Alle

Tweede Kamer wil betrokkenheid leraren bij onderwijsbeleid wettelijk verankeren

Leraren moeten structureel betrokken worden bij het maken van onderwijsbeleid en -wetgeving door de overheid. De Tweede Kamer wil de stem van de beroepsgroep wettelijk vastleggen in een zogenoemde lerarentoets, zoals de AOb onlangs bepleitte.

Tekst Arno Kersten - Redactie Onderwijsblad - - 2 Minuten om te lezen

Stem van leraren

Typetank

Een grote meerderheid van de Tweede Kamer nam vanmiddag een motie aan met die strekking van BBB en D66. De partijen roepen de regering op om ‘de stem van de leraar wettelijk te verankeren door middel van een lerarentoets, waarin leraren via vakverenigingen en vakbonden worden betrokken bij beleid en wetgeving die het onderwijs beïnvloeden’. De oproep kreeg brede steun, alleen VVD stemde tegen.

De AOb heeft zich in Den Haag sterk gemaakt voor de invoering van zo’n lerarentoets. “Mooi dat de stem van leraren serieus genomen wordt. We denken graag mee hoe je dat goed kunt regelen”, reageert AOb-voorzitter Thijs Roovers.

Leraren weten als geen ander wat werkt in de klas en wat niet

‘Leraren weten als geen ander wat werkt in de klas en wat niet. Toch worden hervormingen vaak over hun hoofden heen ingevoerd’, schreef Roovers vorige week in een opiniestuk in het AD. Dat leidt volgens hem tot besluiten die niet aansluiten bij de praktijk en frustratie bij leraren. ‘Een lerarentoets voorkomt dit. Het dwingt beleidsmakers om vooraf te toetsen wat het effect van nieuw beleid is op het werk van leraren. Zijn de maatregelen werkbaar? Worden de beloofde resultaten in de praktijk haalbaar? En sluiten ze aan bij wat leerlingen nodig hebben?’

Addertje

Het voorstel voor een lerarentoets kwam naar voren tijdens een commissiedebat over lerarenbeleid. “Ik deel volledig dat het heel belangrijk is om bij beleidswijzigingen de stem van de leraar goed te horen", reageerde VVD-staatssecretaris Mariëlle Paul vorige week. Daarom gaf ze de motie ‘Oordeel Kamer’. Maar er zat nog wel een addertje onder het gras. Ze vindt ook dat er 'een brede beroepsgroepsvertegenwoordiging' moet komen, in haar ogen is daar nu nog onvoldoende sprake van.

“De breedste beroepsgroepvorming die er nu is, zijn de vakbonden en vakverenigingen”, reageert Roovers, verwijzend naar de tekst van de motie. “We werken graag nog beter samen om alle krachten te bundelen. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, de staatssecretaris weet ons te vinden.”

We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, de staatssecretaris weet ons te vinden

Roovers roept ook het rapport ‘Een stevige stem’ in herinnering. Daarin adviseerde de Onderwijsraad afgelopen najaar om de zeggenschap van leraren bij onderwijsbeleid structureel te versterken en te stoppen met 'ad-hocvormen' van lerarenbetrokkenheid.

'De Onderwijsraad pleit ervoor om als overheid niet te wachten en niet aan te sturen op één beroepsorganisatie die namens ‘de leraar’ spreekt. Systematische zeggenschap van leraren is nodig, los van de mogelijke vorming van een centrale beroepsorganisatie', aldus het advies.

Verder werden vandaag onder meer twee moties van GroenLinks/PvdA aangenomen om de externe inhuur van onderwijspersoneel en de invloed van commerciële bureaus terug te dringen. Ze vragen de staatssecretaris onder meer te bekijken hoe het verdienmodel van detacheringsbureaus aangepakt kan worden en succesvolle alternatieven meer aandacht kunnen krijgen. In 2023 gaven het primair en voortgezet onderwijs een recordbedrag van 1 miljard euro uit aan extern ingehuurd personeel, zo berichtte het Onderwijsblad afgelopen oktober.