Vmbo-stapelaars nog niet zonder drempels naar havo
Vmbo-leerlingen die dit schooljaar slagen voor hun eindexamen, krijgen nog geen recht om zonder voorwaarden door te stromen naar havo-4. Door vertraging van de wetgeving mogen scholen extra eisen blijven stellen aan deze instromers.
Zo’n vijftien procent van alle geslaagden van de gemengde/theoretische leerweg van het vmbo stroomt op dit moment door naar 4 havo. De school mag nu nog eisen stellen aan de instroom, en doet dat ook. De belangrijkste eis is dat leerlingen op hun vmbo-eindexamen minimaal een 6,8 als gemiddeld eindcijfer moeten hebben behaald.
Het kabinet en de Tweede Kamer willen echter af van die toelatingseis. Leerlingen met een diploma van de gemengde of de theoretische leerweg van het vmbo zouden recht krijgen om zonder hordes door te stromen naar de havo, als zij in ten minste één extra algemeen vormend vak eindexamen hebben gedaan.
Doorstroomrecht
Dit wettelijk doorstroomrecht zou dit jaar ingaan, maar de wetgeving is vertraagd en wordt pas binnenkort naar de Tweede Kamer gestuurd. Daarna moet het voorstel nog door de Eerste Kamer. Invoering vóór de start van komend schooljaar is daarmee een onhaalbare kaart.
Veel havo-opleidingen lijken niet bereid om, als overgangssituatie, hun instroomeisen vast te schrappen. De VO-raad wees er al eerder op dat vmbo-leerlingen met een laag gemiddeld examencijfer duidelijk meer kans lopen om op de havo te blijven zitten of uit te vallen.
In Amsterdam stroomt 21,6 procent van de leerlingen van de gemengde/theoretische leerweg door naar de havo
Volgens de Onderwijsinspectie zijn er overigens grote regionale verschillen in de doorstroom van vmbo-leerlingen naar de havo. In Drenthe en Overijssel wordt weinig gestapeld (12 procent), in Noord Holland meer (19 procent) en in de vier grote steden stapelen de leerlingen het meest. Met Amsterdam als koploper: daar stroomt 21,6 procent van de leerlingen van de gemengde/theoretische leerweg door naar de havo.
Als het doorstroomrecht van kracht wordt zal het aantal stapelaars toenemen, schrijft de inspectie in de Staat van het Onderwijs. “De scholen staan dan voor de opgave om de overstap te stroomlijnen en om zittenblijven of uitval te voorkomen.”