PO

Werkdrukgeld zorgt voor meer lucht in het primair onderwijs

Het geld uit het werkdrukakkoord zorgt op basisscholen voor meer lucht. Zo is het aandeel personeelsleden dat aangeeft het werk ‘moeilijk’ of ‘emotioneel belastend’ te vinden de afgelopen twee jaar gedaald. Demissionair Onderwijsminister Arie Slob verandert daarom niets aan de manier waarop hij het geld verstrekt: direct aan de schoolteams zelf.

Tekst Karen Hagen - webredactie - - 3 Minuten om te lezen

den-haag-9-februari-2018-akkoord-ocwfoto-martijn-beekman-3

Beeld: Martijn Beekman/Rijksoverheid

Dat liet de demissionair minister onlangs weten in een brief aan de Tweede Kamer. Slob gaat zelfs bij onderwerpen die goed op de school zelf besloten kunnen worden ook kiezen voor deze aanpak. Bijvoorbeeld bij de begeleiding van startende leraren en schoolleiders en professionalisering.

De minister is ‘erg tevreden’ omdat het werkdrukakkoord lijkt bij te dragen aan de verlaging van werkdruk. Uit onderzoek van Oberon blijkt dat het werkdrukgeld ervoor zorgt dat teamleden meer ‘eigenaarschap’ voelen. Ze mogen zelf meebeslissen waar het geld aan wordt besteed en teams komen tot extra afspraken die de werkdruk verlagen zonder dat daar geld voor nodig is, zoals het anders inrichten van vergaderingen of minder activiteiten organiseren. Al met al krijgen teams meer inzicht in elkaars werk, aldus Slob.

De AOb sloot samen met de Onderwijsminister en de andere bonden in 2018 een akkoord om de werkdruk te beteugelen. In het schooljaar erna kregen alle scholen 237 miljoen euro voor werkdrukverlaging, dit bedrag loopt elk jaar op en zal in 2024/2025 430 miljoen euro structureel zijn. De bonden drongen erop aan om de besluiten bij de schoolteams zelf te laten.

Minder druk

Een tussenevaluatie - uitgevoerd door onderzoeksbureau Oberon over de eerste twee schooljaren met werkdrukgeld - laat zien dat de werkdruk daadwerkelijk is verminderd. Zo gaven in 2020 minder personeelsleden aan dat ze ‘vaak’ of ‘altijd extra hard’ moeten werken. Dit is, volgens de onderzoekers, met 8 procentpunt gedaald vergeleken met 2017. Ook het aantal werknemers dat zegt het werk ‘moeilijk’ of ‘emotioneel belastend’ te vinden is de afgelopen twee jaar gedaald. Dit percentage ligt zelfs lager dan in 2009.

Daarnaast merkt het personeel vaker dat ze hun werk goed kunnen uitvoeren en vaker kunnen bepalen hoe ze dat doen, in welke volgorde en in welk tempo. Ook geeft de meerderheid van het personeel in het primair onderwijs (67,3 procent) aan dat de werkdruk enigszins is gedaald. Zij ervaren dit vaker dan hun collega’s in het speciaal onderwijs.

Top drie

De meeste werkdruk voelen leerkrachten van leerlingen die een speciale ondersteuning nodig hebben vanwege hun gedrag of op het gebied van leren. Handelings- en ondersteuningsplannen opstellen, uitvoeren en evalueren staat ook in de top drie van werkdrukveroorzakers. Klassengrootte, alles rondom toetsen en activiteiten organiseren die niet tot het curriculum behoren, noemt onderwijspersoneel daarnaast vaak als verhoging van de werkdruk.

Het werkdrukgeld is met 90 procent het vaakst uitgegeven aan extra personeel, de overige 10 procent besteedden scholen aan nieuwe materialen of professionalisering. Vooral onderwijsassistenten, vakleerkrachten voor gym of muziek en invalleerkrachten zijn aan de slag gegaan binnen de scholen.

Instemming

Scholen zijn goed bezig met het werkdrukgeld, ziet Oberon. Op bijna alle scholen, 98 procent, heeft de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad ingestemd met het plan hoe het geld in te zetten. Meer dan de helft van de scholen kreeg van het schoolbestuur volledige vrijheid om geld te besteden en bij een vijfde heeft het bestuur vooraf geen eisen gesteld, maar achteraf wel het plan bekeken. Slob meldt aan de Kamer dat scholen goed verantwoording afleggen over het werkdrukgeld. ‘Uit jaarverslagen van de schoolbesturen wordt duidelijk dat de procesafspraken goed worden gevolgd.’

Lees ook: 'Werkdrukgeld brengt verlichting op meeste scholen'