Alle

Terug voor de klas

De overstap naar een functie als conrector of directeur maken leraren vaak. Andersom? Dat gebeurt zelden. Toch zijn er managers die hun oude liefde voor de klas weer oppakken.

Tekst Richard Hassink - redactie Onderwijsblad - - 6 Minuten om te lezen

featured-ron-hartman

Beeld: Fred van Diem

Jo van der Coelen (64) was directeur van basisschool De Vuurvlinder in Veenendaal en is nu leerkracht in groep 7/8 bij basisschool Panta Rei in Ede.

“Ik was jarenlang directeur van een school met vijfhonderd leerlingen, 22 groepen en vier locaties. Dat was veel om te managen, maar het grootste probleem voor mij was dat ik steeds verder van mijn team en leerlingen kwam af te staan. De administratie en het schrijven van plannen slokte zoveel tijd op dat ik onvoldoende in de klassen kwam en mijn mensen niet genoeg kon ondersteunen. Daar was het me nu juist om begonnen. Dat begon steeds meer te wringen en toen ik in 2014 door de ziekte van Pfeiffer met flinke vermoeidheidsverschijnselen thuis kwam te zitten, werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt. Wilde ik dit nog wel? Mijn huisarts adviseerde me niet zo door te gaan en toen mij later de mogelijkheid werd geboden weer voor de klas te gaan staan, heb ik die met beide handen aangegrepen.

Jo van der Coelen met zijn leerlingen van groep 7/8.

Nee, de leerlingen zijn niet zo heel anders dan twintig jaar geleden. Misschien zijn ze wat mondiger en sneller afgeleid door alle prikkels zoals sociale media. Bij mij moeten ze hun mobieltjes om half negen ’s ochtends inleveren, tenzij ik ze ermee laat werken. Ook ouders zijn mondiger geworden, maar daar kan ik goed mee omgaan. Het helpt natuurlijk dat ik in die jaren als directeur veel moeilijke gesprekken met ouders heb moeten voeren waardoor ik me nu niet zo snel laat wegblazen. Bij jongere collega’s zie ik dat nog weleens gebeuren. Bovendien vind ik dat je als leerkracht open moet staan voor kritiek van ouders. Het gaat per slot van rekening om hun kind.

Ik zie mezelf zo nog een paar jaar voor de klas staan, geen probleem

Ik zie mezelf zo nog een paar jaar voor de klas staan, geen probleem. Het liefst zou ik daarnaast mijn ervaring willen inzetten om jongere collega’s te coachen. Daarmee kun je naar mijn idee voorkomen dat veel jongere leerkrachten na een paar jaar met een burn-out thuis komen te zitten en het onderwijs uiteindelijk de rug toekeren. Dat kost geld ja, maar het bespaart op de lange termijn ook heel veel geld. En het scheelt directeuren een hoop kopzorgen met het regelen van vervanging.”

 

Ron Hartman (57) was locatiedirecteur bij het Almende College (locatie Silvolde) en is nu docent geschiedenis op dezelfde school.

“De laatste jaren als locatiedirecteur had ik zo’n ToDo-boekje waarin ik opschreef wat er allemaal moest gebeuren en waarin ik afvinkte als ik het gedaan had. Dat was ook echt nodig want er kwam heel veel op me af. Veel belangrijker was het gevoel dat aan me begon te knagen en de vraag die ik mezelf toen hardop stelde: heb ik nog wel een link met het onderwijs en de leerlingen? Na een traject met een loopbaancoach kwam ik tot de slotsom dat ik weer elke dag voor de klas wilde staan. Dat doe ik nu drie jaar en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad.

Ron Hartman in zijn geschiedenislokaal.

Het heeft mij mijn energie teruggegeven. Ik kan intens genieten als ik mijn lessen een ander accent heb kunnen geven of als ik een paar mooie antwoorden van leerlingen krijg. Ja, ik besteed veel tijd aan de voorbereiding, ook op mijn vrije vrijdag. Dat is nodig want ik heb wel gemerkt dat je meer moeite moet doen om leerlingen te interesseren voor de wereld om hen heen. Als je ze weet te prikkelen, vinden ze het bere-interessant. Wat ik vaak doe, is de actualiteit vertalen naar de geschiedenis. Zo kan ik met de tweets van de Amerikaanse president Donald Trump heel goed de link leggen naar bijvoorbeeld de Koude Oorlog.

Ik me ook zo ergeren als de onderwijsinspectie roept dat de ambitie uit het onderwijs is verdwenen, wat een flauwekul

Voor mij is het prikkelen van leerlingen de drijfveer. Daarom kan ik me ook zo ergeren als de onderwijsinspectie roept dat de ambitie uit het onderwijs is verdwenen. Wat een flauwekul. Kom gewoon eens kijken, denk ik dan. En benader het onderwijs niet met zulke algemeenheden.

Collega’s waren heel positief toen ik de overstap maakte. Je zou kunnen zeggen dat ze blij waren dat ik gestopt was als directeur. Nee hoor, grapje. Ik denk dat ze altijd wel aangevoeld hebben dat ik de liefde voor het lesgeven niet was kwijtgeraakt. Ik hoorde ook dat ze het een moedige stap vonden, maar voor mij is het dat niet geweest. Het was vanzelfsprekend en ik zie het ook niet als een stap terug. Ik ben hier weer op mijn plek, ook voor de komende jaren."

 

Aat Kasbergen (60) was conrector van College De Heemlanden in Houten en is nu weer docent economie op dezelfde school.

"Dat ik ooit in een managementfunctie terechtkwam was omdat ik mijn baan als docent dreigde kwijt te raken. Ik was destijds 31 jaar, had een jong gezin en solliciteerde op een baan als adjunct-directeur op een middelbare school in Huizen. Ik had geen millimeter managementervaring, maar ik was jong en zat nog in een lage salarisschaal en vooral dat gaf de doorslag.

Aad Kasbergen te midden van de pubers die hij lesgeeft.

Van adjunct werd ik na drie jaar directeur en uiteindelijk belandde ik in 2000 als conrector in Houten. Ik had daar een zware portefeuille met Financiën en Personeel & Organisatie. Door de jaren heen merkte ik dat ik steeds meer rapportages en jaarverslagen aan het schrijven was en dat de werkdruk steeds hoger werd. Ik werkte vaak in de vakanties door. Spanningen tussen de medezeggenschapsraad en de schoolleiding zorgden ervoor dat ik een tijdje thuis kwam te zitten. Een interim-directeur zei destijds tegen mij: ik overweeg om jou een baan als docent aan te bieden. Dat vond ik na enig nadenken niet eens zo’n gek aanbod. Ik heb toen een paar maanden op een school invalwerk gedaan en dat beviel. In augustus 2014 ben ik op mijn eigen school weer voor de klas gaan staan.

Het maakt de leerlingen niet uit of je dertig of zestig bent, het is in hun ogen beide oud

Toen pas merkte ik dat ik het lesgeven gemist had. De afgelopen jaren heb ik dankzij de Lerarenbeurs mijn master gehaald en nu geef ik de bovenbouw van havo en vwo les. Mijn werkleven is nu een stuk overzichtelijker. Lesgeven aan dertig pubers is topsport maar je kunt je focussen op één ding en met 28 van de 30 leerlingen kan ik heel goed uit de voeten. In het begin maakte ik me wel wat zorgen over het leeftijdsverschil tussen mij en mijn leerlingen, maar hen maakt het niet uit of je dertig of zestig bent, het is in hun ogen beide oud. Mijn vrouw had ook een managementfunctie in het onderwijs en zij heeft nu dezelfde stap gemaakt als ik. We genieten volop. En als we vakantie hebben, hebben we ook echt vakantie.”

Dit artikel verscheen in het Onderwijsblad van juni 2018. Elke maand het Onderwijsblad in de bus? Overweeg een lidmaatschap.