UMCG procedeert door over beurspromovendi
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) gaat in cassatie bij de Hoge Raad over een geschil met 44 beurspromovendi. Het ziekenhuis wil van de raad weten of zij daadwerkelijk gezien moeten worden als werknemers en dus nog recht hebben op misgelopen loon en andere extra arbeidsvoorwaarden.
De Hoge Raad is het hoogste rechtsorgaan in Nederland. Partijen kunnen pas in cassatie als zij bij lagere rechters al een uitspraak hebben. De raad toetst of het recht juist is toegepast, of de wetten en regels goed zijn uitgelegd en of de uitspraak is onderbouwd.
Afgelopen mei boog het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zich al over de kwestie met de beurspromovendi en kwam tot de conclusie dat zij werknemers zijn. Het promovendi-beurscontract moet daarom met terugwerkende kracht omgezet worden in een arbeidsovereenkomst waarbij ze onder de normale cao vallen. Het was een belangrijke uitspraak, omdat de beurspromovendi hiermee gelijk kregen en nog recht hadden op achterstallig pensioen, loon en vakantiegeld.
Opleidingstraject
Het gerechtshof vond dat tussen de beurspromovendi en het UMCG een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, omdat aan de vereiste voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst werd voldaan.
We hopen dat de procedure ertoe bijdraagt dat er duidelijkheid komt. Voor de promovendi en het UMCG is een lastige situatie ontstaan die het UMCG graag opgelost ziet
Het UMCG wil nu van de Hoge Raad weten of dat oordeel van het gerechtshof juist is. Het ziekenhuis verwijst onder meer naar het Besluit experiment promotieonderwijs waarvan volgens hen het uitgangspunt is dat iedereen die een promotieonderzoek doet valt onder een opleidingsovereenkomst (promovendi-beurscontract). ‘We hopen dat de procedure ertoe bijdraagt dat er duidelijkheid komt voor het UMCG en de groep MD/PhD-promovendi. Voor beiden is een lastige situatie ontstaan die het UMCG graag opgelost ziet’, aldus het ziekenhuis op zijn website.
Teleurstellend
De voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) Anneke Kastelein noemt de stap teleurstellend. ‘De beurspromovendi moeten nu nog langer wachten op het achterstallig loon en pensioen waar zij volgens het gerechtshof recht op hebben’, laat Kastelein weten. ‘Door op de allerlaatst mogelijke dag in cassatie te gaan creëert het UMCG juist onduidelijkheid. Deze zaak loopt al meer dan vier jaar en wordt nu verder vertraagd.’ Eerder zei Kastelein al in het Onderwijsblad van juni 2023 dat de uitspraak van het gerechtshof erkenning gaf. ‘Werkgevers kunnen niet zomaar hun gang gaan en promovendi op een goedkope manier inzetten.’
Door op de allerlaatst mogelijke dag in cassatie te gaan creëert het UMCG juist onduidelijkheid. Deze zaak loopt al meer dan vier jaar en wordt nu verder vertraagd
Experiment stoppen
AOb-sectorbestuurder Donald Pechler noemt het in cassatie gaan “een goed recht” van het UMCG. “Wel is het teleurstellend voor de promovendi die nu moeten wachten. En het is de vraag of de argumentatie van het UMCG hout snijdt.” Pechler verwijst naar een andere grote groep van zo’n 1500 beurspromovendi van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) voor wie de uitspraak van het gerechtshof van belang is. “We hebben al actie ondernomen en het college van bestuur van de RUG gevraagd om de contracten van de beurspromovendi om te zetten naar arbeidscontracten. Dat het UMCG nu in cassatie gaat, verandert daar niets aan.”
In zijn brief over het Besluit experiment promotieonderwijs schrijft demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf dat hij het experiment niet doorzet. Per 31 augustus 2024 stopt dat dan ook. Universiteiten dienen de promovendi die nog niet klaar zijn met hun onderzoek vanaf die datum tijdelijk in dienst te nemen. Zij maken hun onderzoek af als werknemer-promovendus, aldus Dijkgraaf. Pechler: “Als de minister al laat weten dat ze dan als werknemer verder moeten, dan is er dus ook geen verschil tussen werknemer-promovendi en beurspromovendi.”
Samen staan we sterk en kunnen we opkomen voor je belangen! Lees meer over de AOb