Vooral ‘G5’ profiteert van kabinetsgeld tegen lerarentekort
De 32 miljoen die het kabinet dit voorjaar structureel beschikbaar stelde om het lerarentekort te bestrijden, gaat vooral naar vijf grote steden: Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Almere.
Daarmee komt minister Arie Slob tegemoet aan de terugkerende roep van ‘de G5’ om voorrang. De steden kennen relatief veel scholen in achterstandswijken waar het lerarentekort het hardst toeslaat. Ook is het leven er duurder. Alle leraren in het Amsterdamse primair onderwijs (po) krijgen daarom vanaf september een jaarlijkse toeslag. In 2020 is dat 1.000 euro bruto bovenop hun salaris. Po-leraren op scholen met veel leerlingen met risico op een onderwijsachterstand – in Amsterdam zijn dat er volgens de Volkskrant ongeveer één op de drie – krijgen 2.500 euro. De vier andere steden zetten vooral in op extra begeleiding van (startende) leraren en op meer ondersteunend personeel.
Maatwerk voor zij-instromers
Cijfers die het Onderwijsblad ontving van ministerie van Onderwijs laten zien dat de vijf grote steden vanaf 2021 jaarlijks 21 miljoen extra ontvangen. Daarnaast komt er per jaar 11 miljoen meer beschikbaar voor pabo’s en lerarenopleidingen, bedoeld om zij-instromers meer maatwerk te bieden en hen op stagescholen beter te begeleiden. Onderstaande tabel laat zien hoe het extra geld vanaf dit jaar wordt verdeeld.
Extra geld voor | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Vijf grote steden | 17 miljoen euro | 21 miljoen euro | 21 miljoen euro | 21 miljoen euro |
Lerarenopleidingen | 11 miljoen euro | 11 miljoen euro | 11 miljoen euro | 11 miljoen euro |
‘We hadden op meer geld gehoopt’, zei de Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman afgelopen dinsdag in de Volkskrant: ‘Maar dit is een mooie eerste stap. Het is erkenning voor het feit dat op sommige plekken meer van leraren wordt gevraagd en dat ze op sommige plekken harder nodig zijn.’
Eindhoven is groter
Op sociale media wordt zowel dankbaar als kritisch gereageerd. Max Tollenaar, voorzitter van de GroenLinks fractie in Eindhoven schrijft op Twitter: ‘Sinds wanneer behoort Almere (213.100 inwoners) tot de G5? Eindhoven (234.401 inwoners) is toch echt groter...’. Peter Dooijeweerd is bestuursvoorzitter van de Delta Scholengroep in Arnhem. Hij zegt op Twitter: ‘Moeilijk dit. Natuurlijk moet er wat gebeuren, maar G5 die zelf zaken doet met kabinet holt een krachtige, gezamenlijke positie van de PO sector verder uit. Klinkt als een aanmoediging voor Arnhem, Nijmegen, Enschede, Zwolle, Amersfoort en ’s Hertogenbosch.’
Kwetsbare gebieden
Die aanmoediging was niet nodig, want afgelopen dinsdag klommen ook vijftien steden, waaronder Arnhem, in de pen om te wijzen op corona-gerelateerde problemen in hun wijken. De burgemeesters van de G4, maar bijvoorbeeld ook van Nieuwegein, Heerlen en Schiedam, ondertekenden het manifest ‘Kom op voor de meest kwetsbare gebieden’. Hierin noemen zij het lerarentekort een groot risico voor kinderen die opgroeien in achterstandsbuurten en pleiten ze voor een ‘verhoging van de salarissen voor goede leraren’.
Wanneer de politiek durft te kiezen, investeren ze in onderwijs overal
AOb-voorzitter Eugenie Stolk: “Eerst was het de G3, toen de G5 en nu zijn het vijftien steden. Natuurlijk zijn we blij dat er extra geld is voor de G5, maar het lerarentekort is helaas langzamerhand overal voelbaar. Wanneer de politiek durft te kiezen, investeert ze in onderwijs overal.”