Universiteiten mogen sinds 1 januari geen functiecontracten meer aanbieden aan promovendi, postdocs en docenten. In de cao is afgesproken dat voortaan alleen werknemers die in schaal 11 of hoger zitten, mogen kiezen voor een contractvorm waarin ze zelf hun werktijden en verlof regelen.
Tekst
Yvonne van der Meent - Redactie Onderwijsblad
-
-
Minder dan een minuut om te lezen
Beeld: Typetank
Zelf bepalen hoe je je werkweek indeelt en wanneer je op vakantie gaat; geen bureaucratische rompslomp meer met het registreren van verlofdagen. Het functiecontract lijkt ideaal. Medewerkers maken daarbij jaarlijks afspraken met hun leidinggevende over hun taken en resultaten en zijn daarna vrij om te gaan en staan waar ze willen.
De mogelijkheid een functiecontract af te sluiten werd in 2007 geïntroduceerd in de cao wetenschappelijk onderwijs. Universiteitsbesturen vonden deze contractvorm beter passen bij de moderne arbeidsverhoudingen waarin wetenschappers zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun werk en hun eigen tijd indelen.
Maar er zit een keerzijde aan die vrijheid.
De keerzijde is dat medewerkers met een functiecontract de vakantiedagen die ze niet opnemen aan het eind van het kalenderjaar kwijt zijn. Opgespaarde vakantiedagen na afloop van een contract laten uitbetalen of via het keuzemenu inruilen voor een fiets, extra reiskostenvergoeding of een sportschool-abonnement, is er niet meer bij. En dat wordt nieuwe werknemers niet altijd eerlijk verteld. Sterker nog, dat het functiecontract vrijwillig is, is ook niet altijd duidelijk.
De keerzijde is dat vakantiedagen die niet worden opgenomen aan het eind van het kalenderjaar vervallen
Bij de bètafaculteit van de Universiteit Utrecht werd het functiecontract als standaard optie aangeboden. Nadat universiteitsraadsleden, vakbonden en promovendi daar tegen te hoop liepen, maakte het faculteitsbestuur in de zomer van 2022 een einde aan deze praktijk. Nieuwe medewerkers kregen weer te horen dat ze ook voor vaste werktijden en verlofregistratie kunnen kiezen. Dat had volgens het Utrechtse universiteitsblad DUB meteen effect: het aantal functiecontracten nam met twee derde af.
Stuwmeren
Medewerkers met een regulier contract die 40 uur per week werken, hebben recht op 41 vakantiedagen per jaar. Die krijgen ze vaak niet op en zo ontstaan stuwmeren van vakantiedagen die uitbetaald moeten worden als een medewerker vertrekt. Daarvoor moeten reserves aangelegd worden. Daarom hebben faculteiten en instituten een voorkeur voor een functiecontract.
Bij de Universiteit Leiden werd het functiecontract - in Leiden 'jaarafspraak' genoemd - ook flink gepusht, vertelt Max van Haastrecht, PhD-kandidaat cybersecurity en lid van de universiteitsraad voor PhDoc, de vertegenwoordiger van promovendi en postdocs. “Een rare constructie die voor docenten en promovendi op tijdelijke contracten slecht uitpakt”, vindt hij. “Wie op basis van jaarafspraken werkt, heeft slechtere arbeidsvoorwaarden omdat je overgebleven vakantiedagen niet kunt inzetten. Dat scheelt veel voor werknemers in de lagere schalen”, weet de promovendus. In de universiteitsraad waren meer kritische geluiden te horen. Begin vorig jaar nam Van Haastrecht het initiatief voor een enquête over de jaarafspraken die door negentig promovendi en postdocs werd ingevuld. Een klein deel van alle jonge wetenschappers in Leiden en ook niet representatief, “maar ons onderzoek heeft wel problemen met de jaarafspraken zichtbaar gemaakt.”
Wie op basis van jaarafspraken werkt, heeft slechtere arbeidsvoorwaarden
Medewerkers worden aangespoord een functiecontract te tekenen, maar worden slecht geïnformeerd over de gevolgen. Veel respondenten nemen te weinig vrij omdat ze druk voelen door te werken en in een afhankelijke positie zitten. Drie van de tien respondenten met een voltijdsbaan nam minder dan twintig verlofdagen op. “Schokkend”, vindt Van Haastrecht. “Alle Nederlandse werknemers hebben recht op minimaal vier weken vakantie per jaar, dat is wettelijk vastgelegd.”
Medewerkers worden aangespoord een functiecontract te tekenen, maar worden slecht geïnformeerd over de gevolgen
Geen functiecontracten meer aanbieden aan promovendi, postdocs en docenten, luidde daarom het advies van de onderzoekers. Maar daar wilde het Leidse college van bestuur niet meteen aan. “Ze wilden de cao-onderhandelingen afwachten. Slecht werkgeverschap”, vindt Van Haastrecht. “Als duidelijk is dat veel jonge medewerkers hun vakantiedagen niet opnemen, terwijl bekend is dat er problemen zijn met de werkdruk en de mentale gezondheid, is niks doen toch geen optie?”
Europese richtlijnen
Met een jaar vertraging hebben de Leidse promovendi toch hun zin. In de cao is vastgelegd dat universiteiten alleen medewerkers in schaal 11 of hoger een functiecontract mogen aanbieden. Van Haastrecht is blij dat de “grote verdwijntruc met vakantiedagen” voor zijn achterban nu verleden tijd is, de vakbonden hadden liever het hele artikel geschrapt.
“Het functiecontract botst met de wettelijke vakantieregeling, de arbeidstijdenregelgeving en de Europese richtlijnen”, stelt AOb-advocaat Geert Wind. “Die regels zijn er niet voor niets. Het vakantieverlof is er om te herstellen en tot rust te komen. Werkgevers moeten erop toezien dat medewerkers ten minste vier weken vakantie nemen.”
In het functiecontract wordt die verantwoordelijkheid overgeheveld naar de werknemer. “Dat kan niet. Je kunt dwingende wetgeving niet zomaar buiten werking stellen in een cao. De bepaling is aan fundamentele herziening toe.” In de huidige vorm dient de contractvorm vooral de belangen van werkgevers, stelt de advocaat. “Het functiecontract is heel nadelig voor werknemers. Het is eigenlijk een vorm van vakantiedagen ontvreemding. Ik denk dat universiteiten daar al behoorlijk aan hebben verdiend.”
Waar moet je op letten bij het afsluiten van een arbeidscontract en hoe kom je van een al getekend functiecontract af?AOb-leden kunnen gratis advies inwinnen
Verder lezen? Word AOb lid!
Als lid heb je toegang tot alle content van de website. Meer over alle voordelen vind je hier.