Alle

Webcamdocent moet leerling voor zich winnen

Videolessen worden soms aangeprezen als een belangrijke maatregel tegen het lerarentekort. Twee leraren vertellen over hun ervaringen. De één is enthousiast, de ander principieel tegen.

Tekst Joelle Poortvliet - redactie Onderwijsblad - - 5 Minuten om te lezen

gouda-merel-hoogendoorn44zzp-videodocent-duits-geeft-les-vanuit-haar-werkkamer-aan-groep-l1m3-van-het-da-vinci-college-in-leiden

Beeld: Angeliek de Jonge

Videolessen in het primair onderwijs komen vooralsnog niet van de grond, blijkt na een rondje bellen. In het voortgezet onderwijs zijn er een aantal videodocenten actief.

Tegenstander

Het is alweer een jaar of acht geleden dat Joris Borgdorff videolessen gaf in wiskunde D. Op zijn vorige school, hij werkt nu voor het Calscollege in Nieuwegein, werd een hightech lokaal ingericht, waarbij Borgdorff werd gefilmd en direct gestreamd naar drie andere scholen waar de leerlingen hem op een scherm zagen.

Vaak was de internetverbinding niet goed genoeg, of waren er andere technische mankementen

Op deze manier gaf Borgdorff zo’n 35 vwo-ers ongeveer twee jaar lang les, tussen 2011 en 2013. De apparatuur werd bekostigd door het ministerie van Onderwijs (OCW) dat toen al op zoek was naar manieren om lessen te geven met minder leraren. Zodra de testperiode en het door OCW bekostigde servicecontract ophielden, stopten ook de videolessen. Logisch, denkt Borgdorff, die er open inging, maar nooit enthousiast werd. “Vaak was de internetverbinding niet goed genoeg, of waren er andere technische mankementen.” Maar ook roosters van de verschillende scholen bleken onverenigbaar. “Op de ene school duurt een les zestig minuten, op de andere vijftig.”

“Scholen gaan hun rooster echt niet aanpassen voor een klein vakje zoals wiskunde D.” Maar belangrijker voor hem: er viel nauwelijks een band met de leerlingen te smeden die hij door het oog van de camera zag. “Lesgeven is voor mij die band met leerlingen uitbuiten, zodat ik ze aan het leren krijg.”

Puur iets uitleggen kan misschien wel via een videoverbinding, maar voor mij is het vooral relevant om te kijken wat er daarna gebeurt, in de schriften

Kijken vormt de basis van Borgdorffs pedagogiek. Rondlopen en over de schouders gluren hoe leerlingen de sommen maken, om daar vervolgens een vraag over te stellen, of aanwijzingen voor te geven. “Puur iets uitleggen kan misschien wel via een videoverbinding, maar voor mij is het vooral relevant om te kijken wat er daarna gebeurt, in de schriften.”

Als je die lijn doortrekt dan zit de docent straks bij de methode in

Ook als alle technische uitdagingen worden geslecht, is Borgdorff geen voorstander. Zeker niet als videolessen het lerarentekort moeten oplossen. Hij noemt het ‘een hellend vlak’, waarbij aan belangrijke onderwijsdoelen zoals personificatie en socialisatie wordt voorbijgegaan. Borgdorff vreest vooral de invloed van grote educatieve uitgeverijen. “Een collega van me is laatst gepolst: of ze haar lessen voor Noordhoff wilde opnemen. Als je die lijn doortrekt dan zit de docent straks bij de methode in. Alle leerlingen een headset op en klaar. Veel goedkoper voor de school dan een eigen docent in dienst nemen natuurlijk. En je hebt weinig gezeik met de kinderen. Maar ja, in feite maak je ze ook monddood.”

Voorstander

Sinds de start van dit schooljaar zitten de vmbo-leerlingen van Merel Hoogendoorn op vrijdagochtend gewoon in hun klaslokaal, van het Da Vinci College in Leiden. Met een onderwijsassistent erbij. Hoogendoorn geeft ze die ochtend Duits vanuit huis. “Ik heb al een halve baan als docent Duits in mijn woonplaats Gouda en was niet per se op zoek naar iets erbij, maar ik dit vond ik wel een hele mooie uitdaging.”

Het was dit jaar Duits via een videoverbinding, of helemaal geen Duits

Hoogendoorn heeft twee kinderen, een man met een drukke baan en een hond. “Alles zit helemaal dicht met brengen, halen, hond uitlaten. Vrijdagochtend om half negen in Leiden? Dat red ik helaas niet.” En voor de brugklassers van het Da Vinci College was het dit jaar Duits via een videoverbinding, of helemaal geen Duits. De school kreeg haar vacature niet vervuld en koos, in samenspraak met de ouders, voor de videoverbinding. Sindsdien trekt Hoogendoorn alles uit de kast om goede lessen te maken. “Het is heel anders dan gewoon lesgeven. Alles draait om de livestream.”

De onderwijsassistent is cruciaal voor het orde houden

Voor elke les maakt Hoogendoorn een powerpoint waarin ze al haar materiaal plakt. Vanuit het perspectief van de leerlingen wordt ze zelf ‘een klein poppetje rechtsonder in beeld’. Na wat kinderziektes loopt het goed. “Mijn stemgeluid moet heel goed te horen zijn in het klaslokaal, dat was in het begin nog niet het geval. En ik heb in mijn werkkamer sinds kort een tweede, groter beeldscherm waarop ik de klas beter zie: wie zit er mee te doen en wie doet stiekem iets anders? De onderwijsassistent is cruciaal voor het orde houden, maar ik wil de leerlingen ook goed in beeld hebben.”

Tieners van nu zijn gek op youtubers en vloggers. Die zien ze toch ook niet live bij hen in dezelfde ruimte?

Net als collega docent Joris Borgdorff vindt Hoogendoorn de relatie met haar leerlingen cruciaal, maar ze denkt dat deze prima op afstand kan ontstaan. “De huidige generatie steekt anders in elkaar. Tieners van nu zijn gek op youtubers en vloggers. Die zien ze toch ook niet live bij hen in dezelfde ruimte?” Grapjes maken of corrigeren, ze doet het allemaal via het scherm. “Soms zeg ik: allemaal even een duckface! Of als het heel druk is, verzucht ik: jongens, ik word helemaal gek, ik zet jullie even op mute.”

Ze nam de klassen via de webcam mee op een rondleiding door haar huis. “Dit is de cavia, dit is de hond. En dan in het Duits natuurlijk.” Hoogendoorn is tevreden over de vorderingen van de leerlingen. “Ze leren als een malle. En ik denk dat het met die band wel goed zit. Ze vragen me: komt u ook naar het kerstontbijt, of naar het Halloweenfeest?” Op die gelegenheden kon Hoogendoorn niet, maar onlangs bezocht ze de school wel, want af en toe elkaar en de collega’s van de sectie zien is belangrijk. “Toen ik binnenkwam voelde ik me net een popster. Kijk! Daar is ze. Daar is ze in het echt.”

Het ministerie probeert op meerdere manieren het lerarentekort aan te pakken, helaas met nog weinig resultaat, leer hier meer.