Alle

Universiteiten protesteren voor structurele investeringen

De bezuinigingen van het kabinet in het wetenschappelijk onderwijs moeten van tafel. Structurele investeringen zijn nodig om niet achter te lopen op andere landen. Daarvoor demonstreert het universitair personeel aanstaande vrijdag in Den Haag. Hoogleraar Rens Bod van de Universiteit van Amsterdam, legt uit waarom de collegezalen leeg blijven.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

woinactie1

Beeld: WOinActie

Wat is er aan de hand in het universitair onderwijs?
“Al vijftien jaar neemt het geld dat universiteiten krijgen per student af. Personeel dat weggaat wordt niet vervangen en de werkdruk ligt voor het universitair personeel ontzettend hoog. Bovendien heeft een groeiend aantal mensen geen tijd om naast hun onderwijstaken onderzoek te doen en dat zorgt voor een kennisprobleem. We kunnen studenten niet bieden waar ze recht op hebben.”

Op de website van WOinActie staat dat er 68 procent meer studenten zijn sinds 2000, maar dat de rijksbijdrage 25 procent lager is. Bod: “Wij willen uiteindelijk terug naar de situatie van 2000 en naar het bedrag dat toen aan het wetenschappelijk onderwijs werd uitgegeven. Nu zijn er steeds bezuinigingen, zoals bijvoorbeeld de ‘doelmatigheidskorting’ van 183 miljoen euro en de minister van Financiën kondigde aan dat hij nieuwe bezuinigingen niet uitsluit. Onderwijsminister Ingrid van Engelshoven (D66) komt naar ons idee niet genoeg voor ons op.”

Wat zijn de precieze eisen aanstaande vrijdag?
“Wij willen dat de doelmatigheidskorting van tafel gaat. Er moet structureel geïnvesteerd worden in het universitair onderwijs. Wij zetten in op 1,15 miljard euro per jaar. Dat is nodig als je kijkt naar landen om ons heen, zoals Duitsland en als we aan de normen van de Europese Unie willen voldoen.”

Wat merkt u zelf van alle bezuinigingen?
“De werkdruk is hoog. Ik kom pas na vijf uur toe aan het doen van onderzoek. Ik ben veel met bureaucratische dingen bezig waar geen extra ondersteuning voor is. Je ziet het ook aan de collegezalen. Ik geef les aan 480 studenten. Een collega van mij geeft zelfs college in theater Carré aan tweeduizend studenten. Dat ziet er spectaculair uit, maar je kan geen persoonlijke begeleiding geven op die manier. Toen ik in 2008 terugkwam in Nederland zag ik dat er minder tijd was voor studenten en dat het aantal studenten per docent was toegenomen. Uit onderzoek van de FNV blijkt ook dat bijna 60 tot 70 procent van de medewerkers op universiteiten kampt met psychische klachten. Het gaat echt de verkeerde kant op, het kan zo niet langer.”

Wat zijn de gevolgen?
“Doordat er minder tijd is voor onderzoek, halen we ook minder onderwijsbeurzen binnen. Dat is uiteindelijk slecht voor onze kenniseconomie. We beginnen achter te lopen op andere landen. Het zorgt er ook voor dat we toekomstige artsen, advocaten, journalisten en andere studenten opleiden zonder dat we onze actuele kennis kunnen bijhouden want daar is geen tijd voor.

Er moet dus iets veranderen.
“Ja en veel collega’s vinden dit ook. We verwachten een flinke opkomst vrijdag. Veel universiteitsbesturen staan achter de actie. Sommige besturen hebben zelfs bussen naar Den Haag geregeld. We genereren nu veel aandacht en creëren bewustzijn. Ik zal vrijdag ook oproepen om in maart bij de Provinciale Staten-verkiezingen niet meer op D66 te stemmen. Dan moet er in de Eerste Kamer worden samengewerkt met andere partijen. Als je hart hebt voor onderwijs, stem je niet op de partij die nu de boel aan het afbreken is.”