Snelle groei zorgt voor stress in hbo
De druk op hogescholen is hoog dit schooljaar. Niet alleen door het online onderwijs, maar ook doordat een recordaantal studenten een hbo-opleiding volgt.
“Verwacht geen stevige analyse van mij, daar heb ik het te druk voor”, mailt hbo-docent Arjan Visser van de Thomas More Hogeschool alvast als waarschuwing. Hij geeft aardrijkskunde aan deze zelfstandige Rotterdamse pabo en dit schooljaar is de instroom van nieuwe studenten “enorm”. Visser zag het aantal aardrijkskundeklassen op zijn school dit jaar ineens bijna verdubbelen naar zestien, maar was nog steeds met één andere collega aangewezen om studenten het vak bij te brengen.
“In het rooster klopte het niet”, zegt hij. “Ik stond op maandag om tien uur ingepland voor een les vakdidactiek aardrijkskunde, maar had ook een afstudeergroep. De roostermakers werden crazy van de aardrijkskunde-boys. We zijn heus van een ‘tandje bij’, alleen dit was veel. Toen mijn geschiedeniscollega’s er een docent bij kregen, dachten wij: dat is wat wij nodig hebben. Gelukkig schakelde het management snel, sinds kort zijn we met zijn drieën.”
De roostermakers werden crazy van de aardrijkskunde-boys
Met een groei van ruim 100 procent springt de Thomas More er in de cijfers uit, zo blijkt uit een overzicht van de werkgeversorganisatie Vereniging Hogescholen (VH). Kozen er vorig schooljaar 137 nieuwe studenten voor de pabo-opleiding aan de Rotterdamse school. Dit schooljaar stroomden 276 nieuwe eerstejaars in, al vallen er nog af vanwege de toelatingstoetsen die later zijn afgenomen vanwege corona.
Uniek
Het hbo groeit in het hele land. Er begonnen dit schooljaar 125 duizend studenten aan een studie op één van de hogescholen. Een stijging van 10 procent. “Dit is tamelijk uniek”, zegt Maurice Limmen, voorzitter van de VH. “Het is echt alle hens aan dek voor docenten en ander onderwijspersoneel. Tot corona dachten we juist dat de instroom zou stabiliseren.”
Op dit moment telt het hele hbo een half miljoen studenten. Het grote aantal havisten dat in 2020 is geslaagd vanwege aanpassingen in het eindexamen en mbo’ers die doorstromen, verklaren de toename volgens de VH. Limmen: “Mbo’ers zouden zonder corona misschien sneller aan het werk gaan. Dat is nu lastiger. Ook zat een half jaar in het buitenland er niet in voor geslaagden.”
Mboers zouden zonder corona misschien sneller aan het werk gaan
Vooral de opleidingen verpleegkunde (plus 14,9 procent), de technische studies (plus 5,8 procent) en alle varianten van de pabo (plus 31,7 procent) zijn populair onder nieuwe studenten.
Juist die varianten verhogen de werklast, merkt Visser in de praktijk: “De vierjarige deeltijdvariant, de tweejarige opleiding en de driejarige opleiding. Je ziet soms door de bomen het bos niet meer.”
De varianten zijn bedacht om het lerarentekort te doen dalen, maar vergen meer van docenten. “Een les over vakdidactiek kun je niet op dezelfde manier geven aan pabostudenten van zeventien jaar als aan de deeltijders die vaak al academisch zijn geschoold. Dat zorgt voor werkdruk.” Visser merkt dat het hogere studentenaantal zorgt voor meer nakijkwerk en een groeiend aantal stagebezoeken, een belangrijk onderdeel van de pabo. “We brengen op onze vaste stagescholen nu meer studenten een bezoek. Daar moet een verslagje van komen en als een stage niet lekker loopt, dan moet je daar natuurlijk wel wat mee.”
Uitbreiden
Vestigingsdirecteur Lucas Rurup van Hogeschool Inholland zag de bulk aan nieuwe studenten wel aankomen. Zijn school verwelkomde bij de onderwijsopleidingen zo’n 250 studenten meer. Rurup: “We begonnen de teams in april vorig jaar al uit te breiden. Dat is altijd spannend, maar met vijf pabo’s durfden we het aan. Elke locatie kreeg er ongeveer 1,5 fte bij aan docenten en ondersteuners.” Die voltijduren zijn vooral nodig voor het begeleiden van studenten, zegt Rurup. Zeker in deze tijd. “Er zijn onderwijsachterstanden opgelopen en we weten nu al dat de extra begeleidingsuren niet na één jaar overbodig zijn. Dit zal de komende jaren doorwerken als de studenten naar hogere leerjaren overgaan.”
Mbo’ers stroomden ook in bij Inholland. “Vooral de duale variant is gegroeid”, zegt Rurup. “Dat betekent vaak voor docenten dat je opdrachten minder routinematig kunt nakijken. Iedereen maakt een andere opdracht en deze flexibilisering willen we verder uitbouwen. Studenten moeten dezelfde doelen halen, maar de route er naartoe kan verschillen. Daarover zijn we in discussie.”
Bindend studieadvies
Het afschaffen van het bindend studieadvies (bsa), een besluit dat is genomen vanwege corona, legt op een andere manier een hogere druk op scholen en het onderwijspersoneel ziet Astrid Venes, directeur Kind en Educatie bij Fontys. In Brabant groeide de pabo aanzienlijk met een kwart meer studenten. Venes: “Normaal halen grote groepen hun propedeuse, maar nu zijn er klassen waar sommigen op schema liggen en anderen niet. Het betekent dat docenten meer moeten begeleiden en differentiëren. Het geeft een andere dynamiek, hoor ik van studenten uit de medezeggenschapsraad.”
Het afschaffen van het bindend studieadvies legt druk op scholen
Op veel scholen gooit corona en het online onderwijs roet in het eten als het gaat om beheersing van de werkdruk. “We hebben er binnen Fontys veel extra formatie bij, maar mensen op afstand inwerken blijft bijzonder”, zegt Anton van den Brink, directeur van de lerarenopleidingen in Sittard. Hij ziet dat er al veel gevraagd is van het onderwijspersoneel vanwege de scholensluiting en het online lesgeven. “De betrokkenheid is zo groot, zeker in deze tijd.”
Docent pedagogiek bij Inholland Arco Sterk merkt dat het online onderwijs vaak nieuw is voor collega’s. Het blijft een slap aftreksel van gewoon lesgeven, vindt hij. “Maar het kan ook iets opleveren: voor sommige collega’s scheelt het reistijd en onderwijskundig kunnen we bijvoorbeeld blended learning verder ontwikkelen, wat na corona van pas zal komen. Ik hoor nu wel om mij heen dat mensen meer werkdruk ervaren door corona, maar het blijft natuurlijk niet altijd zo. We gaan hopelijk weer naar normaal onderwijs, want een ideale situatie is het niet.”
Miljarden
Demissionair onderwijsministers Ingrid van Engelshoven (D66) en Arie Slob (ChristenUnie) kwamen in februari dit jaar met het herstelplan ‘Nationaal Programma Onderwijs’ om achterstanden weg te werken en om onderwijspersoneel ondersteuning te bieden. Voor het hele onderwijs is 8,5 miljard euro beschikbaar gesteld. Daarvan gaat 2,7 miljard naar het hoger onderwijs en is een deel structureel geld ingeboekt. Volgens Van Engelshoven zullen alle onderwijsinstellingen al vanaf aankomend studiejaar 2021/2022 volledig en structureel gecompenseerd zullen worden voor de veel hogere studentenaantallen. “Het leidt tot veel extra werk op de instellingen”, zei de minister op een persconferentie waar het plan werd aangekondigd. “Het extra geld moet er voor zorgen dat er meer mensen in dienst kunnen komen, en dat de werkdruk voor het personeel afneemt.”
Is er meer personeel te vinden? Het is Fontys bij de lerarenopleidingen en pabo gelukt. “Ons directe netwerk is een voordeel, maar het is en blijft zoeken”, zegt Venes. “Wel gebruiken we de flexibele schil, want de studentenaantallen fluctueren. Wij merken dat toch best veel docenten graag lesgeven op de pabo.”
Dat is ook de ervaring van docent Sterk. “Ik moest veel solliciteren en omdat er veel kandidaten waren viel het niet mee ertussen te komen en de baan te krijgen.”
Hoewel de onderwijsministers hopen dat het herstelplan druk gaat wegnemen, waren veel scholen er begin april nog niet uit waar ze het geld aan uit gaan geven. Docent Visser ziet zijn lange to-do-lijst nog niet zo snel kleiner worden. “Nee, die blijft tot de zomer nog wel even erg vol.”
Dit artikel stond in het mei-nummer van het Onderwijsblad. AOb-leden ontvangen het blad elke maand op de mat.