Steeds meer onderwijsstudenten ontvangen stagevergoeding
Voor een toenemend aantal onderwijsstudenten is het nieuwe schooljaar goed begonnen. Zij krijgen eindelijk stagevergoeding. Steeds meer schoolbesturen besluiten de vergoeding te betalen. De actie die de AOb dit voorjaar met studenten voerde, werpt vruchten af.
Beeld: Typetank
Begin augustus lieten schoolbesturen in Den Haag en Rotterdam weten een stagevergoeding te betalen aan studenten die de voltijd opleiding aan de pabo volgen. Dit nieuwe plan is een gezamenlijk idee van de schoolbesturen in het basisonderwijs in Rotterdam en Den Haag. 'De hoogste tijd dat onze stagiairs een vergoeding krijgen voor hun inzet en werk', laten de bestuurders uit beide steden weten.
Investeren
Niet alleen in Rotterdam en Den Haag ging het roer eindelijk om, het schoolbestuur van Wij de Venen in Alphen aan den Rijn liet vlak voor de zomervakantie weten samen met andere besturen in de regio met ingang van het nieuwe schooljaar ook een vergoeding aan stagiairs te willen betalen. Het gaat om pabo-studenten die in hun tweede of derde leerjaar stagelopen.
De hoogste tijd dat onze stagiairs een vergoeding krijgen voor hun inzet en werk
Dat is goed nieuws als je bedenkt dat ruim driekwart van de studenten aan onderwijsopleidingen geen stagevergoeding krijgt. Wrang in tijden van het lerarentekort waarbij veel stagiairs al vaker zelfstandig lessen overnemen en ook omdat stagiairs in vergelijkbare sectoren zoals de politie, verpleging of Rijksoverheid wel betaald krijgen.
Zij-instromers
Bram van Fraeijenhove vertelde eerder aan het Onderwijsblad dat hij in zijn derde opleidingsjaar als stagiair werd ‘losgelaten’ en zelfstandig lessen gaf. “Op het einde kreeg ik een VVV-bon van 150 euro. Dat was het.” Zijn verhaal is helaas geen uitzondering. Vooral deeltijdstudenten - vaak zij-instromers - komen financieel in de problemen door het ontbreken van fatsoenlijke vergoedingen. En dat maakt overstappen naar het onderwijs onaantrekkelijk. En dat terwijl één op de negen klassen in het primair onderwijs zonder leraar aan het schooljaar begon.
Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf (D66) riep deze zomer in een brief aan de Tweede Kamer besturen op om een goede stagevergoeding te betalen. Hij vindt het ‘niet uitlegbaar’ dat er in tijden van personeelstekorten geen of geen adequate vergoeding wordt gegeven. Volgens hem is het ‘onwenselijk’ dat stagiairs geen vergoeding krijgen en de minister roept daarom werkgeversorganisaties en de bonden op om afspraken te maken in de cao. Het ministerie zelf is in gesprek met onderwijsorganisaties om stagevergoedingen te regelen voor studenten uit het hoger onderwijs.
Samen bereiken we meer! Sluit je aan bij de AOb
Een grote steun in de rug van de studenten die dit voorjaar ruim zesduizend handtekeningen overhandigden aan Tweede Kamerleden van GroenLinks, D66 en PvdA. Met het aanbieden van de petitie, opgezet door de AOb, willen de onderwijsstagiairs aandacht voor een standaard stagevergoeding van 750 euro per maand voor 40 uur en de rest naar rato voor alle stages tot aan de eindstage voor studenten in het po, vo en mbo. En ze vroegen vooral actie van de Tweede Kamer. “We krijgen nu niks, maar draaien wel helemaal mee.”
Inmiddels zijn we een paar maanden én een gevallen kabinet verder. Van het demissionaire kabinet valt niet veel meer te verwachten. Alles is gericht op de verkiezingen voor de Tweede Kamer die op woensdag 22 november aanstaande gehouden worden. Bijna alle partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s gepresenteerd. En daarin is onderwijs geen topprioriteit en stagevergoeding al helemaal niet. Alleen de VVD en PvdA/GL breken er in hun programma een lans voor. Aanstaande donderdag 5 oktober – de Dag van de Leraar – wordt er in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam een bijeenkomst gehouden over de grote verschillen in betaling van stages.
Erva Calkin, docent in opleiding en AOb-lid dat actievoert voor stagevergoedingen voor onderwijsstudenten, zal op deze bijeenkomst vertellen over haar ervaringen. Ze is blij dat steeds meer schoolbesturen stagevergoeding gaan betalen. Maar het gebeurt nog te vaak niet. Daarom roept ze alle onderwijsstudenten op om lid te worden van de AOb. “Want samen kunnen we het verschil maken.”
