Vaardigheden vo-leerlingen hollen verder achteruit
Leerlingen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs behaalden vorig schooljaar weer een ‘substantieel’ lager niveau bij de vakken Nederlands, rekenen en wiskunde dan voor de coronatijd, in 2018/2019. Dat baart demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul (VVD) zorgen.
Paul laat dat weten in een Kamerbrief die ze stuurde, samen met de vijfde voortgangsrapportage van het Nationaal Programma Onderwijs. Bij de brief zitten meerdere onderzoeken die de leerprestaties van leerlingen en studenten uit alle onderwijssectoren onder de loep nemen en vergelijken met de situatie voor de lockdowns en corona. Het NPO-geld wordt gebruikt om de achterstanden weg te poetsen.
Dalende trend
De NPO-monitor en een verdiepend onderzoek van Cito naar onderbouwleerlingen in het voortgezet onderwijs laat ‘een doorlopende dalende trend’ zien bij Nederlandse leesvaardigheid en woordenschat maar ook voor de vakken rekenen en wiskunde. De onderzoekers spreken van ‘grote effecten’. De achteruitgang is niet alleen te zien als je de cijfers vergelijkt met het pre-coronajaar 2018/2019, maar ook met het schooljaar 2021/2022. Wel is de daling voor rekenen en wiskunde minder sterk dan bij Nederlands.
De achteruitgang is ook zichtbaar in een Cito-analyse waarbij onderzoekers de referentieniveaus onder de loep namen. De Cito-onderzoekers zien dat meer leerlingen in 2022/2023 onder of op het lagere 1F-niveau presteren en minder leerlingen op het hogere 2F of 3F-niveau. Aan het eind van groep 8 moeten leerlingen het referentieniveau 1F halen. Niveau 2F heb je nodig om je in de wereld te kunnen redden. Vorig schooljaar haalde meer dan de helft (55 procent) van de onderbouwleerlingen vmbo-gt dat 2F-niveau niet voor leesvaardigheid. In 2018/2019 lag dit percentage nog op 38. Bij vmbo kb/bb gaat het om 78 procent en 64 procent.
Waardoor de achteruitgang komt, is niet helemaal duidelijk. In de monitor opperen schoolleiders en leraren dat het lastig is om vertragingen in te lopen. ‘Als je kennis of vaardigheden mist, begrijp je wat daarna komt vaak ook niet’, zo staat in de rapportage. Ook de werkwijze in het onderwijs met lesmethoden leent zich niet goed voor het inhalen van achterstanden, zo stellen schoolleiders en leraren.
Als je kennis of vaardigheden mist, begrijp je wat daarna komt vaak ook niet
De situatie in de onderbouw van het vo baart Paul de meeste zorgen. Toch ziet zij ook een lichtpuntje, want leerlingen zijn in 2022/2023 beter gaan presteren op het vak Engels, vergeleken met voor de coronajaren. Hun woordenschat en leesvaardigheid is toegenomen. Netflix, games en sociale media zijn daarvoor een verklaring, denken de schoolleiders en leraren. ‘Buiten schooltijd zijn ze veel met deze taal bezig.’
Leerlingen zijn wel beter gaan presteren op het vak Engels. Netflix, games en sociale media is daarvoor een verklaring
Herstel
De minister is positiever over het primair onderwijs, waar herstel te zien is. Daar presteerden de leerlingen vorig schooljaar gemiddeld weer op het niveau van voor corona. ‘Leerlingen in groep 4 laten zelfs meer leergroei zien dan voor de pandemie’, aldus Paul. Toch zit er verschil in de schooljaren. Zo presteren bovenbouw-leerlingen minder goed. ‘Het inhalen van deze vertragingen heeft de komende periode daarom onveranderd onze aandacht.’
Waar de ministers ook naar blijven kijken, zijn de vaardigheden bij eindexamenkandidaten. Dit jaar was het eerste jaar na corona waarbij de eindexamenregels weer als vanouds waren. Leerlingen konden geen duimregeling inzetten, vaker herkansen of examens spreiden.
Leerlingen in groep 4 laten zelfs meer leergroei zien dan voor de pandemie
Onderzoek van Cito laat zien dat de vaardigheden van examenkandidaten uit 2023 vergeleken met 2019 daalden. Het vak Engels uitgezonderd. ‘De verschillen met voor corona zijn nog steeds middelgroot tot groot en groter dan reguliere jaarlijkse fluctuaties in gemiddelde vaardigheid per examen in pre-corona-omstandigheden.’ Wel is er een kanttekening, volgens de minister, want in de voorexamenjaren is er een toenemend aantal zittenblijvers te zien.
Studenten en onderzoekers
Over het mbo en het hoger onderwijs rapporteren de ministers ook. Daar zijn minder studenten uitgevallen en het aantal studenten met studievertraging is gedaald. In het wetenschappelijk onderwijs kregen onderzoekers met een tijdelijk contract hulp, zodat ze hun onderzoek toch konden afronden. Hier zijn ruim 5500 onderzoekers mee geholpen. Wel kampen studenten met mentale problemen.
De ministers laten weten dat de thema’s waarvoor het NPO-geld was bedoeld (aanpakken achterstanden, verbeteren welzijn) de komende tijd nog aandacht vragen. ‘Daarom worden veel doelstellingen van het NP Onderwijs in nieuwe beleidsprogramma doorgetrokken, bijvoorbeeld in het masterplan basisvaardigheden waar het om structureel geld gaat.'