Alle

Utrechts noodplan lerarentekort: meer geld, meer onbevoegden

De Utrechtse schoolbesturen, lerarenopleidingen en gemeente vragen ruim 15 miljoen euro van het rijk om de lerarentekorten in het basisonderwijs aan te pakken. Het geld moet onder andere worden ingezet voor begeleiding van starters en het werven van zij-instromers. Volgens het plan moet er echter ook meer ruimte komen voor het inzetten van onbevoegden en experimenten met onderwijstijd.

Tekst Webredactie - Rob Voorwinden - - 2 Minuten om te lezen

noodplan

Beeld: Typetank

‘Utrecht luidt nu de noodklok’, zo meldt het actieplan Utrecht Leert. ‘De stad groeit in hoog tempo en de vraag naar goed personeel voor het onderwijs neemt nog sneller toe.’ De Utrechtse lerarentekorten zijn, net als die van andere grote steden in de Randstad, echter hoog opgelopen. Om dat op te lossen vraagt de stad ruim 15 miljoen euro van het rijk.

Startpakket

Met dit geld willen de gemeente, schoolbesturen en lerarenopleidingen onder andere jaarlijks honderd leer-werkplekken voor zij-instromers creëren, met bijbehorende begeleidingstrajecten. Verder zou er een ‘startpakket’ moeten worden gemaakt om alle beginnende leraren te begeleiden, moet er een arbeidsmarktstrategie worden ontwikkeld om meer leraren te trekken en moet er een slimme werkwijze voor vervanging worden bedacht.

Alle zorgvuldig tot stand gekomen wet- en regelgeving wordt aan de kant gezet om maar iemand voor de klas te krijgen – het maakt niet uit wie

Daarnaast willen de scholen en de gemeente ruimte om flexibeler om te gaan met de verplichte onderwijstijd en om af te wijken van het wettelijk toegestane aantal vierdaagse schoolweken. Tot slot willen de schoolbesturen en de gemeente ook ruimte om af te wijken van het bevoegdhedenstelsel. Dat betekent dat er ook onbevoegden voor de klas moeten kunnen staan, zoals leraarondersteuners, onderwijsassistenten, gastdocenten of mensen die de leerlingen opvangen in plaats van lesgeven.

Werving

Dat inzetten van onbevoegden vindt de AOb zeer ongewenst. “Het plan bevat zeker een aantal goede maatregelen”, vindt AOb-bestuurder Jelmer Evers. “Zoals het beter begeleiden van starters en investeren in werving. Maar het is ongewenst om alle zorgvuldig tot stand gekomen wet- en regelgeving aan de kant te zetten om maar iemand voor de klas te krijgen – het maakt niet uit wie. In het uiterste geval worden de lessen zelfs vervangen door opvang. Dat is echt funest voor de kwaliteit van het onderwijs.”

Onbevoegden

Dat vindt ook de Onderwijsinspectie die in De staat van het onderwijs, dat onlangs verscheen, concludeert dat het inzetten van onbevoegden in basisonderwijs toeneemt. De onbevoegdheid onder starters steeg van 10 tot 25 procent. Deels gaat het om studenten die hun bevoegdheid nog moeten halen, maar 7 procent volgt én geen opleiding én is onbevoegd. ‘Deze ontwikkeling is onwenselijk, in strijd met de wet en heeft mogelijk consequenties voor de onderwijskwaliteit’, is het harde oordeel van de inspectie.

Grens

AOb-bestuurder Evers vindt het een goede zaak dat Utrecht veel uit de kast wil halen om de lerarentekorten op te lossen. “Maar ik trek een grens bij de bevoegdheden. Doe op dit punt geen water bij de wijn. Dat gaat ook ten koste van het aanzien en de aantrekkelijkheid van het vak, en dan span je het paard achter de wagen. Bovendien wordt het tekort daarmee onzichtbaar en haal je de noodzaak weg om het aan te pakken.”