'Willekeur dreigt bij loonsverhoging voortgezet onderwijs'
De oproep van de VO-raad om zonder cao een beperkte loonsverhoging door te voeren, leidt tot willekeur. Daarvoor waarschuwen de gezamenlijke vakbonden AOb, CNV Onderwijs, FNV Overheid en FvOv. AOb-hoofdbestuurder Henrik de Moel: “Loonsverhoging van leraren en onderwijsondersteuners wordt afhankelijk van de goede wil van het schoolbestuur.”
De cao-onderhandelingen in het voortgezet onderwijs liggen nog steeds stil, de vakbonden bereiden acties voor. Ondertussen roept de VO-raad de schoolbesturen op om per 1 juni een structurele loonsverhoging van 2,35 procent te gaan betalen.
Geen rechtszekerheid
De oproep is ongetwijfeld bedoeld om de vakbonden de wind uit de zeilen te nemen en acties – zoals stakingen – te voorkomen. Maar zo’n oproep kan wel leiden tot willekeur, zo waarschuwen de vakbonden. “Het hangt straks van elk individueel bestuur af of ze hun leraren en onderwijsondersteuners salarisverhoging gaan geven", zegt AOb-hoofdbestuurder Henrik de Moel. "De werknemers hebben dus geen enkele rechtszekerheid. Dat vinden wij onacceptabel. Wij willen een brede, algemene cao met bindende afspraken.”
“Het hangt straks van elk individueel bestuur af of ze hun leraren en onderwijsondersteuners salarisverhoging gaan geven."
Verder eisen de bonden meer salarisverhoging dan de 2,35 procent die de VO-raad nu voorstelt. Bovendien was het de bedoeling dat die salarisverhoging al op 1 januari zou ingaan, en niet pas op 1 juni.
Werkdruk
En tenslotte gaat de VO-raad er met het salarisadvies aan voorbij dat er dringend iets gedaan moet worden aan de steeds oplopende werkdruk. Want die werkdruk gaat ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. De bonden eisen minder lessen (in stappen terug naar 20 uur per week), kleinere klassen en minder werkdruk voor onderwijsondersteuners.