Alle

Steeds meer leraren po wisselen van baan

Het percentage leraren basis- en speciaal onderwijs dat overstapt naar een andere baan binnen of buiten het primair onderwijs is in vijf jaar tijd ongeveer verdubbeld. Leraren die het primair onderwijs verlaten doen dat vooral vanwege salaris en werkdruk.

Tekst Robert Sikkes - redactie Onderwijsblad - - Minder dan een minuut om te lezen

overstappen

beeld:pixabay

Door het lerarentekort nemen de mogelijkheden om van baan te wisselen toe en leraren basisonderwijs gebruiken die steeds vaker. Die toegenomen mobiliteit signaleert het Arbeidsmarktplatform Primair Onderwijs in een onderzoek naar vertrekredenen. Vijf jaar geleden maakte maar 5 procent de overstap naar een andere school of bestuur, nu is dat bijna 10 procent. Vooral de overstap naar een ander bestuur gebeurt vaker nu veel scholen schreeuwen om personeel, deze is verviervoudigd. Degenen die wisselen zijn vaak jong en werken in de Randstad, waar de kans op een vaste aanstelling en een andere baan ook het grootst is.

Werktijden

Het Arbeidsmarktplatform heeft onder een groep van ruim vierhonderd leraren basis- en speciaal onderwijs gekeken waarheen zij vertrekken en waarom. De grootste groep stapt over naar een ander schoolbestuur. Relatief vaak is dat om de manier waarop op de oude school leiding werd gegeven. Bij degenen die binnen het eigen bestuur switchen, is de inhoud van het werk de belangrijkste reden. Degenen die het primair onderwijs verlaten, doen dat vooral vanwege werkdruk en salaris. Ook de werktijden buiten het onderwijs vinden zij aantrekkelijker.

De toestroom vanuit het voortgezet onderwijs naar basis- en speciaal onderwijs is flink gestegen

Een klein deel van de degenen die het primair onderwijs verlaat, stapt over naar het voortgezet onderwijs, dat is nauwelijks veranderd in de afgelopen vijf jaar. Opvallend is dat de toestroom vanuit het voortgezet onderwijs naar basis- en speciaal onderwijs sinds het lerarentekort toeneemt flink is gestegen. Ten opzichte van 2013 is dat van een kleine honderd gestegen tot ruim 350 leraren.