Alle

‘Stel onderzoek in naar structureel overwerk op universiteiten’

De Arbeidsinspectie moet een onafhankelijk onderzoek instellen naar overwerk op universiteiten. Gemiddeld werken universiteitsmedewerkers zo’n 12 tot 15 uur onbetaald per week over. Hoogleraren en docenten maken de meeste overuren. Het leidt tot stress, slaapgebrek, fysieke en psychische klachten. Vandaag praten de AOb, WOinActie en de FNV met de inspectie.

Tekst Karen Hagen - Redactie Onderwijsblad - - 3 Minuten om te lezen

37178234886_7b041df5c7_o-4

Beeld: Typetank

Afgelopen december riep WOinActie in samenwerking met de bonden universiteitsmedewerkers op om aangifte te doen bij de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) - bekend als de Arbeidsinspectie - om hun structurele overwerk te melden. Binnen twee weken stond de teller op 719 meldingen. “Het is schrikbarend hoe snel de meldingen binnenkwamen”, zegt Marijtje Jongsma, AOb-hoofdbestuurder wetenschappelijk onderwijs en werkzaam aan de Radboud Universiteit. “Zeker omdat het bereik van de oproep slechts een paar duizend medewerkers was. Werkgevers doen het overwerk vaak af als incidenten, maar dit laat een structureel probleem zien.”

Het is schrikbarend hoe snel de meldingen binnenkwamen

De onderwijsorganisaties overhandigen vandaag aan de Arbeidsinspectie hun rapport met daarin de analyse van de meldingen. Van het universiteitspersoneel dat een melding deed, werkt gemiddeld zo’n 36 procent meer dan in zijn contract is opgenomen. Het overwerk is het hoogst onder docenten met alleen een onderwijstaak en onder hoogleraren: zij werken ruim 45 procent meer uren dan waarvoor ze zijn aangesteld. Daarna volgen de universitaire (hoofd)docenten met 36 procent. Bij promovendi en postdocs ligt het overwerk op zo’n 30 procent.

Erger

“De werkdruk is verergerd door de toegenomen studentaantallen, een gebrek aan administratieve ondersteuning, de publicatiedruk, de hoeveelheid opgedragen taken en het aantal uren dat een universiteit voor taken, bijvoorbeeld onderwijs, inplant”, zegt Jongsma. Die uren noemen de melders ‘onrealistisch’ en de onderwijsorganisaties willen dat de Arbeidsinspectie dit specifiek onder de loep neemt.

Die uren zijn vooral gebaseerd op de begroting, maar niet op de tijd die de aandacht en begeleiding van studenten daadwerkelijk kost

Willemien Sanders - medeopsteller van het rapport - merkte dat ook toen zij nog als docent werkte aan de Universiteit Utrecht. “Neem de voorbereiding voor colleges. Daar kreeg ik echt te weinig tijd voor. Alleen als je dezelfde colleges geeft, lukt het misschien in de ingeplande tijd. Maar, je moet ook inlezen, nieuwe cursussen doen en je colleges aan nieuwe literatuur aanpassen. Zeker jonge docenten zijn daar meer tijd mee kwijt. Die uren zijn vooral gebaseerd op de begroting, maar niet op de tijd die aandacht voor en begeleiding van studenten daadwerkelijk kost”, zegt Sanders.

Daarnaast gaven informele afspraken stress. “Tentamens moet je binnen tien dagen nakijken. Dat was zo’n ongeschreven afspraak. Het maakte niet uit of je dertien of vijftig studenten hebt, maar vaak zijn tentamens de piekmomenten omdat dan een nieuw cursusblok begint en je dat ook moet voorbereiden.”

Gezondheidsklachten

De meldingen laten zien dat veel universiteitspersoneel onderzoek in zijn vrije tijd doet. Doordeweeks zijn ze meer tijd kwijt aan het geven van onderwijs. Sanders: “Je wordt nu te veel op output afgerekend en publicaties, maar niet op inzet. Het is een competitie.”

Je wordt nu te veel op output afgerekend en publicaties, maar niet op inzet. Het is een competitie

Al het overwerk heeft “ernstige gevolgen”, zegt Jongsma. Bijna de helft van de melders heeft slaapproblemen, is oververmoeid of uitgeput. Meer dan de helft van de promovendi, postdocs, (universitair) docenten ervaart stress en kampt met psychische klachten. Ook sociale contacten schieten er bij in. Jongma: “Wij willen dat de inspectie kijkt naar het grijs verzuim op universiteiten. Dat zijn medewerkers die wel ziek zijn, maar zich niet ziek melden. Daarnaast willen we dat er geïnventariseerd wordt hoeveel medewerkers kampen met burn-outs. Wij denken dat de omvang daarvan veel groter is dan nu naar voren komt.”

Jongsma en Sanders hopen dat het rapport de Arbeidsinspectie zover brengt om onderzoek te doen. Daarnaast zijn er structurele investeringen nodig van het kabinet. Jongsma: “De werkdruk is een enorm probleem. In 2017 waren er al plannen van aanpak om de werkdruk te verlichten, maar het neemt eerder toe dan af. Het grootste deel van de melders denkt ook niet dat hun overwerk de komende jaar gaat veranderen.”

Download het hele rapport via deze link.
De Engelse versie van het onderzoek vind je via deze link.