Steeds meer studenten ontvangen een stagevergoeding, sector onderwijs scoort laag
Steeds meer studenten in het mbo en hbo krijgen een stagevergoeding: van 56 procent in 2015 naar 65 procent in 2022. In de sector onderwijs ontvangt 36 procent van de studenten een stagevergoeding, de lio-aanstelling uitgezonderd. Wel krijgen alle studenten uit het mbo, hbo en wo in het voortgezet onderwijs voortaan een stagevergoeding. De AOb sprak dat af in de nieuwe cao.
Beeld: Typetank
Gisteren publiceerde ook het Centraal Planbureau (CPB) het rapport ‘Stagevergoedingen’. Het bureau nam daarvoor stagevergoedingen onder de loep in het mbo, hbo en wo. Voor het mbo rapporteerden de onderzoekers in de sector onderwijs geen specifieke cijfers. Deze is opgenomen in de sector zorg en welzijn en daardoor is er geen conclusie te trekken over de stagevergoedingen voor mbo-studenten in het onderwijs.
Stijgen
Wel is te zien dat met toenemend onderwijsniveau ook het aandeel studenten dat een stagevergoeding krijgt hoger is. Zo ontvangt 66 procent van de mbo-4 studenten een stagevergoeding tegenover 22 procent van de studenten die een mbo-entree-opleiding doen. In het hbo krijgt driekwart van de studenten die stagelopen betaald. De hoogte van de stagevergoedingen is volgens het CPB gestegen, maar niet voldoende om de hoge inflatie bij te benen.
In het hbo zien de onderzoekers grote verschillen tussen opleidingen
In het hbo zien de onderzoekers grote verschillen tussen opleidingen. Zo zijn studenten die techniek, industrie en bouwkunde doen vaak goed af: 89 procent van hen ontvangt een vergoeding. In het onderwijs gaat het om een aandeel van 36 procent, net iets boven de laagst scorende sector taalwetenschappen, geschiedenis en kunst.
Lio
De onderzoekers merken wel op dat voor de sector onderwijs iets belangrijks meespeelt; namelijk de lio-stage (leraar in opleiding). Als ze de cijfers daarvoor zouden corrigeren dan zou het aandeel hbo-studenten met een vergoeding hoger uitvallen. ‘Naar schatting zou het uitkomen op ruim de helft van de afgestudeerden binnen de opleidingsrichting onderwijs.’
Het aandeel studenten met een stagevergoeding óf een lio-aanstelling zal in de meest recente jaren nog hoger liggen
Het CPB wijst erop dat de lio-aanstellingen de laatste jaren steeds meer voor lijken te komen. Bij een lio-aanstelling ben je als student bijna klaar met de opleiding en mag je zelfstandig zonder leraar in de klas lesgeven op een school. In de cao’s staan afspraken dat lio’s een regulier salaris betaald moeten krijgen.
Cao-afspraak stagevergoeding
Sinds vandaag ligt er een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao voortgezet onderwijs met daarin afspraken voor een stagevergoeding. Tweede-, derde- en vierdejaars studenten krijgen voortaan een vergoeding van 100, 250 en 400 euro per maand. Deze bedragen gelden voor stages van twee dagen per week en worden naar rato toegekend bij een hoger of lager aantal wekelijkse stagedagen. In het akkoord noemen de onderhandelaars specifiek dat er in het cao-artikel een duidelijk onderscheid zal worden gemaakt voor de lio-stagiair die een leerarbeidsovereenkomst heeft en die meer verdient.
Petitie en actie
De AOb maakte zich de afgelopen jaren hard voor de stagevergoeding in het onderwijs. De bond wil dat alle onderwijsstagiairs een vergoeding krijgen van 750 euro bruto per maand (bij 40 uur stage per week, anders naar rato). Dit bedrag geldt tot aan de lio-eindstage, waar al wél cao-afspraken over zijn en waarvoor een hoger bedrag is afgesproken. De bond verzamelde ruim zesduizend handtekeningen voor een petitie die aan Kamerleden is overhandigd. Nog steeds is de kaart te zien waar studenten kunnen zien of de school een vergoeding betaalt.
Vanuit het ministerie van Onderwijs kwam naar buiten dat de vorige ministers geen extra geld uittrekken voor de stagevergoeding. Ondanks de campagne van de AOb en de dringende oproep samen met de werkgevers. Wel onderstrepen de ministers het belang van een stagevergoeding.
