HBO
WO&O

'Leg de onafhankelijkheid van universiteitsbladen vast in de wet'

De bladen van twee universiteiten lagen kort na elkaar onder vuur vanwege te kritische berichtgeving. De incidenten vormen een nieuw dieptepunt in de positie van de vrije universitaire pers.

Tekst rob voorwinden - redactie onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

Universiteitsbladen vogels 1 xfm

XF&M

Een zwijgplicht, een disfunctionerende directeur, angst onder medewerkers: drie onderdelen van een hoog oplopend conflict aan de TU Delft, dat het universiteitsblad Delta dit voorjaar aan het licht bracht. Het artikel kwam in april op de website.

Het stond er één dag. Want een advocaat van de directeur dreigde direct met aangifte wegens smaad of laster. En de juridische afdeling van de TU Delft stelde de hoofdredacteur persoonlijk aansprakelijk voor eventuele schade die de TU zou lijden.

“Ik had wel verwacht dat het artikel reacties zou oproepen”, zegt Saskia Bonger, hoofdredacteur van Delta. “Maar dat mijn eigen werkgever zou dreigen met juridische stappen vanwege mijn journalistieke werk waarvoor ik hier ben aangenomen - dat had ik niet zien aankomen.” De druk werd zo groot, dat Delta het stuk weer van de website haalde. 

Dat mijn eigen werkgever zou dreigen met juridische stappen, dat had ik niet zien aankomen

De vrees voor juridische stappen is niet ongegrond. In Eindhoven werd vorig jaar de hoofdredacteur van het universiteitsblad Cursor met onmiddellijke ingang uit zijn functie ontheven, na gesteggel over de tekst van een interview met de nieuwe rector magnificus. Uit protest zette de redactie van Cursor de website van het blad op zwart. De hoofdredacteur keerde niet terug. 

De twee zaken in Delft en Eindhoven vormen samen een nieuw dieptepunt in de positie van de vrije universitaire pers. Die positie is altijd al gespannen. De academische gemeenschap en de vrije wetenschap zijn, aan de ene kant, gebaat bij vrije discussie. En dus bij een vrije pers, die verslag doet van deze discussies en die eventuele misstanden op de instelling kan aankaarten.

Aan de andere kant wordt elk universiteitsblad betaald door de eigen universiteit. En universiteitsbestuurders hechten natuurlijk aan een open discussie en een vrije pers - totdat er een grote misstand op hun instelling wordt onthuld, of een bestuurder te lange tenen heeft. Dan wordt er gedreigd om de geldkraan van het blad dicht te draaien, of om bijvoorbeeld het blad onder te brengen bij de afdeling voorlichting.

Teruggedraaide democratisering

Er zijn traditioneel twee buffers die zouden moeten garanderen dat universiteitsbladen onafhankelijke journalistiek kunnen bedrijven: het redactiestatuut en de redactieraad. Het redactiestatuut is een verzameling spelregels voor verhoudingen tussen het blad en het universiteitsbestuur. “Maar zo’n statuut op zichzelf zegt niets”, zegt Joost van Kasteren, hoofd van de redactieraad van het blad Resource van de universiteit Wageningen. “Het gaat er om wat er precies in staat.”  

Dat laatste verschilt van universiteit tot universiteit en is soms ook wat vaag opgeschreven. Een commissie die onderzoek deed naar de affaire aan de TU Eindhoven, constateert bijvoorbeeld dat er in het statuut staat dat er sprake moet zijn van ‘evenwichtige berichtgeving die niet in strijd is met de belangen van de TU Eindhoven’.  

‘Deze passage is te ruim geformuleerd’, oordeelt de commissie. Maak duidelijk over welke specifieke belangen het hier gaat, is de aanbeveling, en wanneer een kwestie zo zwaar weegt dat een publicatie inderdaad het belang van de universiteit schaadt.

(Het artikel gaat verder onder de illustratie)

Beeld: XF&M

Ook voor de tweede buffer, de redactieraad, geldt dat de duivel in de details zit. Want de raad bemiddelt bij verschillen van inzicht tussen bestuur en universiteitsblad, maar wie bepaalt er welke personen er in die redactieraad zitten? Is de voorzitter van de raad bijvoorbeeld onafhankelijk, of is deze een werknemer van de universiteit - en dus uiteindelijk afhankelijk van het bestuur?  

‘Benoem bij voorkeur een voorzitter met aantoonbare journalistieke ervaring, die tevens in staat is boven de partijen en belangen te staan’, adviseert de commissie in Eindhoven. Dat laatste was in Eindhoven dus nog niet het geval - net als bij veel andere redactieraden aan andere universiteiten. 

Binnen elke instelling heeft het universiteitsblad traditioneel wel één trouwe partner: de medezeggenschapsraad. Zo’n raad volgt immers zelf ook kritisch de ontwikkelingen binnen de universiteit op de voet. ‘Er is een natuurlijk bondgenootschap tussen volwaardige medezeggenschap en onafhankelijke universitaire journalistiek’, schrijft raadslid Rien Wijnhoven in juni dit jaar bij zijn afscheid als voorzitter van de universiteitsraad van Tilburg.

Binnen elke instelling heeft het universiteitsblad traditioneel wel één trouwe partner: de medezeggenschapsraad

Maar het is de vraag hoe machtig de medezeggenschap nog is. “Vroeger had je bij de universiteit allerlei partijen die jou steunden en die ook kritische vragen konden stellen in de universiteitsraad”, zegt Van Kasteren van de redactieraad van Resource. “Maar de hele democratiseringsgolf is eigenlijk teruggedraaid. Universiteiten zijn zich steeds meer gaan opstellen als bedrijven - het is allemaal corporate dit, en corporate dat. En je ziet dat universiteitsbestuurders druk gaan uitoefenen om van hun blad een Philips Koerier te maken.” 

Dat gevecht winnen de bestuurders overigens niet altijd. De TU Delft heeft inmiddels excuses gemaakt voor het  inperken van de persvrijheid. ‘Delta is een onafhankelijk journalistiek medium’, meldt de collegevoorzitter op de website van de TU Delft. ‘Dat Delta ons kritisch volgt, is niet altijd leuk maar wel goed en nodig. En dat moet zo blijven.’

Regel het zelf

Dat kritische journalistiek nodig is, vindt ook oud-minister Robbert Dijkgraaf. ‘Onafhankelijke journalistiek en persvrijheid zijn een groot goed dat te allen tijde bewaakt moet worden’, schreef hij als antwoord op Kamervragen van de SP en GroenLinks. ‘Zeker binnen universiteiten waar academisch debat en kritisch denken bij uitstek hoog in het vaandel staan.’ 

Maar Dijkgraaf wilde zijn mooie woorden geen kracht bijzetten door de positie van de universiteitsbladen te verstevigen. ‘Het is de verantwoordelijkheid van de instellingen om invulling te geven aan het borgen van die onafhankelijkheid.’ Ook Dijkgraafs voorganger, Jet Bussemaker, hield de boot af. Na een affaire over kritische berichtgeving aan de Rijksuniversiteit Groningen, liet zij weten dat zij het niet nodig vond om de onafhankelijkheid van universiteitsbladen wettelijk te waarborgen. 

Hoofdredacteur Bonger van het universiteitsblad Delta vindt dat wél nodig. “De minister moet de onafhankelijkheid van bladen in de wet vastleggen. Het argument is steeds dat universiteitsbesturen mans genoeg zouden zijn om dit zelf te regelen, maar zo blijf je als blad dus afhankelijk van je bestuurder.”

Het is ook niet zo ingewikkeld om de positie van universiteitsbladen (en ook die van hogeschoolbaden, trouwens) in de wet vast te leggen, vindt Hein Cuppen, hoofdredacteur van het Hoger Onderwijs Persbureau. “Maak dat onderdeel van de kwaliteitszorg. De NVAO de instantie die toezicht houdt op de kwaliteit van universiteiten en hogescholen, kijkt of de medezeggenschap goed geregeld is. Laat ze dan meteen ook kijken of de voorwaarden voor onafhankelijke journalistiek op orde zijn.”

Ik hoop dat er op een gegeven moment een minister komt die de rol van de universiteitsbladen goed vastlegt

“Ik hoop dat er op een gegeven moment een minister komt die de rol van de universiteitsbladen goed vastlegt”, zegt Van Kasteren van de redactieraad van Resource. “Misschien dat minister Eppo Bruins daartoe genegen is?” 

Dat is niet ondenkbaar, want de minister zegt in zijn motivatiebrief voor het ministerschap dat hij ‘vanuit zijn diepste overtuiging’ de vrijheid van onderwijs, de academische vrijheid en de persvrijheid zal verdedigen. ‘En ik erken de noodzaak van onafhankelijke journalistiek.’ 

Mooi, vindt AOb-bestuurder Donald Pechler. Dus: boter bij de vis, beste minister. “Universiteitsbladen spelen een heel belangrijke rol in hun instellingen. Als zij misstanden niet kunnen aankaarten, kunnen die misstanden heel lang doorwoekeren terwijl het personeel er onder lijdt”, zegt Pechler. “Leg daarom de onafhankelijke positie van de universiteitsbladen goed vast - voordat ze het verenigingsblaadje van de sportclub worden.”

Dit artikel stond in het Onderwijsblad. Wil jij het blad ontvangen? Word lid!