Uitbreiding deeltijdbaan geen oplossing voor lerarentekort
Leraren zijn in noodsituaties, zoals bij ziekte van een collega, loyaal door tijdelijk méér te gaan werken. Maar vrijwel niemand staat te trappelen om zijn of haar aanstellingsomvang structureel uit te breiden - al zou een financiële prikkel wellicht kunnen helpen. Dat concludeert het Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs.
Het lerarentekort in het basisonderwijs loopt de komende jaren snel op, van 1700 voltijdbanen dit jaar tot bijna vijfduizend voltijdbanen in 2024. Het Arbeidsmarktplatform PO – een club van werkgevers en werknemers – onderzocht of de leraren die op dit moment in deeltijd werken, kunnen worden verleid om meer dagen per week aan de slag te gaan. Dat zou het tekort immers verminderen.
Kinderen
Uit onderzoek onder negenhonderd leraren blijkt echter dat verreweg de meesten niet staan te trappelen om méér te gaan werken. ‘Bij de motieven om in deeltijd te werken springt er één duidelijk bovenuit: de zorg voor een of meerdere kinderen’, schrijft het platform. En dat motief is nauwelijks met beleid te beïnvloeden.
Bijna een derde deel van de ondervraagde leraren zegt verder dat het leraarschap te veeleisend is voor een voltijdbaan. En ook wil een aanzienlijke groep leraren tijd overhouden voor huishoudelijke taken, hobby’s en sociale contacten.
Zo’n vijftien procent zou wellicht méér willen werken, maar vrijwel hetzelfde percentage ondervraagden wil juist minder werken
Uit het onderzoek blijkt dat zo’n zeventig procent van de ondervraagde leraren de afgelopen tijd door hun schoolbestuur is benaderd met de vraag om meer te gaan werken. De meeste leraren in het basisonderwijs willen dat best doen in noodsituaties, maar zijn verder tevreden met hun huidige aanstellingsomvang. Zo’n vijftien procent zou wellicht méér willen werken, maar vrijwel hetzelfde percentage ondervraagden wil juist minder werken.
Financieel
Een financiële prikkel zou wellicht nog kunnen helpen om meer werken een impuls te geven, zegt het platform. ’Maar ook in dat geval blijft het de vraag of leraren daadwerkelijk bereid zijn de stap te zetten naar een hogere aanstellingsomvang.’