofd kan leren, zei terneergeslagen tegen mij: ‘Juf, waarom zou ik de eindtoets maken, we weten allebei toch dat ik dom ben.’ Dat raakt mij zo erg! Hij heeft zoveel andere kwaliteiten die met de toets onderbelicht blijven”, aldus Nobels.
Juf, waarom zou ik de eindtoets maken, we weten allebei toch dat ik dom ben
In 2021 besloten Nobels en haar collega’s zich niet meer te laten leiden door de eindtoets en ook toetsgegevens niet meer uitgeprint mee naar huis te geven (behalve die van de eindtoets vorig schooljaar) om ze minder belangrijk te maken. Directe aanleiding was een webinar dat ze volgden van toetsexpert Karen Heij. Volgens onderzoek van Heij schort er veel aan de eindtoets. Nobels: “De toets zegt bijvoorbeeld alleen iets over hoe een leerling presteert ten opzichte van andere leerlingen in Nederland in datzelfde jaar. Als er veel sterke rekenaars in een schooljaar zitten, kan een kind slechter scoren dan als hij dezelfde toets op een ander moment zou maken.” Toen de leerkrachten de beperkingen van de toets inzagen, wilden ze niet meer verder op die weg.
Toen de leerkrachten de beperkingen van de toets inzagen, wilden ze niet meer verder op die weg
Voorheen leunden Nobels en haar collega’s voor 80 procent op de uitslag van de Cito-eindtoets en werkten daar in de dagelijkse lessen naartoe. “Dat wilden we anders, maar hoe?” De Peppelaer-directeur, Dagmar Jeurissen, kwam na een zoektocht uit bij een schoolbestuur en een samenwerkingsverband die los van elkaar al wat op papier hadden gezet. “Daar hebben wij als school met veel overleg ons eigen sausje overheen gegooid”, aldus Nobels. Het is een soort logboek geworden dat de leerkrachten bijhouden voor de leerlingen vanaf groep 6, genaamd het leerling-profiel.
Leerlingen worden in het leerling-profiel beoordeeld op tien domeinen: eigenaarschap, inzet, concentratie, probleemoplossend vermogen, plannen, zelfreflectie, zelfstandigheid, sociale relaties en op rekenen en taal. Onder taal valt (begrijpend) lezen, spelling, grammatica, schrijven en presenteren. “We kijken bij elk onderdeel genuanceerd waar iemand staat en kleuren het bijbehorende vakje in het logboek”, aldus Nobels. “Bij het domein concentratie kijken we bijvoorbeeld hoe lang de leerling zich kan concentreren, laat hij zich makkelijk afleiden, kan hij zich beter concentreren bij een theoretische of juist bij een praktische opdracht et cetera.”
Toetsdruk
De Peppelaer werkt sinds vorig schooljaar met het leerling-profiel. De leerkracht vult dit in en bespreekt het één of twee keer per jaar met de leerling, waarbij ouders toehoorder zijn. “Dit doet veel meer recht aan de kinderen. Doordat je zoveel punten bespreekt, weten kinderen waar ze sterk in zijn en waarin ze nog kunnen groeien. We vergelijken een leerling nooit met een ander, maar alleen met waar hij eerder stond, zodat hij in elke stap van zijn ontwikkeling vooruitgang kan zien. We spreken niet over goed of fout, hoger of lager. Bij de één past het gewoon meer om met de handen te werken en de ander werkt liever met zijn hoofd. Ouders vragen we ook om er zo over te praten. De leerlingen voelen zich daardoor veel minder in een hokje geplaatst”, aldus Nobels.
Doordat je zoveel punten bespreekt, weten kinderen waar ze sterk in zijn en waarin ze nog kunnen groeien
Uiteraard neemt de leerkracht de verplichte doorstroomtoets nog steeds af en moet ze de toetsresultaten delen, maar dit is geen hoofdonderwerp van het adviesgesprek meer, waardoor de ergste toetsdruk er bij de leerlingen af is. “Het eindadvies bespreken we met een groep collega’s en geef ik aan de hand van het leerling-profiel. Doordat het advies meer op maat is, wijkt het soms iets af van de doorstroomtoets, maar niet veel. Idealiter geef ik helemaal geen eindadvies meer en komt dat pas een paar jaar later op de middelbare school, als de leerling zich verder heeft ontwikkeld. Dat gebeurt in veel landen om ons heen. Maar zo lang het schoolsysteem niet verandert, vind ik ons leerling-profiel de meest passende oplossing. Het kost veel tijd om het in te vullen, maar dat is het meer dan waard."