'Staken nog altijd effectief middel'
Op 12 december gaat het primair onderwijs wederom plat omdat onderwijsminister Arie Slob de leraren niet tegemoetkomt. 'Staken werkt', zeggen specialisten op het gebied van stakingen en arbeidsrecht.
Voor werknemers is staken nog altijd een prima middel om hun zin te krijgen. Dat is de analyse van specialisten op het gebied van stakingen en arbeidsrecht. “Jazeker is het een effectief middel”, zegt vakbondshistoricus Sjaak van der Velden (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis). “Dat is niet anders dan honderd jaar geleden.” Hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp (Universiteit van Amsterdam) voegt eraan toe: “Het is de beste manier om te laten zien dat het je ernst is.” En de Belgische politicoloog Kurt Vandaele (European Trade Union Institute) zegt: “Mijn onderzoek wijst uit dat stakingen en de dreiging ervan nog altijd heel belangrijk zijn.”
Het gevoel van werkplicht maakt je zwakker
Met een eerste staking op 5 oktober dwongen de verenigde actievoerders in het primair onderwijs al voor de presentatie van het regeerakkoord een extra investering af van 270 miljoen euro. Bij het ter perse gaan van dit Onderwijsblad was de kans op een nieuwe staking op 12 december groot. “Het is nu wel een stuk moeilijker”, zegt Van der Velden. “De coalitiepartijen zullen niet makkelijk van het regeerakkoord afstappen.” Dat is volgens hem geen reden om nu niet door te pakken. “In de sector leeft breed het gevoel van ‘we pikken het niet meer’. Dat moet je vasthouden.”
Volgens Verhulp maakt het primair onderwijs met nieuwe acties klip-en-klaar dat de huidige toezeggingen niet volstaan. “Onder de dreiging van hardere acties zal je zien dat er vast nog wat geld gevonden wordt om de rust te bewaren: staken werkt.”
Taaie tegenstander
Staken in de overheidssector is over het algemeen lastiger dan in het bedrijfsleven. “De regering is een taaie tegenstander”, zegt Van der Velden. Als voorbeeld noemt hij een matig succesvolle ambtenarenstaking uit de jaren tachtig. Na maanden van stakingen en acties bracht het toenmalige kabinet-Lubbers een loonsverlaging terug van 3,5 naar 3 procent. Niet bepaald een indrukwekkend resultaat. Als een bedrijf plat gaat, verliest de werkgever vanaf de eerste dag omzet, maar bij de overheid ligt dat anders.
Collega Verhulp wijst er wel op dat verloren stemmen van kiezers voor politici net zo belangrijk zijn als gemiste omzet voor een bedrijf. Dat er bij de overheid minder wordt gestaakt, komt volgens hem in de eerste plaats doordat veel mensen in de publieke sector hun werk als een roeping beschouwen en hun werkplicht niet makkelijk verzaken. “Dat geldt zeker voor leraren en verpleegkundigen.” Juffen of meesters zullen het welbevinden van de kinderen niet opofferen voor het hard maken van hun eisen.
“Het gevoel van werkplicht maakt je zwakker”, zegt Van der Velden. Dat juffen en meesters nu toch bereid zijn te staken, maakt duidelijk hoe diep de frustratie is. “De vakbonden hebben dat aanvankelijk niet goed aangevoeld.”
Lumpsum
De financiering van het onderwijs heeft het de politiek makkelijker gemaakt zich te verstoppen. Want met de lumpsum geeft de overheid scholen een zak geld die ze naar eigen inzicht mogen besteden. Werknemers en hun vakbondsvertegenwoordigers onderhandelen in het onderwijs over salarissen niet direct met de overheid, maar die partij bepaalt wel de financiële speelruimte. In plaats daarvan wordt er onderhandeld met werkgeversverenigingen zoals de PO-raad.
Zo kan de overheid de verantwoordelijkheid voor lage salarissen afschuiven. Van der Velden: “In de afgelopen jaren was er veel onvrede over het geld dat besturen besteden aan nieuwe gebouwen. Dan zegt de overheid: Er is geld zat, maar jullie besteden het verkeerd. Dat maakt een harde opstelling lastig.”
Dat werkgevers en werknemers nu tijdelijk samen optrekken is volgens Verhulp een voordeel. “De sector stelt zich op als één man. Er wordt niet gezwartepiet.”
Luis in de pels
Er waren twee buitenstaanders nodig om de stakingen in het primair onderwijs aan te zwengelen: Jan van de Ven en Thijs Roovers van PO in Actie. In een column in NRC Handelsblad vergeleek Menno Tamminga de facebookgroep PO in Actie met het initiatief van Gaby Breuer, een verpleegkundige die in november 1988 een boze advertentie plaatste in de Volkskrant waarin ze haar woede en frustratie uitte over de werkdruk en te lage salarissen. Met haar ‘witte woede’ bracht Breuer zesduizend mensen op de been en uiteindelijk ontstond uit het initiatief een nieuwe vakbond met duizenden leden.
Het idee dat hoge lonen slecht zijn voor de economische groei is achterhaald.
Lang voordat er sociale media bestonden waren ongeorganiseerde werknemers dus al de soms nuttige luis in de pels van de vakbonden. “Dat buitenstanders vakbonden soms wakker schudden, is van alle tijden”, zegt Vandaele. Van der Velden ziet wel een belangrijk verschil: “Destijds wilde de vakbond niet naar de buitenstaanders luisteren. Nu zijn de onderwijsbonden wel bereid om samen te werken.”
Volgens Tamminga zijn PO in Actie en de bonden tot elkaar veroordeeld. ‘Actiegroepen agenderen wel succesvol relevante onderwerpen, maar zij missen de organisatie, de rol in sociaal overleg én het geld om bijvoorbeeld een staking uit te roepen’, schrijft hij. ‘De like op Facebook kan tot nu toe niet zonder het lid van de vakbond. En andersom.’ De arbeidsrechtspecialisten onderschrijven die analyse.
Op 5 oktober legden negentigduizend leerkrachten in het basisonderwijs het werk neer. Zestigduizend van hen trokken in protest naar het Haagse Zuiderpark.