Tweede Kamer wil af van bindend studieadvies
De Tweede Kamer wil dat onderwijsminister Ingrid van Engelshoven met hogescholen en universiteiten gaat praten over het afschaffen van het bindend studieadvies (bsa). Mede dankzij steun van regeringspartijen D66 en ChristenUnie kreeg een motie van GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld vanmiddag een meerderheid.
De strekking van de motie is dat het studieadvies enkel adviserend van aard moet worden en niet verplichtend. D66-minister Van Engelshoven liet niet lang op zich wachten en kwam met een kwieke tweet om te laten weten dat ze ermee aan de slag gaat. ‘Ik vond het bindend studieadvies (bsa) al te veel uitgaan van rendement. Goed om te zien dat er nu ook in de Tweede Kamer breder draagvlak is gekomen om het bsa aan te passen.’
Traditiegetrouw levert de behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer een karrenvracht aan moties op. Van de 41 moties werden er 27 aangenomen. Zo kregen D66 en de SP de handen op elkaar voor een ‘verkenning’ van de mogelijkheden om de klassen op scholen met veel achterstandsleerlingen te verkleinen tot 23 leerlingen. Om de vicieuze cirkel te doorbreken - waarbij het lerarentekort de werkdruk vergroot en zo nieuwe uitval in de hand werkt - moeten de klassen kleiner worden, iets waar ook de AOb zich hard voor maakt.
Kwestie
Een andere motie betrof de rechtspositie van onderwijspersoneel. Tijdens het begrotingsdebat twee weken terug verwees SP-Kamerlid Peter Kwint naar de kwestie rond mbo-docent Paula van Manen, die bij Roc Nijmegen werd ontslagen nadat ze een boek had gepubliceerd over een ingrijpende onderwijsvernieuwing bij haar opleiding.
Een meerderheid in de Tweede Kamer schaarde zich vanmiddag achter een oproep van SP, GroenLinks en de PvdA aan het kabinet om in gesprek te gaan met docenten, beroepsorganisaties en vakbonden om te kijken hoe de positie van docenten ten opzichte van hun werkgever versterkt kan worden. De Kamer vindt dat 'docenten ook buiten de muren van het schoolgebouw mee moeten kunnen doen aan het debat over het docentschap en de inhoud van het beroep, zonder dat hun baan daarmee in gevaar komt'.
Veertien moties haalden het niet, waaronder - ook bijna traditiegetrouw - pogingen om meer grip te krijgen op de besteding van de lumpsum door schoolbesturen. Zo strandden een motie van de SP om een minimumpercentage vast te leggen voor uitgaven aan docenten en ondersteuners, en een motie van de PVV om het personeelsbudget te oormerken.