Stagiair is vaak goedkope kracht voor de klas
Scholen gaan heel verschillend om met stagiairs. Zowel in begeleiding en verantwoordelijkheden, als in betaling. “De stagiair wordt gebruikt om gaten te dichten en moet het verder maar uitzoeken.”
Wim Borghuis is AOb-sectorconsulent en voorzitter van het netwerk opleiden van leraren. Hij besprak de situatie met verschillende collega’s in opleiding en studenten van zowel voltijd, deeltijd als zij-instroom. Zijn conclusie: “Er zijn scholen waar het goed is geregeld, scholen waar het matig is geregeld en vooral veel scholen waar het niet is geregeld. Vaak wordt het minimale gedaan, in begeleiding en vergoeding.”
85 procent van de stagiairs in het onderwijs krijgt geen enkele vergoeding
Dat laatste wordt bevestigd door een onderzoek van ResearchNed in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg, dat in juni werd gepubliceerd. Aan 4900 stagiairs werd gevraagd hoe zij werden betaald: 85 procent van de stagiairs in het onderwijs krijgt niets, het hoogste percentage van alle sectoren (ter vergelijking: in de nummer twee van slechtst betalende sectoren, de gezondheidszorg, krijgt 51 procent geen stagevergoeding). Hoe de begeleiding van stagiairs in het onderwijs is in vergelijking met andere sectoren, is door ResearchNed niet onderzocht.
Borghuis hoorde onder meer het verhaal van een student die stage zou lopen in een kleuterklas. “Er werden haar gouden bergen beloofd, maar toen werden mensen ziek en was de begeleiding nihil. Toen ze ernaar vroeg, zei de directeur: Nog meer begeleiding? Ze werd simpelweg gebruikt om gaten te dichten en moest het maar uitzoeken. En ze zegt soortgelijke verhalen ook veel om zich heen te horen. De nood is heel hoog, stagiairs staan alleen voor een groep en er is geen ruimte om ze te begeleiden.”
Willekeur
Een soortgelijk verhaal hoorde hij van een andere student, die ook de deeltijdpabo doet. “Derdejaarsstudenten geven vaak al hele dagen les, vertelde zij. De eigen leerkracht is dan eindverantwoordelijke, maar in de praktijk wordt die niet of nauwelijks ingeroosterd op dagen dat er een stagiair is.”
En dan is er de betaling, waarvoor studenten afhankelijk zijn van de willekeur van de stageschool. “De een krijgt een volwaardig lerarensalaris, de ander krijgt niets, weer anderen krijgen 50 procent van het salaris van een onderwijsassistent of leerkrachtondersteuner. “Maar in hun taken zie je dat niet terug”, zegt Borghuis. “Ik ken iemand die betaald krijgt als leerkrachtondersteuner, maar een klas overneemt tijdens zwangerschapsverlof. Dan draai je volwaardig mee en zou je ook zo betaald moeten krijgen.”
Een ervaringsdeskundige is Youri, die alleen zonder achternaam genoemd wil worden. Youri liep recent een lio-stage, werd goed begeleid én kreeg 50 procent van het minimum lerarensalaris, zoals het volgens de cao hoort. Hij kent maar van één studiegenoot die dat ook kreeg. De anderen uit zijn klas, hij schat twaalf mensen, kregen een ander stagecontract, zonder vergoeding. “Terwijl ze net zo ver waren met hun studie en dezelfde soort verantwoordelijkheden hadden.”
Dat de betaling van stagiairs uiteenloopt, zien ook hogescholen. Michiel Kampman van Windesheim vertelt: “Scholen zijn vrij om te bepalen of ze een stagevergoeding geven.” De hogeschool spreekt niet over lio-stages, waarbij studenten 50 procent van het minimumsalaris van een leerkracht moeten krijgen, maar over afstudeerstages, waarbij de stageschool zelf bepaalt of en hoeveel een stagiair betaald krijgt.
Droom
“Qua verantwoordelijkheden is er voor de stagiair weinig verschil”, zegt hij. Volgens hem let Windesheim er wel op dat de begeleiding goed is. “Er kan eens een uitzondering zijn door lerarentekort, maar als scholen geen begeleiding kunnen bieden, dan wordt daar door onze studenten geen stage gelopen. Dat houden we ook goed in de gaten.”
Ook de Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) gebruikt de term lio-stage niet meer. In een document dat op het studentenportaal staat, staat onder meer te lezen: ‘De lio blijkt een verwarrend begrip te zijn.’ Daarnaast mag de hogeschool geen lio-stagiairs op scholen plaatsen, zegt coördinator samen opleiden Ellen Mesch. “Lio-stagiairs kunnen volgens de wet op het voortgezet onderwijs (en ook volgens de wet op het primair onderwijs, red.) alleen studenten zijn die een duale opleiding volgen. Die bieden wij als FLOT niet aan.”
Je zou zeggen dat studenten een goede onderhandelingspositie hebben met het grote lerarentekort
In het document op het studentenportaal staat dat er vanuit de hogeschool drie soorten afstudeerstages mogelijk zijn: een afstudeerstage zonder vergoeding, een afstudeerstage met vergoeding en ‘werkzaam als docent met dispensatie’, waarbij de student een tijdelijk dienstverband krijgt als (onbevoegd) docent, zelfstandig voor de klas staat en salaris krijgt, maar de werkzaamheden bij de school worden aangemeld als stage. Welke variant iemand krijgt, is aan de stageschool.
“Maar ik hoorde recent bijvoorbeeld van een student dat hij gevraagd was om volledig zelfstandig geschiedenisles te geven omdat de leraar met pensioen gaat. Op zo’n moment wijs ik een student er wel op dat hij moet worden aangenomen als docent en niet als goedkope kracht. Daar zitten we bovenop, zeker met het huidige lerarentekort wordt er vaak een beroep gedaan op studenten.”
Dat beroep op studenten is ook iets waar Inholland tegenaan loopt. Docent Garmt Meulendijks merkt op dat het dan vooral gaat om extra activiteiten naast de stage. “Dan wordt hen bijvoorbeeld gevraagd om naast hun stage een paar dagen als leraar aan de slag te gaan. Dat gebeurt bij studenten in het vierde jaar, maar we zien het ook al bij tweedejaarsstudenten.
Studenten voelen zich vereerd als ze worden gevraagd om voor de klas te staan - het is hun droom - dus die zeggen snel ja. Maar ik merk dat hun opleiding daardoor soms in het gedrang komt. Officieel gaan wij daar niet over, het is een overeenkomst tussen de stageschool en de student, maar als opleiding zijn we wel aan het onderzoeken hoe we daar het best mee om kunnen gaan.”
Verantwoordelijkheid
De AOb geeft op verzoek van Inholland gastcolleges op de hogeschool over de rechten en plichten van studenten. “Dan gaan studenten bijvoorbeeld hun contracten vergelijken, of ze kijken of hun werkzaamheden wel passen binnen de taakomschrijving. Als ze bijvoorbeeld een contract hebben als onderwijsassistent, krijgen ze dan geen verantwoordelijkheden die alleen een leraar hoort te hebben? Die kennis vinden de studenten heel waardevol.”
Studenten zouden zich via de vakbond moeten mobiliseren, al is het natuurlijk te gek voor woorden dat het nodig is
AOb-sectorconsulent Borghuis vindt voorlichting een goed idee. Hij heeft die zelf ook wel eens gegeven. Al denkt hij dat de vakbond de enige manier is om de ongelijkheid en het grote beroep dat op studenten wordt gedaan aan te pakken. “Veel studenten denken er niet over na om lid te worden. Maar individueel durven ze het niet aan om er iets van te zeggen als dingen niet goed geregeld zijn op hun stageschool. Ze voelen zich te kwetsbaar, al zou je zeggen dat ze een goede onderhandelingspositie hebben met het grote lerarentekort.
Borghuis: "En het is ook niet aan stagebegeleiders vanuit de hogescholen om hier iets van te zeggen, die zouden daarmee de samenwerking met de stageschool kunnen schaden en hebben er daarnaast niet voldoende zicht op. De stagescholen zouden natuurlijk zelf verantwoordelijkheid moeten nemen om studenten in staat te stellen om hun opleiding af te maken, te begeleiden en fatsoenlijk te betalen. Maar dat gebeurt onvoldoende, dus moet je via de vakbond mensen mobiliseren. Al is het natuurlijk te gek voor woorden dat het nodig is.”
Wil je de AOb ook uitnodigen om op jouw pabo of lerarenopleiding voorlichting te komen geven over rechten en plichten?