HBO
WO&O

AOb: 'Geen consequenties voor personeel dat vreedzaam demonstreert'

Vanwege de felle pro-Palestijnse protesten in het hoger onderwijs komen hogescholen en universiteiten vandaag met een gezamenlijke, landelijke richtlijn. Protesteren mag, staat daarin, als je je aan de huisregels houdt.

Tekst Hoger onderwijs persbureau (HOP) en Joëlle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

Domplein Utrecht woe 8 mei 2024 JP

Ook op het Domplein in Utrecht werd op woensdag 8 mei gedemonstreerd door onder andere studenten en medewerkers van de Universiteit Utrecht

Moet je wel of niet praten met gemaskerde demonstranten? Laat je bezetters wel of niet de nacht doorbrengen in een gebouw? De nieuwe richtlijn van hogescholen en universiteiten in Nederland geeft bestuurders veel ruimte.

Werkgevers slaan een kalme toon aan in het document. “Kennis en kritische geluiden zijn het kloppend hart van universiteiten en hogescholen”, is de eerste zin. “Daarbij horen inhoudelijke debatten en ook de mogelijkheid om te protesteren.” En verderop: “Protesteren op de universiteit en hogeschool mag dan ook.” Tenminste, zolang de demonstranten de ‘huisregels’ volgen. Want universiteiten en hogescholen vinden het belangrijk “dat iedereen (o.a. studenten, medewerkers en bezoekers) zich veilig kan voelen op de campus”.

AOb: 'Wees duidelijker over het vrijwaren van personeel dat deelneemt aan een vreedzaam protest'

“Deze richtlijn had besproken moeten worden met het personeel en de bonden", vertelt Donald Pechler, bestuurder voor de AOb. "Het is onduidelijk of dit is gebeurd en in hoeverre medewerkers hebben ingestemd met dit nieuwe protocol.”

 

De AOb maakt zich hard voor het demonstratierecht. “Universiteiten moeten veel duidelijker zijn over het vrijwaren van personeel dat deelneemt aan een vreedzaam protest. Daar mogen geen consequenties aan verbonden worden. Veel collega’s met een tijdelijk contract maken zich hier zorgen over.”

Geen rode lijn

De praktijk van demonstreren is weerbarstig. Het bezetten van een gebouw is niet toegestaan en het onderwijs moet gewoon door kunnen gaan, maar de instellingen trekken geen rode lijn. Ze zeggen dus niet: als je een gebouw bezet, komt de mobiele eenheid je sowieso verwijderen.

Universiteiten en hogescholen “kunnen aangifte doen”, staat in de richtlijn. Overnachten in de gebouwen en op de terreinen van de instelling is “zonder toestemming” niet toegestaan, wat de mogelijkheid openlaat om toestemming te verlenen. Dat is gisteren bijvoorbeeld in Maastricht gedaan. Pas na aangifte kunnen burgemeester, politie en Openbaar Ministerie besluiten om de mobiele eenheid erop af te sturen. Ter illustratie, bij de Universiteit van Amsterdam (UvA) gebeurde dat vorige week op maandagavond wel, dinsdagavond niet en daarna weer wel.

De strengste bepaling is deze: “Protest op locaties en in ruimtes die evident een gevaar kunnen opleveren voor personen, dieren en milieu (zoals bijv. laboratoria) wordt niet getolereerd.” Helemaal aan het einde staat: “Universiteiten en hogescholen doen altijd aangifte van strafbare feiten, zoals bedreiging, geweld, vernieling of openlijk geweldpleging.” Maar dat kan ook achteraf, dus dat hoeft niet tot ontruiming te leiden.

Geen gezichtsbedekkende kleding

In de richtlijn gaat het ook over de sjaals en maskers die sommige demonstranten voor hun gezicht dragen. “Het is (bij wet) niet toegestaan om gezichtsbedekkende kleding (bv integraalhelm, bivakmuts, masker, gezichtssluier) te dragen”, noteren de onderwijsinstellingen. Het gaat dan om een wet over het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen.

Maar wat gebeurt er als de demonstranten het toch doen? Dan wordt er “gevraagd” om de locatie te verlaten of om de gezichtsbedekking af te doen. Er staat ook dat universiteitsbestuurders niet onderhandelen met personen die gezichtsbedekkende kleding dragen.

Strafbare feiten

De bestuurders schuiven een deel van de verantwoordelijkheid in de schoenen van de organisatoren van protesten. Die kunnen zeggen dat ze vreedzaam zijn en dat maar een klein groepje vernielingen aanricht, maar daar nemen de bestuurders geen genoegen mee.

De organisatoren “wordt gevraagd” erop toe te zien dat er geen strafbare feiten worden gepleegd. Het gaat dan om “geweld, bedreiging, discriminatie, vernieling of lokaalvredebreuk”, verklaren de instellingen. “Meer in het algemeen geldt dit ook voor intimiderend gedrag, anonieme uitingen of andere wanordelijkheden.”